Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 19 van 53

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[13] Zo zullen zij dan evenzeer opgenomen worden als al diegenen die van het begin af aan Mijn wegen hebben bewandeld.
Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Mijn vader antwoordde: 'Dit vertrek is zogezegd mijn geheime kamertje, waar ik mij met mijn Heer en Schepper helemaal alleen en door Hem toch overal bevind waar dat nodig is. Ik heb jou, mijn zoon, in dit heiligdom opgenomen, omdat jij alleen nog maar gast van dit rijk bent en later jouw eigendom zult binnengaan. Maar het is voor mij een grote vreugde om jou hier te kunnen opnemen; want wie een vriend is van de Heer die zich nu op aarde bevindt, heeft ook aanspraak op het beste in ons en daarmee buiten ons.
Hoofdstuk 64: De belevenissen van Lazarus aan gene zijde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Je begrijpt niet hoe dat bedoeld is? Zie, dit vertrek betekent het innerlijke hartkamertje van mijn wezen en is derhalve het centrum van mijn sfeer, van waaruit ik jou overal heen kan brengen, zover mijn geest reikt! Daardoor ben jij tegelijk met mij, omsloten door mijn liefde, medeheerser over mijn zelf, zolang jij je hier bevindt. leder mens heeft aan gene zijde zo'n allerheiligste, waarin hij zich geheel en al kan terugtrekken om doordrongen te worden van de stralen van het zuiverste licht, dat hier door alle wanden heen ongehinderd binnendringt. Ook jij zult dat beleven, als je hier een blijvende bewoner zult zijn; maar nu ben jij dat, zoals gezegd, nog niet, maar enkel een gast, omdat ik als jouw aardse vader het eerste recht heb om jouw ziel te beschermen!'
Hoofdstuk 64: De belevenissen van Lazarus aan gene zijde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] God was, voordat de inkleding in het vlees als Jezus plaatsvond, onpersoonlijk. * (* Voor Zijn menswording in Jezus woonde God in een ontoegankelijk licht en was voor geen enkel geschapen wezen zichtbaar. Zelfs de meest reine engelgeesten konden de Godheid nooit anders zien dan als een zon (Die geistige Sonne, dee12/13:7). In Zichzelf en op Zichzelf is God echter van eeuwigheid af aan een mens (Het grote Johannes evangelie, deel 6/88:3) naar wiens evenbeeld de mens door Hem geschapen werd. (Genesis 1 :27. De Huishouding van God, deel 2/139:20 en 138:26. Aarde en maan 54:9. Het grote Johannes evangelie, deel 1/1:13-16; 2/144:4; 4/88:7; 5/70:3; 6/135:1 en 230:6; 7/121:3 en 219:11; 8/24:6; 9/58:7)) Daarom kon ook niemand Hem aanschouwen, maar alleen Zijn Wezen voelen, dat zich natuurlijk alleen maar als Licht merkbaar kon maken, omdat God in Zichzelf puur licht is, dat zijn stralen uitzendt. Maar waar licht is, is het overal; het doorstroomt alles en wekt alles tot leven. De onpersoonlijkheid van God veronderstelt echter niet één punt van uitstraling, zoals vanuit een zon, maar een zee van licht, waarin geen concentratie is. Diegenen die geestelijk tot het goddelijke Wezen doordrongen, konden het goddelijke Wezen dus ook niet anders gewaarworden dan als een leven in het licht, het zweven en rusten in het licht, het wensloze één worden met het licht. Toen nu de mens Jezus de personificatie van God werd, was het ervaren van de Godheid voor degene die Haar naderde, heel anders -eenvoudig het naderen van de ene mens tot de andere. Derhalve hebben de oude zieners gelijk; maar de nieuwere, die na Mij leefden, hebben eveneens gelijk.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Want zie, Ik ben Heer over alles wat er is! Ik ben God, de eeuwige en machtige en als zodanig ben Ik ook je Vader, de heilige en meest liefdevolle. En dat alles ben Ik in het woord; maar het woord is in de Zoon en de Zoon is in de liefde en de liefde is in de wet en de wet is aan jullie gegeven. Als je die in acht neemt en ernaar handelt, dan hebben jullie haar in jezelf opgenomen; dan wordt zij levend in je en verheft je zelfs en maakt je vrij en dan staan jullie niet meer onder de wet, maar erboven in de genade en in het licht, wat allemaal Mijn wijsheid is.
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En de twee en die uit hen voortkwamen en de zeven, wier getal goed was, werden in de trouw van hun deemoed bevonden en zij werden in de kring van de macht van God opgenomen; en de Liefde zag dat zij rein waren bevonden en verheugde Zich over hun voltooiing. En zie, de liefdeskracht van de Godheid steeg op en de Godheid bewoog Zich en zij die geschapen waren namen de beweging van de Godheid waar, en de Godheid bewoog Zich naar Haar Liefde toe en de ogen van de geschapenen werden geopend en zij zagen de eeuwige Liefde voor de eerste maal.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouw en gewis: Jij bent de Lot van Sodom; zie echter toe, dat jij niet verstikt in ontucht en het erfdeel van de hoer jouw deel wordt; want jij bent als geen één die voor je was en na je zal zijn. Jij bent als mens geheel in het vlees en zijn begeerte en bent als geest geheel vrij met open ogen en open oren. Je lichaam besmeur je met drek en over je geest worden stromen licht uitgegoten; je lichaam eet met de zwijnen, terwijl je geest door duizend engelen omgeven is. Je aardse hart heb je opgevuld met mest en drek en Ik heb voor Mijzelf in je geestelijke hart een woning ingericht. Jij amuseert je met hoeren, terwijl Ik met jou van broeder tot broeder spreek; jij stinkt als een moeras en je geest ademt de heerlijkste hemelse geuren; jij bent een monster en de stralen van je ogen overtreffen de glans der zonnen. Daarom, reinig je vlees en word één met Mij, opdat Ik één met jou zal worden!
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Je moet en kunt het Mij nu wel vrijuit zeggen of Ik je ooit op een bepaalde tijd tot iets verplicht heb en of het niet altijd aan je vrije wil overgelaten was om naar Mij toe te komen om het een en ander te vragen dat je had willen weten en of Ik je ooit het antwoord op een vraag schuldig ben gebleven! En al had je Mij vanuit de hel iets gevraagd, dan antwoordde Ik je; en was je op aarde, dan sprak Ik met je; en in de hemelen sprak Ik met je. Bij dag en bij nacht is Mijn oor voortdurend naar je toegewend. Wat je hier opschrijft, schrijf je immers alleen als het je in je tijd gelegen komt, en dat vind Ik altijd goed zolang als je wilt en zoveel je wilt en zie, Ik vind het best! Zeg het ze daarom heel precies: het is Mij om het even; wanneer iemand bij Mij komt, wordt er naar hem geluisterd en hij wordt opgenomen.
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Deze liefde zal vele vruchten voortbrengen en zal zich verheffen tot het licht van de genade en zal met onafgewende blik de onmetelijke diepten van de Godheid zien net als de polen, die in de oneindige ruimten van de scheppingen van Gods liefde kijken en met wijd open ogen de tedere stralen in zich opzuigen uit alle niet te meten oneindige ruimten, waarin de talloze wezens van de erbarming rondcirkelen, ieder op zijn eigen wijze, en daardoor van verrukking en zalige vreugde in hun liefde tot de liefde en voor de liefde ontbranden en als een zon zelf lichtend worden zoals het licht van de polen van de aarde.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Jullie begeerten zijn als de winden, waardoor je met allerlei zorgen omgeven wordt, welke net als de wolken die door de winden aangevoerd worden, verhinderen dat het licht van de genade in je stroomt, zoals de wolken verhinderen dat de stralen van de zon op de aarde vallen.
Hoofdstuk 6: De analogie van het gesternte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] De geest van liefde en genade is in je en is in alle wijsheid. Wie hem verneemt zal alles tot in de diepste diepten doorgronden; en hij zal de doden navorsen en zij zullen hem antwoorden, en hij zal de levenden doorzien en hun liefde zal hem verkwikken en hun licht zal hem verheugen; en hij zal zijn oor op de aarde te luisteren leggen en het gras zal hem de geheimen van de liefde vertellen, en het aardrijk zal hem zijn diepten onthullen, en de bergen zullen zijn stem horen en de klank van zijn woord zal tot in het merg van de aarde doordringen; en wanneer hij de zee zal aanschouwen, dan zullen de stralen uit zijn ogen alle druppels ervan doorlichten en ieder zandkorreltje doordringen; en indien er daar nog vol ongeduld geesten op hun gericht wachten, zullen ze naar het licht van zijn ogen toestromen, zoals de vissen en het kruipend gedierte van de zee en van de wateren zich naar een boven het wateroppervlak gehouden fakkel bewegen, en zij zullen zich laten vangen om verlost te worden uit de kerkers van de eeuwige nacht, en zij zullen de liefde herkennen en hun dorst stillen met het water der erbarming en opgroeien tot de zwakte, tot de sterkte en tot de kracht uit de liefde van de Vader en van het Woord, dat de liefde is in de Vader en van de Geest, die de kracht is in beiden.
Hoofdstuk 6: De analogie van het gesternte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En zie en luister: nu bestond de aarde en er was de maan, en de zon was er en de sterren waren er; maar de aarde was nog kaal en haar oppervlak was nog als het oppervlak van de zee. En boven de wateren lag een dicht wolkendek en dat reikte tot diep in de dode ruimten van de werelden en het licht van de zon kon de druppel der erbarming niet verlichten. En de maan was bedekt door de nevel van de druppel en pas in deze nevel werd de aarde volledig gevormd en werd de maan gevoed. En de zon lag over die beiden heen met de stralen van haar licht uit de warmte van de liefde in God, zoals een kloek over haar kuikens en maakte de aarde rijp en scheidde de maan van de borst van haar moeder.
Hoofdstuk 7: De oertijd van aarde en maan. De schepping van Adam en Eva - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Toen viel het grote wolkendek uiteen en zonk omlaag naar de rust van de polen, en de evenaar van de aarde kwam vrij en de zon zag zichzelf in de wateren, en de aarde straalde dankbaar het ontvangen licht terug in de schoot van de zon en zag met wijd open ogen de maan zich baden in de uitstromende stralen van de genade der eeuwige liefde uit de zon.
Hoofdstuk 7: De oertijd van aarde en maan. De schepping van Adam en Eva - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Jij echter bent vrij als een engel van het licht en je zult opgenomen worden, nadat eerst het beeld van de grote Komende in korte tijd geheel voltooid zal worden, maar waarvoor jij je eerst door je toenemende deemoed, liefde en vroomheid geheel geschikt en bekwaam moet maken, ondanks alle vervolgingen en mishandelingen die je nog zullen treffen van de zijde van je broers en zusters ter wille van de verheerlijking van Mijn " naam.
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En hij was getuige van Mijn geboorte en Mijn nieuwe schepping door het grootste van al Mijn werken, namelijk door het werk van de verlossing. En zo zal hij ook bewaard blijven tot aan het volledige nederdalen van Mijn heilige stad, hetgeen zojuist een aanvang heeft genomen. Aldaar zal hij ook geheel opgenomen worden als een trouwe poortwachter; want buiten Mijzelf kent niemand de slang zo door en door dan hij, die de mees te hinder van haar heeft ondervonden.
Hoofdstuk 25: De ontwikkeling van Kaïns geslacht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...