Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

839 resultaten - Pagina 19 van 56

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[21] Hij gaf mij echter te verstaan dat daar nog tijd genoeg voor was, en vroeg vervolgens aan de armen of zij, als ze volledig gezond zouden zijn en hun ledematen weer zouden hebben, niet liever met het werk van hun handen het noodzakelijke brood zouden willen verdienen. Allen betuigden dat zij, als dat mogelijk zou zijn, liever dag en nacht zouden werken dan ook maar één ogenblik langer om aalmoezen te vragen. Daarop zei Hij: 'Sta op en wandel en zoek werk!' Op dit woord waren allen ogenblikkelijk van hun uiteenlopende kwalen genezen. De blinden konden zien, de doven en stommen hoorden en spraken, de verlamden sprongen op als jonge herten, en de mismaakten zonder handen en voeten kregen - nota bene - duidelijk nieuwe ledematen, en dat alles was het werk van één enkel ogenblik! Ik nam vervolgens al die wonderbaarlijk genezen mensen bij mij in dienst, gaf hun dadelijk wat geld en gaf hun aanwijzingen, waar ze heen moesten gaan.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Kijk naar onze zeven Egyptenaren! Zij kennen alle grote schatten die in het inwendige van de aarde verborgen zijn, en zouden zich die ook in grote hoeveelheden ten nutte kunnen maken; maar dat verachten zij, en leven liever heel eenvoudig en zoeken alleen de schatten van de geest. Daardoor hebben zij ook nog de ware, oermenselijke eigenschappen behouden, waardoor zij ware heersers en gebieders over de hele natuur zijn, wat zeker niet het geval zou zijn, wanneer zij zich ooit op de een of andere manier door de verlokkingen van de natuur hadden laten vangen.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Jullie zullen aan het nieuwe heidendom zeker geen schuld hebben, zoals ook de profeten er geen schuld aan hebben, dat de tempel daar beneden nu geworden is zoals hij nooit had moeten worden, maar alle schuld zal bij de mensen liggen, wier behaaglijke traagheid het niet toeliet zelfhandelend de wegen van de waarheid te gaan, maar in hun plaats liever anderen en met name de zogenaamde priesters om de door hen aangereikte smerige offers heen te laten schrijden, - die echter ook niet de wegen van de waarheid bewandelen, maar alleen de wegen van bedrog en leugen. Daar leidt dan de ene volkomen blinde de andere net zo lang, tot beiden bij een kuil komen en ze er allebei vervolgens ook invallen.
Hoofdstuk 43: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] En nu genoeg over deze kwestie. Laten we nu liever de mooie morgen bekijken; uit de aanblik daarvan kunnen jullie in alle opzichten heel veel opmaken, in het bijzonder voor de laatste tijd van de nieuwe heidenen!'
Hoofdstuk 45: Agricola herinnert zich Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Kijk nu liever naar de heerlijke natuur aan het begin van de dag, en zie hoe het steeds krachtiger wordende licht van de zon alle nevels en somberheid van de aarde verjaagt, en leer daarvan dat dat in de toekomst ook jullie werk zal zijn, en daar zullen jullie beter aan doen dan al te naarstig te informeren naar dingen waarmee jullie nu nog lang niets van doen hebben!
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Vraag jezelf nu af wat voor die mens eigenlijk het nut was van zijn grote bezorgdheid in de wereld om de wereldse dingen! Zou het niet verstandiger geweest zijn, als hij liever zijn ziel juist en goed verzorgd had en in zichzelf Gods rijk gevonden zou hebben, zoals in vroege tijden mensen dat ook in zichzelf hebben gevonden en zelfs ook de heidenen, zoals jullie dat bij de ze.'l~n Egyptenaren duidelijk hebben kunnen merken?
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Kijk naar deze vrouw! Zij heeft werkelijk veel gezondigd; n:aar omdat zij volopenhartigheid is en bovendien veel werken van naastenliefde heeft gedaan, is haar nu ook veel vergeven en zij is Mij nu liever dan menige rechtvaardige die nooit gezondigd heeft. Want Ik ben met vanwege de rechtvaardigen in deze wereld gekomen, maar enkel vanwege de berouwvolle zondaars, evenals ook een arts alleen naar diegenen gaat die hem nodig hebben en niet naar de gezonde mensen, die de arts niet nodig hebben.'
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Dat staat je vrij; maar Ik zie liever dat je hier blijft bij de zusters van Lazarus en hen helpt bij het bedienen van de gasten, die deels al hier zijn en deels vandaag nog zullen komen. Maar als er hier gasten uit Jeruzalem.en ook uit andere plaatsen arriveren en naar Mij zullen vragen, zeg dan met waar Ik ben, dan zullen ze weer net zo verder reizen als ze gekomen zijn!'
Hoofdstuk 109: De Heer verlaat Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Nu geloof ik weer dat er in vroegere tijden profeten bestaan hebben, die ter wille van het blinde en ongelovige volk door God met bijzondere wijsheid en macht toegerust waren. Tot nu toe was dat geloof bij mij weggezonken in het rijk der vrome sprookjes. Maar omdat ik nu zelf gezien heb dat uw wil en woord twee zieken, die iedere overigens nog zo kundige genezer voor ongeneeslijk verklaard heeft, in één klap zó fris en gezond gemaakt hebben, is ook mijn geloof in een God en in de profeten weer volkomen hersteld -wat mij liever is, dan wanneer iemand mij de schatten van de halve wereld geschonken zou hebben.
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Als de kinderen van een huisvader in het voorjaar de kersen -, pruimen -, peren en appelbomen in de tuin zien bloeien, dan verheugen ze zich daar weliswaar ook over, maar ze zouden toch liever direct al de rijpe vruchten willen zien en proeven dan zich enkel en alleen aan de mooie bloesem te verlustigen. Maar een wijze vader zegt tegen zijn nog zeer ongeduldige kinderen: 'Geduld maar, mijn lieve kinderen! Alles in deze wereld heeft zijn tijd volgens Gods orde, en daarin komt alles tot rijpheid! Hebben ook jullie dus maar geduld; ook deze nu bloeiende bomen zullen over een paar maanden vol hangen met rijpe en zoete vruchten, en we zullen er dan met de Vader in de hemel van genieten!' Dat stelt de kinderen dan gerust.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Verder moeten jullie voorlopig ook niet teveel schrijven, om te voorkomen dat de schrijfgeest onder de mensen de eerste tijd al te veel gewekt wordt. Het is beter dat de mensen meer volgens Mijn leer handelen dan dat ze die opschrijven nadat ze hem gehoord hebben; want als de schrijfgeest te vroeg wakker wordt onder de mensen, zullen jullie in korte tijd na Mij talloze geschreven evangeliën zien ontstaan, zelfs onder jullie naam, en jullie zullen er heel druk mee zijn om al dat geschrijf van valse profeten te weerleggen. Spreek daarom liever veel, maar schrijf weinig! Maar wanneer de juiste tijd aanbreekt, dan moet er ook veel geschreven worden! -Hebben jullie dat nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 79: Spreken en handelen is beter dan schrijven Over de echte en valse evangeliën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ja, tegen een dergelijke verklaring kon men redelijkerwijs ook weer niets inbrengen! Want ten eerste is men zelf niet beter op de hoogte van alles, wat er nu in het gehele grote rijk der joden is en gebeurt, en ten tweede kan men zich, zelfs wanneer men van iets buitengewoons beter op de hoogte zou zijn, toch niet inlaten met een gesprek met die welbespraakte heren uit de synagoge, want ten eerste zou men niets met hen kunnen beginnen en ten tweede ook het gevaar lopen om in alle opzichten door hen vervolgd te worden. En zo blijft men dan liever gewoon een stille landsburger en bekommert zich noch om het een noch om het ander, hoewel men maar al te goed inziet, dat die aanhangers van de synagoge ook alleen maar vanwege hun buik zijn wat ze zijn, en voor zichzelf nog minder in een God geloven dan één van deze vele fruitbomen van mij.
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] De waard zei: 'Ja, ja, machtige en wijze heiland, dat zal allemaal wel zo zijn; maar de hoofdman zal daarna ook mijn heer blijven! Als hij nu door mijn toedoen belangrijke schade lijdt, zal ik daarna, als jullie hier weg zijn, grote moeilijkheden met hem krijgen - en daarom zou ik haast liever alles van hem door de vingers willen zien, dan mij naderhand gewoonweg aan het kruis laten binden.'
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De waard zei: 'Heer en Meester! Wat moet iemand als wij daar nog aan toevoegen? Dat is een zuivere waarheid en voor mensen als wij blijft er niets anders over dan de zuivere, goddelijke betekenis ervan in voorkomende gevallen ten uitvoer te brengen. Want wat mij goed zou doen als ik in een vreemd land in nood zou raken, dat ben ik ook een vreemdeling in mijn land verschuldigd! Want degenen die in landen en rijken ver hier vandaan wonen zijn immers ook mensen. Ook al hebben ze andere gewoonten en een ander geloof, dan moet men dat naar mijn mening geen rol laten spelen en men moet niet doen volgens de leer van onze Farizeeën, die zeggen dat de ware jood alle heidenen als honden moet beschouwen, zolang ze in hun heidendom volharden, -en dat degene die een heiden een weldaad bewijst zich de toorn van God op de hals haalt en zijn ziel aan de duivel verkoopt. Hij moet zich liever ook tegenover de heidenen vriendelijk betonen en hun laten zien dat hij als jood een goed en vriendelijk mens is; dan zal de heiden hem eerder vragen: 'Vriend, wat is de leer van jouw geloof, waaruit zulke goede mensen voortkomen?', dan als ik mij tegenover hem een harde en bovendien nog vijandig gesloten jood betoon.
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Dat wij joden ons helaas tegenover vreemdelingen meestal hard en onvriendelijk gedragen, komt toch door niemand anders dan door onze priesters, die liever zouden zien dat men hun al de beste vruchten offert en de vreemdelingen van kruisbessen zou voorzien. Maar van nu af aan zal het in mijn huis heel anders worden! Uw woord, Heer en Meester, zal in het vervolg het richtsnoer voor het handelen van mijn hele huis zijn, en ik zal ervoor zorgen dat ook mijn buren in de verre omtrek zich naar mij zullen richten.'
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...