Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1614 resultaten - Pagina 19 van 108

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[6] Als het water in de zee de diepst mogelijke bedding heeft bereikt, treedt er voor wat betreft het verder stromen wel een rust in, -maar op zichzelf blijft het toch altijd een vloeibaar lichaam; en als er een stormwind over het wijde oppervlak waait, brengt dat de overigens rustige oppervlakte van het water in een golvende beweging, en dit golven van het water is op zichzelf weer niets anders dan een streven naar rust van het vloeibare waterlichaam. Maar omdat niets anders zo'n drang naar rust heeft als het water, kan het ook het gemakkelijkst en snelst uit het evenwicht van zijn rust gebracht worden.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Ja, mensen die slechts laf en bang zijn, zullen zich altijd meer naar de wereld richten dan naar de heilige waarheid uit de mond van de enig ware God; want de wereld heeft immers ook tijdelijke voordelen en goud, zilver en edelstenen! Voor dat vuil laten de zwakke mensen Gods water over Gods akker lopen, want Hij Iaat voor hen geen goud en geen zilver uit de wolken regenen. Maar ik heb nu het zuiverste goud uit de ware hemelen van God Ieren kennen, en veracht daarom reeds nu uit de diepste grond van mijn leven dit verleidelijke vuil der aarde! Almachtige Heer der eeuwigheid, straf mij nu als er één woord onwaar is van wat ik nu heb gezegd!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[23] Het terugvallen van zulke bollen, die van zeer verschillende grootte kunnen zijn, duurt vaak dagen, weken, maanden en bij grotere vaak vele jaren, al naar gelang zij meer of minder ver van de zon verwijderd naar buiten geslingerd zijn. Wel, sommige vallen op de bergen en rotsen van de zon en slaan te pletter, maar vele vallen er in de grote wateren, blijven onbeschadigd en worden gemakkelijk door de mensen van de zonnewereld opgevist. Want de zonnemensen kunnen heel gemakkelijk vaak urenlang onder water blijven en op de bodem van de zee werken zoals op het droge land, en dat des te gemakkelijker omdat zij behalve die haast amfibieachtige eigenschap nog bijzonder doelmatige duikinstrumenten bezitten.
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Hoe hoger een leven eenmaal gepotentieerd is, des te krachtiger, machtiger en zwaarder is het, en al het leven dat nog op een heel lage trap staat, kan zich tegenover een veel hoger leven niet staande houden, tenzij er een zekere afstand is. Wat is een mug tegenover een olifant, wat een vlieg ten opzichte van een leeuw?! Wat is een heel teer mosschimmelplantje tegenover een honderden jaren oude ceder op de Libanon, wat is deze aarde vergeleken bij de grote zon?! Wat is een druppel water bij een machtig vuur?! -Als iemand van jullie op een olifant stapt, zal de olifant daar helemaal niets van merken; maar gaat iemand van jullie op een mier staan dan is het met haar natuurlijke leven helemaal gedaan.
Hoofdstuk 90: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Het water moet, weliswaar als een element dat nog zeer ondergeschikt is maar reeds boven ether en lucht staat, nu al een zeer veelzijdige, dienende functie gaan vervullen voor de hoger staande processen ter concentratie van het leven. Het moet vooreerst het leven dat vrijwel of geheel in de grove materie tot steen is verhard, week maken en voor opname en doorzending in zichzelf, dat wil zeggen in het waterelement, opnemen; dat is het eerste dienen.
Hoofdstuk 94: De ontwikkeling van het ziele-leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Vervolgens moet het zijn levensgeesten of in zekere zin zijn geestelijke substantiële deeltjes afgeven aan de planten. Als de deeltjes zich in de planten langzaam maar zeker steeds meer ontwikkeld hebben tot vormen met een bepaalde intelligentie, dan worden zij weer door het water en de vochtige lucht opgenomen, en het water moet hun materiaal voor nieuwe en vrijere levensvormen verschaffen. Het water blijft zo dus nog steeds dienstbaar in zijn eigen sfeer, hoewel er uit dit water per uur myriaden maal myriaden kleine intelligentiedeeltjes van het zieleleven vrijkomen en steeds meer zelfstandig worden.
Hoofdstuk 94: De ontwikkeling van het ziele-leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Maar het plantenleven moet in tweede instantie een aantal diensten aanvaarden en verrichten die reeds meer gecompliceerd zijn. De diensten van het water zijn nog heel eenvoudig, terwijl de diensten van de planten voor de verdere bevordering van het leven reeds bij het bekijken van de eenvoudigste plant al erg ingewikkeld blijken te zijn.
Hoofdstuk 94: De ontwikkeling van het ziele-leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Het net is een noodzakelijk middel om vissen te vangen, maar wie zal het in het water dompelen om er geen vis mee te vangen, maar het net als zodanig er weer uit halen, dit dan op het vuur roosteren en als voedsel gebruiken?! Het net is daarom alleen maar nodig voor het vangen van de vissen; en als men daarmee de vissen uit het water heeft gehaald en deze in de voorraadkamer heeft gebracht, legt men het net weg en men gebruikt datgene, wat men ermee verkregen heeft.
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar daarom kan ook slechts een ziel op deze aarde geïncarneerd worden, als deze afkomstig is van een zon waar zich nog alle oerelementen bijeen bevinden en waar zij reeds een lichamelijk bestaan heeft doorlopen en zodoende al die specifieke ziele-intelligentiedeeltjes in zich heeft die voor het voltooien van de hoogste vorm van geestelijk leven nodig zijn, -óf als deze direkt afkomstig is van deze aarde en voordien alle drie de zogenoemde natuurrijken heeft doorlopen, vanaf de grofste steen materie door alle mineraallagen, vandaar door de totale plantenwereld, en tenslotte door de gehele dierenwereld in het water, op de aarde en in de lucht.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daardoor werd echter het eigenlijke zwaartepunt van deze ronde klomp steeds meer naar die kant verschoven waar zich voortdurend alle vloeistof bevond, en zo moest in de loop van de tijd de te langzame eigen asrotatie tenslotte geheel ophouden toen door het vaster worden van de klomp het water niet meer zo snel door kon sijpelen en de meegenomen golven tegen de ontstane hoge bergwanden te veel braken en weerstand ondervonden. De gehele klomp begon toen de aarde, die hem uitworpen had, slechts één en hetzelfde gezicht te laten zien.
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Iedereen die van nu af aan in Mijn naam gedoopt wordt met het levende water van Mijn liefde en met de geest van Mijn leer en in de kracht.en de daad van Mijn naam, is voor eeuwig verlost van de oude erfzonde, en zijn lichaam zal daardoor niet langer een oude, moordkuil van de zonde zijn, maar een tempel van de heilige geest.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Maar Ik voeg het volgende daaraan toe: "Voor degene die niet gelooft en niet in en door Mijn naam en Mijn woord gedoopt wordt met water en geest, zal alles bij het oude blijven! Zij zullen aan gene zijde niet in Mijn rijk komen en Mij aanschouwen, maar zij zullen aan de buitenste grenzen van Mijn rijk blijven, waar veel duisternis en nacht zal zijn en veel gehuil en tandengeknars. En het zuivere levenslicht van de hemel zal hen slechts bereiken zoals het licht van een kleine vaste ster tot deze aarde doordringt, en zij zullen van Mijn ware levenshemelen evenveel weten als de mensen hier nu van het uiterlijk van de vaste sterren en wat zich daarop bevindt. En ook al denken de mensen dag en nacht gedurende duizendmaal duizend eeuwen erover na wat die glanzende punten daar boven zijn, dan zullen zij na deze lange tijdsduur evenveel weten als nu. Wel zullen er in de loop der tijd mensen komen die apparaten uitvinden om ver verwijderde voorwerpen zo te kunnen zien alsof zij vlak bij staan; maar met de vaste sterren zullen zij dat nooit bereiken, omdat deze veel te ver van de aarde af staan.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wie zich dus met water laat dopen met het ernstige voornemen zich te verbeteren, begaat daarmee geen fout; alleen moet hij niet geloven dat het water zijn hart zal reinigen en zijn ziel zal sterken. Dat gebeurt slechts door de eigen, geheel vrije wil; het water is slechts een teken dat aangeeft dat de wil, die het levende water is van de geest, nu de ziel op gelijke wijze van de zonden heeft gereinigd zoals het natuurlijke water het hoofd en het overige lichaam reinigt van stof en andersoortig vuil.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen Johannes doopte, brachten zij hem en ook zijn leerlingen kinderen om te dopen en hij doopte hen ook als er zich voor het kind gewetensvolle plaatsvervangers aandienden, die heilig beloofden voor de geestelijke opvoeding alle zorg te dragen. Wel, in dat geval kan een kind ook wel vanwege de naam met water gedoopt worden; maar de doop heiligt de ziel en het lichaam van het kind niet langer dan tot het kind tot de ware kennis van God en zichzelf, en tot het gebruik van de vrije wil komt. Tot die tijd moet de plaatsvervanger zeer gewetensvol ervoor zorgen dat het kind in alles wat ter verkrijging van de ware heiliging nodig is, ruimschoots voorzien wordt, -omdat anders de ziel van de plaatsvervanger alle verantwoording op zich geladen krijgt.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Het is daarom beter de waterdoop pas dan te laten verrichten als een mens zelf in staat is alle voorwaarden tot heiliging van zijn ziel en zijn lichaam vanuit eigen inzicht en uit vrijwillige zelfbeschikking te vervullen. Overigens is de waterdoop voor de heiliging van de ziel en het lichaam helemaal niet nodig, maar alleen het inzicht en het handelen naar de juiste kennis van de waarheid uit God. Als er echter met water gedoopt wordt, hoeft dat niet speciaal met Jordaanwater te gebeuren vanwege het feit dat Johannes in de Jordaan gedoopt heeft, maar dan is ieder vers water daarvoor goed, bronwater echter toch beter dan putwater, omdat het voor de lichamelijke gezondheid bevorderlijker is dan het minder schone water uit de regenput.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...