Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8644 resultaten - Pagina 19 van 577

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[2] Die eeuwigheid is in de geestelijke wereld weliswaar te vergelijken met de tijdsduur in de materiële werelden; dus aan gene zijde in de geest is ze wat hier de tijd is. Daarmee is echter absoluut niet gezegd dat in de eeuwigheid geen verandering plaats zou vinden, maar alleen is ermee aangeduid dat de waarheid en het leven eeuwig en onveranderlijk hetzelfde is; het valse en onware blijft als tegenstelling tot het eeuwige waarheidslicht en leven derhalve ook eeuwig bestaan, zonder dat een wezen daardoor gedwongen zou zijn om ook eeuwig in die tegengestelde toestand te blijven. Want jullie weten dat God als de eeuwige liefde, wijsheid, macht en kracht ook eeuwig nooit werkeloos kan en zal zijn, maar dat Hij uit Zichzelf eeuwig door scheppingen tevoorschijn zal roepen, zodoende Zijn gedachten zal belichamen en die vanuit Zijn liefde en wijsheid naar een toekomstig zelfstandig bestaan zal leiden, waarvoor in de eeuwigheid tijd genoeg en in de eindeloze ruimte plaats genoeg is.
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Neem van Mij aan dat wie in Mij gelooft, volgens Mijn leer leeft en handelt en Mij boven alles liefheeft en zijn medemens als zichzelf, reeds in dit leven het eeuwige leven zal ontvangen en nooit meer zal sterven, al zou hij ook -als het mogelijk zou zijn -wat zijn lichaam betreft honderd keer sterven; want evenals Ik voortdurend uit eigen macht en kracht zal leven, al wordt dit aardse lichaam Mij ook afgenomen, zal zijn ziel met Mijn geest in haar voortdurend leven, meer dan zalig zijn en met Mij in eeuwigheid heersen!'
Hoofdstuk 167: De voorspelling van de Heer aan Barnabas - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wanneer je echter in jouw ziel in de ware geest Gods wedergeboren zult zijn, zal het je duidelijk worden hoe de Liefde Gods door de liefde van Haar kinderen voor Haar steeds machtiger in Zichzelf wordt, evenals de Liefde Gods in de kinderen.
Hoofdstuk 171: Over het werken van krachten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] God was van eeuwigheid een zuivere en volmaakte geest en kan daarom niets anders willen dan dat mettertijd al Zijn schepselen langs de door de Schepper voorziene wegen weer datgene worden wat Hijzelf is - alleen met het verschil dat zij, voordat ze in zekere zin tot materieel bestaan werden geroepen, niets anders waren dan enkel grote gedachten en ideeën van de Schepper. Die heeft Hij toen met de macht van Zijn wil in de loop van zeer lange tijden in zekere zin op zichzelf bestaand buiten Zichzelf geplaatst en hun een omhulsel gegeven, waarbinnen zij zichzelf geleidelijk aan steeds meer moesten beschouwen en leren kennen en door Mijn hen toch nog altijd doordringende kracht hun zin voor zelfstandigheid en vrijheid in zichzelf moesten laten ontkiemen.
Hoofdstuk 171: Over het werken van krachten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] En zoals het met de ziel gaat, zo gaat het ook met haar bijbehorende geest, die de eigenlijke opwekker, verdere begeleider, ontwikkelaar en instandhouder van de zielen is tot aan de menselijke ziel toe, die daarna pas volledig haar sfeer van vrijheid binnentreedt en in staat is zichzelf in moreelopzicht verder te ontwikkelen.
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Mijn hele leer bestaat in het kort echter uit het volgende: herken in Mij de geest van de ene en enig ware God en heb Hem boven alles lief en jullie als broeders onder elkaar, heb elkaar ook in Mijn naam lief zoals ieder zichzelf liefheeft! Meer hebben jullie niet nodig; want van daaruit zullen jullie door Mijn geest tot alle waarheid en wijsheid vanuit Mij opgeheven worden.
Hoofdstuk 194: De vermaning van de Heer tot liefde en geduld bij het verbreiden van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Want wat een geest zich vanuit de wil van de Heer in zichzelf voorstelt en wil dat het bestaat, dat is er dan ook meteen; maar natuurlijk is het denken van een zuivere engelengeest heel anders dan het denken van een mens.
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Dat zagen natuurlijk ook Mijn leerlingen, die de Romeinen heimelijk benijdden en bij zichzelf zeiden: 'Wij zijn al zolang bij Hem -maar voor ons heeft Hij nooit zulke wonderen gedaan. Zo gauw Hij bij Romeinen kwam deed Hij steeds Zijn grootste wonderen, en wij hebben ze pas bij de heidenen kunnen zien, aan wie Hij ze ook Zelf of door de engel Rafaël kon verklaren! Maar toen in de buurt van Jeruzalem de ons allen bekende vrome Nicodemus Hem eens vroeg hoe het rijk Gods eruit zag, gaf Hij hem ten antwoord: 'Zolang je niet in de geest wedergeboren bent, zul je de dingen van de hemel niet kunnen begrijpe.n; want je begrijpt de dingen van deze aarde niet, die je toch ziet - hoe zul je dan de hemelse dingen begrijpen, die je niet ziet?' Waarom zei Hij dat ook niet tegen de heidenen, en waarom juist tegen de joden?'
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik heb de mens op deze aarde geplaatst om heerser en heer te zijn over alle schepselen -wat hij echter al heel lang niet meer is, en hij moet zich daarentegen door de schepselen van deze aarde laten overheersen. Maar als hij door Mijn geest weer datgene wordt wat hij zou moeten zijn, zal hij weer heer en beheerser van alle schepselen worden en in staat zijn om ze voor zichzelf dienstbaar en nuttig te maken.
Hoofdstuk 213: Over het verkondigen van het evangelie aan alle schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Wat iemand in zijn hart en geest als het ware van vezel tot vezel analyseert, inziet en begrijpt, dient niet meer om hem tot geloof te dwingen, maar slechts om zijn geest in hem geheel te versterken; daarom behoort hij niet meer tot de klasse van de noodrijp geworden vruchten, maar reeds tot de klasse van de volledig rijp geworden vruchten.Want Ik zegje: ieder mens die in zijn leven een waarheid hoort, maar de innerlijke elementen waarop die waarheid stoelt nog niet nader kent, maar de waarheid die hij hoorde toch gelooft zonder zich verder om de innerlijke elementen te bekommeren, behoort nog sterk tot een onrijpe vrucht; wie echter over de waarheid die hij hoorde net zolang twijfels in zichzelf laat opkomen tot hij alle elementen heeft leren kennen waar die waarheid op steunt, behoort waarlijk niet tot een noodrijpe, maar tot een volledig rijpe vrucht.
Hoofdstuk 222: Noodrijpe en volledig rijpe zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Mijn beste vriend, wat de wereldse denkwijze van de mensen betreft heb je volkomen gelijk, maar wat de geestelijke betreft absoluut niet; want voor de geest is er maar één enkele waarheid, en die is: de ene, ware God te kennen, Hem boven alles lief te hebben en zijn naaste als zichzelf. Dat is beter dan alle kennis van de aarde, en daar is een mensenleven altijd lang en goed genoeg voor.
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Wie in deze ene waarheid ingewijd wordt door de geest van liefde in zijn hart vanuit God, zal ook binnen zeer korte tijd meer wijsheid en kennis in zichzelf bezitten dan alle boekenverzamelingen op de hele aarde, waar Ik voor in kan staan. Maar vandaag is het er niet de tijd voor om jou dat gebied verder binnen te leiden; morgen zul je in alles verder ingewijd worden, met name op dit gebied -en als je op dat gebied geheel en al ingewijd bent, zul je weinig andere dingen meer te vragen hebben!'
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wij weten heel goed dat die zogenaamde Messias, die niets meer is dan een timmermanszoon uit Nazareth, al vaker leerlingen heeft uitgezonden, die naar men zegt vervolgens ook wonderen hebben gedaan, en nu zijn wij met deze vrienden van ons, die kooplieden zijn en van Jeruzalem via Jericho naar Petra willen reizen, erop uitgegaan om zelf enige informatie te verzamelen hoe ver dat gespuis al gevorderd is met het volk tegen ons en de tempel op te zetten. Want de Hoge Raad in Jeruzalem is geenszins van plan om nog verder toe te laten dat zijn aanzien beledigd wordt door iemand die zijn toverkunsten voor werken van de geest Gods uitgeeft en zichzelf voor een zoon van de Hoogste, zoals ongelooflijk genoeg al herhaaldelijk gebeurd is.
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Aan de mensenziel wordt nu een leider gegeven; want de pure ziel alleen zou, als voleindigde vorm die niet verder ontwikkeld kan worden, niets hogers meer boven zichzelf waarnemen, als er nu niet een geestelijk voelen, het gewaarworden van een macht in haar zou kunnen binnenvloeien, die haar verdeemoedigt en ertoe aanspoort om haar Schepper te zoeken. En dat is de goddelijke vonk, die als geest in haar wordt gelegd, en die zich gelijktijdig met haar moet ontwikkelen, haar door een juiste opvoeding steeds meer moet doordringen en door zelfonderricht in alle kennis moet binnenleiden.
Hoofdstuk 10: De ontwikkeling van de vorm van de ziel tot aan de mens - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Want omdat de ziel van de mens alles in zich bevat wat de aarde aan wezens draagt, zoals jullie weten, is het toch heel natuurlijk -wanneer de geest eenmaal in dit huis van hem, dat alles bevat, de heerschappij heeft verkregen -dat hij ook over de diverse evenbeelden van zijn ik moet kunnen heersen, evenals een koning die zich uit de slavenstand tot de troon omhoog heeft gewerkt, nu zonder op tegenstand te stuiten over al die standen heerst, waar hij zelf toe heeft behoord. Maar, welteverstaan, als de mens in zichzelf de verbindende schakel van de keten, die Mijn leer is, heeft gevonden, en beide ketens tot één enkele, onverbrekelijke keten heeft verbonden! Als laatste schakel van de materiële keten, die slechts de hoogste zielenvorm en de daardoor bepaalde menselijke vorm vormt, is hij volkomen machteloos en zelf niets anders dan een uiterst intelligent, goed ontwikkeld dier.
Hoofdstuk 11: Over de innerlijke opwekking en over het voortleven na de dood - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...