Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 19 van 1166

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[7] Dat werd ROCLUS nu toch een beetje al te bont en hij zei totaal perplex: 'Neen, mijn anders zo lieftallige en zeer wijze jongen, dat gaat bij jou vast en zeker niet op natuurlijke wijze! Over het eten van het vlees wil ik eigenlijk helemaal niets zeggen; maar dat je, een wolf overtreffend, ook met beenderen, die geen enkel ander mens toch ooit eet, zo snel klaar bent, -weet je, dat wordt me nu toch al te grijs, nu moet je me deze zaak toch eens nader verklaren!"
Hoofdstuk 80: Raphaël eet veel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Van nu af aan zal Mijn woord de kostbaarste edelsteen zijn voor de mens en waar en zuiver goud Mijn leer. Ieder mensenhart dat vervuld zal zijn van zuivere liefde tot God en tengevolge daarvan tot zijn naaste, zal een waar en levend paleis en een tempel zijn, en wiens hart het volst zal zijn met liefde, die zal een ware koning in Mijn rijk zijn!
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Daarom moet een goed navolger van Mijn leer nooit lichtvaardig iets aannemen zonder het van tevoren nauwkeurig onderzocht te hebben. Pas wanneer hij alles wat daarin naar voren komt grondig heeft leren kennen en ervan overtuigd is, moet hij het goede en ware als levenswaar aannemen en er dan verstandig en wijs naar handelen; en daardoor zal hij dan zeker tot een resultaat komen dat men geheel en al terecht kan aanprijzen als. zijnde vanuit de hemelen gezegend.
Hoofdstuk 88: Geloof en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Verlang vooral van niemand blind geloof, maar laat iedereen het waarom zien! En mocht iemand niet in staat zijn om het met zijn verstand te begrijpen, schuw dan geen moeite om het hem stapje voor stapje met alle liefde en geduld duidelijk te maken, tot hij in staat is om jullie goede leer door en door te begrijpen; want met een onjuist begrip moet niemand van jullie een leerling zijn in Mijn naam! Want Ik geef jullie een helder licht en leven, en daarom zullen jullie geen apostelen zijn van de duisternis en de dood!
Hoofdstuk 88: Geloof en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik ben immers Heer en Meester v:an eeuwigheid en jullie kennen Mij als zodanig nu volkomen. Ik zou jullie nu van alles kunnen zeggen, krom of recht, wit of zwart, en jullie zouden het van Mij aannemen, omdat jullie er nu in je innerlijk van overtuigd zijn wie Ik ben. Zou dan daarom een blind autoriteitsgeloof op z'n plaats zijn!? Maar wie van jullie kan zeggen dat Ik dat van iemand verlang of ooit verlangd heb?! Ja, Ik verlang geloof, geen blind en dood, maar een volop levend geloof! Ik leer jullie waarheden waarvan de wereld nog nooit enig vermoeden heeft gehad, maar Ik zeg daarbij niet: 'Geloof je dat?', maar: 'Heb je het goed begrepen?' En wanneer je zegt: 'Heer, dit en dat is me hierin nog onduidelijk!', dan verduidelijk Ik de zaak met alle middelen die Mij ten dienste staan, net zolang tot je het tot op de bodem begrepen hebt, en daarna ga Ik pas weer een stap verder.
Hoofdstuk 88: Geloof en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zal nu niet verder uitweiden over deze kwalijke zaak omdat jij, Mijn vriend Cyrenius, je de rest vanzelf gemakkelijk kunt voorstellen. Maar dit voeg Ik er nog aan toe: als jullie mettertijd vrij willen zijn van allerlei vijanden, dieven, rovers en moordenaars, dan moet je de waarde van het goud en van alle edelstenen beoordelen naar de eigenschappen die ze hebben, dan zullen jullie daardoor het aantal vijanden zeer aanzienlijk verminderen; want door jullie wijsheid zullen dan velen zelf wijs worden en Gods orde in alle dingen onderkennen! En als ze dat doen, zullen ze ook edele en liefdevolle mensen worden, waar jullie niet voor hoeven te vrezen.
Hoofdstuk 89: De gevaren van goud - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wordt toch weer datgene waartoe jullie geroepen zijn, wat de aartsvaders waren, aan wie alle schepselen gehoorzaamden; jullie moeten door het in acht nemen van Mijn leer heer worden over wat jullie Vader geschapen heeft binnen Zijn orde; hiervan hebben de negers jullie een klein bewijs geleverd, en onder zulke omstandigheden zal er geen vijandschap meer bestaan, noch bij jullie onderling, noch tussen jullie en de aan jullie ondergeschikte schepselen! Maar als jullie buiten deze orde treden, dan zul je weer genoegen moeten nemen met de oude vloek en de onvrede.
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het is vanzelfsprekend, dat men dit slechts een, twee of drie keer kan doen voor een vriend; vraagt hij dan echter weer om nog langer te blijven, troost hem dan met de verzekering, dat je hem spoedig weer ontmoet en spoor hem aan om voortdurend te handelen volgens Mijn leer, die Ik jullie allen nu gegeven heb, zegen hem dan in Mijn naam en vervolg jullie weg volgens de roeping van de geest, die nu door Mij in je woont als een levend woord en jullie zelf naar het eeuwige leven leidt!"
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Marcus had van Mijn vraag naar wijn van veraf nog maar nauwelijks iets gehoord, of hij snelde al als een echte waard naar de kelder en bracht samen met zijn beide zonen meteen verscheidene kruiken vol met het allerbeste druivenat. Onze bekers werden tot aan de rand toe gevuld; allen dronken op het goede gedijen van de nieuwe leer uit de hemelen en konden de heerlijke wijn niet genoeg loven, roemen en prijzen.
Hoofdstuk 92: De Farizeeën nemen aanstoot aan de vrolijke maaltijd van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Uit zijn leer en zijn daden blijkt duidelijk, dat hem van God uit een hoger vermogen verleend is dan ooit aan een mens verleend werd, en wie volgens zijn leer leeft kan voor God niet verloren gaan; maar wie zoveel drinkt en eet als hij, zal te zijner tijd na het laatste oordeel, waarover Daniël profeteerde, niet licht het paradijs binnengaan! Want er staat geschreven: 'Hoerenlopers en dronkelappen zullen Gods rijk niet binnengaan! 'Hoe denk jij daarover, mijn altijd zeer gerespecteerde Floran?"
Hoofdstuk 92: De Farizeeën nemen aanstoot aan de vrolijke maaltijd van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik heb God de Heer nu meer dan alles in de wereld lief terwijl ik Hem pas een heel klein beetje heb leren kennen, en ik voel hoe mijn liefde tot de Almachtige, hoe meer ik Hem leer kennen, steeds groter wordt, en ik voel heel duidelijk in mezelf hoe daardoor ook mijn wilskracht duidelijk machtiger wordt. Zoals ik hier sta, neem ik het helemaal alleen tegen duizend maal duizend legioenen Farizeese duivels op! Met z'n allen kunnen ze nog geen strohalm optillen, - en dan beweren deze kerels dat deze Heiligste der heiligen van God Zijn verrichtingen met behulp van hun ingebeelde duivels tot stand brengt!? o, jullie verdorven gespuis, ik zal die almachtige duivels van jullie wel eens uitdrijven! Komt me goed uit, dat ik nu op deze kerels stuit, daar heb ik lang naar uitgekeken!"
Hoofdstuk 93: Roclus richt scherpe woorden tot de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Als men deze zonneklare leer vergelijkt met de mij maar al te bekende leerstellingen van de tempel, dan ziet men immers op het eerste gezicht dat in deze leer de klaarlichte dag van de geest heerst, en in de tempel de donkerste nacht van de geest. Ja, degenen die nog toebehoren aan de nacht zullen nog veel te vrezen hebben, met name de dood van hun ziel; ik heb hoogstens de dood van mijn lichaam te verwachten, die eigenlijk helemaal geen dood is!
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Trouwens, ik heb de oude Stahar al mijn goed onderbouwde mening op zeer begrijpelijke manier duidelijk gemaakt, en hij denkt daar nu over na in zijn halve slaaptoestand. Morgen zal hij zeker een heel ander mens zijn, -en als het niet zo is zoals ikje nu heb gezegd, dan zou de Heer Zelf hem wel iets gezegd hebben; maar de Heer, die goed weet wat er aan de hand is, lijkt daar niet de minste aandacht aan te schenken. En als Hij en de hooggeplaatste machthebbers van Rome totaal geen aandacht schenken aan deze hele zaak, dan kunnen ook wij beiden er geheel zeker van zijn dat deze kwestie niet meer om het lijf had dan ik je zojuist heb duidelijk gemaakt. Behalve dit wil ik je echter van ganser harte bedanken voor je; zeer vriendelijke aanbod, en wel met de voor mij zeer aangename verzekering, dat ik daar zonder meer gebruik van zal maken.
Hoofdstuk 101: Roclus en Floran in gesprek over Stahar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Op die manier praatten deze beiden nog een tijdje door, terwijl ik achter hen liep; het zal ongeveer drie weken geleden zijn, dat ik dit prijzenswaardige gesprek toevallig hoorde en wel in de buurt van Bethlehem, waar ik toen moest zijn. En dit gesprek bevestigde mij nog meer in mijn atheïsme; want ik kon hieruit opmaken, dat ook zij, bij wie ik nog het meeste geloof in een God vermoedde, nog geen vonkje geloof in een hoger goddelijk wezen hadden. Ik vond daar mijn reeds lange tijd tevoren opgevatte mening, dat iedere godsdienstige leer niets anders dan het meest smakeloze en kwaadaardige bedrog is, volkomen bevestigd. "
Hoofdstuk 102: Roclus belicht het Farizeeërdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Hier uit de mond van de Heer van alle leven vernam ik diezelfde leer, maar nu met het helderste levenslicht door en door verlicht! De Heer Zelf kwam mij dus, nadat ik zo lang tevergeefs had gezocht, tegemoet en gaf me daarmee hier vlak in de nabijheid van mijn eigenlijke geboortestreek alles, wat ik zo lang tevergeefs in heel de wereld onder veeloffers en inspanningen gezocht heb.
Hoofdstuk 103: Roclus windt zich op over Stahars geestelijke blindheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...