Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 19 van 84

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[8] Men moest hun harde wetten geven en als sanctie daarop bedreigen met de scherpste tijdelijke -en grimmigste eeuwige straffen, en de trouwe uitvoerder van de wetten slechts kleine aardse voordelen beloven, maar des te grotere eeuwige na de dood, -en dan zou men een echt mens zijn ten opzichte van al die ontelbare menselijke lastdieren! Als zijn opvolgers in staat waren het gepeupel in de nacht van het duistere bijgeloof te houden, zouden duizenden jaren ze daar houden; maar als zij daartoe niet in staat waren, zouden zij als bedriegers der mensheid binnen de kortste keren heel ellendig het hazenpad moeten kiezen!
Hoofdstuk 173: Gabi's beginselen als Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Als de geslachtsdaad een zonde in het lichaam is en ziel en geest verzwakt, waarom heb Ik dan de mens voor zijn voortplanting deze zondige handeling in het lichaam en in de ziel meegegeven? Had Ik niet op een zuiverder manier de voortplanting teweeg kunnen brengen?! Als deze daad van de voortplanting echter volgens Gods orde de enig juiste en mogelijke is, dan moet God die net zo goed kunnen uitvoeren als de mens! Waarom is de geslachtsdaad voor de mensen een zonde en voor God niet; of kan God onder bepaalde omstandigheden ook tegen Zijn orde zondigen? Maar hoe kan God zuivere liefde zijn als Hij ook schuldig zou zijn aan een zondige menselijke zwakheid?!
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] God als God kan onmogelijk tegen Zijn orde zondigen! Als Hij echter de menselijke natuur heeft aangenomen, is Zijn lichaam dan wel of niet tot zondigen in staat? Moet ook Hij tegen alle aanvechtingen van het lichaam strijden? Als Hij die heeft, wie Iaat ze dan over Hem komen? Is er nog een hogere en oudere God die deze jonge, die zich nu pas ontwikkelt, met allerlei moeilijke beproevingen versterkt en in de geest wedergeboren Iaat worden? Als deze jonge God nu als een mens zou zondigen, zou Hij dan ook net als de mens verworpen kunnen worden?
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Vriend en broeder, wat gaat jou het lichaam aan en wat daarin gebeurt?! Als Ik deze eigenschap niet aan het lichaam zou geven, zou een man dan ooit een vrouw nemen en in haar de levende, menselijke vrucht verwekken?!
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Edele, zwarthuidige vriend, wees daarom met je hele volk blij dat je zwart bent en dat je nog woont in de totaal onschuldige voorjaarshutten van het ware leven. Want juist daardoor zijn jullie nog wat de ware mens volgens de orde van de allerhoogste geest van God moet zijn! Blijf daarom echter ook steeds wat je nu bent, ook in je laatste nageslacht, dan zullen jullie nooit over nood en ellende van het menselijke leven te klagen hebben!"
Hoofdstuk 184: De zegen van de oerkultuur bij de eenvoudige mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Omdat wij van oorsprong heel eenvoudige mensen zijn, zijn wij ook veel gevoeliger voor allerlei bijzondere verschijnselen en indrukken. Zo kunnen wij bijvoorbeeld de zielen van gestorvenen zien, soms ook die, welke naar hun eigen zeggen nog nooit een lichaam hebben gehad. Deze natuurzielen kunnen ook gemakkelijk herkend worden omdat zij in staat zijn hun vorm plotseling te veranderen en zich in allerlei kleine wezens te splitsen, die zij weer samen kunnen voegen tot een menselijke vorm, een verschijnsel dat wij bij de zielen van gestorven broeders en zusters nog nooit ontdekt hebben.
Hoofdstuk 186: Oubratouvishar verlangt zekerheid over de plaats waar de Heer verblijft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zouden de oude Egyptenaren soms gelijk kunnen hebben met hun genealogie van de hoofdgoden? Uranus verwekte met Gaea een Kronos (Saturnus, Tijd), die zijn werken steeds weer vernielt. Zeus, als de wil van Kronos, wordt gered door de liefde, groeit in het verborgene op en wordt oppermachtig. De macht van Zeus brengt Uranus en Kronos voor eeuwig tot rust, heerst alleen en schept de mensen op de aarde, waarvoor hij echter door de voorbeschikking van het ontzettende, onnaspeurlijke Fatum*), (*(nood)lot) als oudste oergodheid, ook geplaagd wordt met veel menselijke zwakheden. Het Fatum schijnt de onbekende grote god te zijn; maar nu, in zekere zin moe van het regeren, heeft hij onzichtbaar en zonder dat iemand dit weet een goddelijke vonk in een zuiver meisje gelegd en in een verjongde versie heeft hij nu in deze ene zoon voor een regeringsopvolger gezorgd en die staat nu voor ons en doet zijn eerste pogingen om als god te regeren!
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] In alle andere gevallen moeten jullie de dwalende mensheid vriendelijk onderwijzen. Richt zij zich daarnaar, dan is alles in orde; richt zij zich daar niet naar, dan kunnen jullie je boog wat strakker spannen! Helpt ook dat niet, sluit dan zulke eigenzinnigen op in een opvoedingstehuis en laat ze vasten en indien nodig ook tuchtigen met roeden, want bij een juiste en goede opvoeding mag de roede niet ontbreken! Ook wij, jullie geheime opvoeders, bedienen ons daarvan bij mensen die eigenzinnig en erg halsstarrig zijn. Dus bewaar ook deze leer en pas hem toe waar dat nodig is, dan zullen jullie je temidden van mensen bevinden, anders alleen maar temidden van allerlei wilde dieren, die menselijke maskers dragen!"
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Ik vroeg je zoëven of jullie honger en dorst hadden, en dat vroeg Ik je daarom, omdat Ik maar al te goed zie dat jullie allemaal erge honger en dorst hebben, want de dag is al ruim vier uur oud en jullie hebben sinds gistermiddag niets gegeten of gedronken, want melk konden jullie op het schip niet krijgen en het water was reeds bedorven en dus slecht. Daarom is nu Mijn eerste zorg dat jullie lichamelijk gesterkt zullen worden, want anders zouden jullie niet die rust kunnen bezitten die noodzakelijk is om vervolgens het heilige voedsel des te duurzamer in je op te nemen. Want iemand, van wie je al op een afstand kunt zien dat hij honger en dorst heeft, een evangelie te willen prediken voor men hem verzadigd heeft, zou de bekroning zijn van menselijke, egoïstische dwaasheid! Daarom moeten ook jullie eerst lichamelijk verzorgd zijn; pas daarna zullen wij ons bezig houden met het evangelie!
Hoofdstuk 189: Oubratouvishar beschrijft zijn vaderland Nubië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Onze pikzwarte huid is in veel opzichten wel een heel zware last voor ons, want in de eerste plaats trekt deze, zoals wij veelvuldig ervaren hebben, de hitte veel meer aan dan een wat lichtere kleur, en in de tweede plaats zijn wij altijd afschrikwekkend lelijk vergeleken bij uw witte gestalte. Hoe mooi is bijvoorbeeld de hemelse gedaante van het hier aanwezige meisje, en hoe lelijk daarentegen die van een meisje bij ons! Wij zien en voelen dat, en toch kunnen wij ons geen andere kleur geven! Wat heeft u een prachtig haar, en wat een lelijk, verward, zwart, kort, wollig haar hebben wij om ons hoofd te sieren! Maar wij morren niet en zijn tevreden met alles wat U, o Heer en Meester, voor ons bestemd heeft!
Hoofdstuk 189: Oubratouvishar beschrijft zijn vaderland Nubië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] De AANVOERDER zegt: "Broeders en zusters, wij geloven het, omdat wij nu oog - en oorgetuigen zijn van wat hier voor ons is en bestaat! Alle menselijke wijsheid, alle denkvermogen en zelfs het zuiverste en nuchterste verstand kan niet begrijpen dat het ooit mogelijk zou zijn om ook maar te denken aan wat hier is en wat zich hier ophoudt.
Hoofdstuk 192: Over het wezenlijke van Isis en Osiris. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar hun minder vrije wil is veel sterker dan jullie volledig vrije! Wat de zwarten eenmaal willen, zetten zij ook door - ook al moesten zij daarvoor bergen verzetten! In het verloop van deze dag zullen zij nog wel een paar bewijzen van hun standvastige wil laten zien waarover jullie je zult verwonderen! Dat zij echter in al hun doen en laten onveranderlijker zijn dan jullie, als nakomelingen van Seth, bewijst en toont reeds hun gestalte.
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Hier op deze parel zien jullie het half menselijke en half dierlijke beeld. Het was hol, en van binnen kon een mens via een wenteltrap in de kop komen en door de mond van het beeld, die naar beneden toe trechtervormig was uitgehold, heel luid en goed verstaanbaar spreken, en door die luide stem leek het dan ook of het kolossale beeld werkelijk sprak.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] IK zeg: "Dat hoeft niet! Jullie hebben jullie wonder al gedaan en meer verlangde Ik immers niet van jullie; dat zal Ik wel in orde brengen! Omdat deze heuvel nu echter bevrijd is van zijn boosaardige bewoners, zullen wij hem bestijgen en dan zullen jullie voor ons nog enige proeven van jullie menselijke bekwaamheid afleggen!"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] In het organisme van het menselijke lichaam bestaat een zeer geordende selectiviteit en een verscheidenheid die jullie nauwelijks voor mogelijk houden. Om de organische bouw van het menselijk lichaam te begrijpen en ieder kleinste atoom te kennen en goed de reden te weten van het 'Zo en niet anders!', moet men eerst geestelijk volmaakt zijn.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...