Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1563 resultaten - Pagina 19 van 105

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[4] Luister! Het gebeurde tegen het einde van de herfst. De toppen van de hoge bergen waren in nevels gehuld en een beslist niet vriendelijke noordenwind liet de dorre bladeren van de bomen door de lucht dwarrelen; alleen in het oosten waren nog een paar plaatsen waar de lieflijke sterren droevig naar de aarde leken te kijken. Ik en mijn vader, die een grote vriend van de natuur was, ook als deze onvriendelijke dingen deed, hadden dit natuurtafereel tot ongeveer middernacht in ons opgenomen. Toen wij echter aanstalten maakten het huis binnen te gaan en daarin onze legerstede op te zoeken, ontdekten wij iemand die met haastige stappen, met in zijn hand een lantaarn gemaakt van een schapeblaas, rechtstreeks op ons huis afkwam, en het duurde nog geen paar tellen of een tamelijk bedroefde, nog erg jonge man stond voor ons.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Terwijl wij in gedachten verzonken zwijgend onze weg gingen, verdwenen de nevels in het oosten geheel, en het werd lichter en lichter, -na ongeveer een kwartier werd het zelfs zo licht als ongeveer een half uur voor zonsopgang. Dat wekte onze belangstelling dermate, dat wij ondanks alle haast toch moesten blijven staan om te zien waar dit vreemde lichter en lichter worden toch wel vandaan kwam.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Daar naar het oosten zie je hoge bergketens die erg dicht bebost zijn. Ga er met tien maal honderdduizend mensen heen, leg vuur aan en verbrand al die bossen, dan zullen de bergen helemaal kaal zijn! Wat zal dat echter tot gevolg hebben? De vele daardoor werkloos en naakt geworden natuurgeesten zullen dan in de vrije lucht beginnen te woeden en te razen. Ontelbare bliksems, wolkbreuken van de verschrikkelijkste aard en voortdurende hagelbuien zullen daarop de gehele wijde omgeving vernietigen. Dat is allemaal een heel natuurlijk gevolg van het vernielen van die bossen. Zeg eens, of ook daar weer sprake is van Gods toorn en Zijn wraak!
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Als de mensen zoveel mogelijk volgens de gegeven orde zouden leven, zouden zij dat alles niet hoeven te verwachten. De jaren zouden als parels aan een snoer elkaar opvolgen, het ene net zo gezegend als het andere. Het bewoonbare deel van de aarde zou nooit door te grote koude of te grote hitte geplaagd worden. Maar wanneer de slimme en bijzonder intelligente mensen uit zichzelf allerlei ondernemen wat ver boven hun eigen behoefte uitstijgt, wanneer zij op aarde te grote bouwwerken en te overdreven verbeteringen uitvoeren, hele bergen afgraven om heerwegen aan te leggen, als zij vele honderdduizenden hectaren met de mooiste bossen vernietigen, als zij terwille van goud en zilver te diepe gaten in de bergen slaan, als zij tenslotte zelf onder elkaar in voortdurende twist en onenigheid leven, terwijl zij toch altijd door een groot aantal intelligente natuurgeesten omringd zijn die zowel voor het weer, als de zuiverheid en gezondheid van de lucht, het water en de bodem zorgen, is het dan te verwonderen dat deze aarde steeds meer geteisterd wordt door ontelbare kwalen allerlei aard?!
Hoofdstuk 144: Het ontstaan van rampen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Daar voor ons staat nog de geneeskrachtige plant en daar wat verder naar voren de uiterst schadelijke, vergiftige plant! Voeden beide zich niet met hetzelfde water, met precies dezelfde lucht en met hetzelfde licht en dezelfde warmte? En toch zit deze plant vol geneeskracht en de andere vol dodelijk gif!
Hoofdstuk 144: Het ontstaan van rampen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar omdat deze natuurgeesten niet alleen met de mens, maar ook met de dieren, de planten, het water en de lucht in voortdurend conflict staan, geven zij ook steeds veel aanleiding tot allerlei strijd, wrijving en onnodige beweging in de lucht, in het water, in de aarde, in het vuur en in de dieren.
Hoofdstuk 145: De invloed van het kwade op het goede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Hoe kan nu één vonkje zonlicht alle duisternis verjagen en waarom is het zonder die vonk eigenlijk donker? De lucht bestaat immers in de allerdonkerste nacht uit dezelfde geesten als op klaarlichte dag!
Hoofdstuk 146: Het wonderbare heelkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar hoe heftiger tijdens een onweer de bliksems na elkaar volgen en lichten, des te kouder wordt de lucht meteen daarop, -wat allemaal het gevolg is van het weer in de ruststand terugkeren van de opgewonden natuurgeesten die daartoe natuurlijk door de machtige vredesgeesten gedwongen worden. Daarom werd het ook bij het verdwijnen van jouw grote, machtige lichtverschijnsel om dezelfde reden koel en behoorlijk koud. -Is je dat nu ook duidelijk?"
Hoofdstuk 147: De oorzaak van warmte en koude. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Tijdens deze woorden kreeg de vroegere aapmens steeds meer een echte menselijke vorm en na het einde van de toespraak werd deze vervolmaakt tot een heel lieftallige mensenvorm, gekleed in een lichtgrijs plooiend gewaad, dat als uit de lucht kwam vallen. Naast hem lag nog iets dat in een doek gewikkeld was. De nu heel aanvallige knaap maakte het los en haalde een lang, donkergrijs hemd te voorschijn en zei: ' Aha, dit is een gewaad voor u; sta me toe dat ik het u aantrek!'
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Mathaël:) "Dat waren de twee getuigenissen die ik heb meegemaakt. Wat er verder met beiden in het rijk der geesten gebeurd is, weet ik echt niet; ook begrijp ik, ondanks Uw eerdere uitleggingen, zeker nog lang niet wat bij de uit de boom gevallen knaap de beide vleermuizen, die later samensmolten tot een apengestalte, te betekenen hebben, en hoe en waarom tenslotte de ziel van de zelfmoordenaar op de oppervlakte van het water voor mij zichtbaar werd als een geraamte van een dode, waar haast geen leven in zat. Waar kwamen die tien zwarte eenden vandaan en waarom vielen zij het geraamte lastig? Hoe kon de ziel van de knaap, die nog steeds de vorm van een aap had, de tien nare vogels de baas worden? Wat is de betekenis van de kleding, waar kwam die vandaan, en welke invloed had die als zodanig op de beide verschillende zielen?
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar IK zei: "Het is goed dat ook deze zaak is afgehandeld! Cyrenius, de bolletjes die jou beloofd waren, hebben hun plaats gevonden; maak er nooit in het openbaar gebruik van en pronk er nooit mee, ook niet tegenover je naaste verwanten! Als je wilt profeteren, leg dan de doos op de plaats van je maagholte, dan zul je helderziend zijn; maar niemand mag verder weten dat jij door het bezit van deze stenen profetische gaven krijgt! Het volk moet de profetie horen en zich daarnaar richten, maar het mag nooit weten waar deze vandaan komt! Mocht je ooit iets over een steen der wijzen gehoord hebben, dan heb je die nu hier in de vorm van deze zeven bolletjes; maar alleen voor jou en verder niemand!"
Hoofdstuk 153: Over de steen der wijzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen lachte de dokter en hij zoog de uitgeademde lucht met vreugde en gretig naar binnen om de mooie weduwe te tonen hoe weinig hij gaf om haar zogenaamde giftige adem, omdat hij ervan overtuigd was dat daar niets mee aan de hand was. Het mooiste aan het geheel was echter dat de weduwe er zelf niet in het minst in geloofde, maar zich alleen maar van deze bedreiging bediende omdat de mensen dat gerucht verspreidden en zich daarom niemand dicht in haar buurt waagde.
Hoofdstuk 154: De weduwe en haar giftige sfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Deze serieuze vaststelling van de onschuld van de weduwe stelde de arme vrouw zo gerust dat de blauwe nevel boven haar helemaal verdween, hetgeen ik dadelijk tegen mijn vader zei, wat hem veel genoegen deed, en hij zond onmiddellijk mensen naar de Horeb voor de genoemde slangen. Daar bevonden zich een aantal van de beste slangenvangers en -bezweerders, en binnen enkele dagen werd een aantal slangen van beide soorten aangevoerd. Deze slangen waren natuurlijk reeds onthoofd en goed in leem geconserveerd opdat zij, goed afgesloten van de lucht, niet meteen konden ontbinden; want er was daar een soort vette, gele leem, waarin een lijk honderd jaar lang niet ontbindt.
Hoofdstuk 155: Slangengif als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Vooral zijn scheppingsgeschiedenis is erg duister! Er staat bijvoorbeeld: 'Laat ons naar ons beeld mensen maken die zullen heersen over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht, over het vee en over de gehele aarde en over het gedierte dat op de aarde kruipt! ' En God schiep de mens naar Zijn beeld, naar Gods beeld schiep Hij hem; en hij schiep een mannetje en een vrouwtje. En God zegende hen en sprak tot hen: 'Wees vruchtbaar en vermeerder je en vul de aarde en onderwerp haar aan je, en heers over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht en over al het gedierte dat op de aarde kruipt! ' En God sprak: 'Kijk, ik heb jullie allerlei kruiden gegeven die zich op de gehele aarde uitzaaien, en allerlei vruchtbare bomen, die zich uitzaaien om jullie te voeden, en al het gedierte en alle vogels in de lucht en al het kruipend gedierte dat leeft op aarde, om allerlei groen te eten! ' En zo geschiedde het. En God zag alles wat Hij gemaakt had en zie, het was allemaal zeer goed! En uit de avond en de morgen ontstond de zesde dag.'
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Zo lijken in de eerste teksten de gehele aarde en het eerste mensenpaar in hoge mate gezegend! Maar in de latere teksten ziet alles er meteen anders uit: De aarde heeft slechts een bewoonbare tuin, die weliswaar behoorlijk groot moest zijn, want in het midden ervan ontspringen maar liefst vier van de grootste rivieren van Azië. Daar werd door God de eerste man alleen uit leem gemaakt en hem daarna een levende ziel door de neusgaten ingeademd; hij zag de bomen en kruiden, de vissen in de zee, de vogels in de lucht en al het gedierte dat op aarde rondkruipt en -loopt en gaf daaraan namen.
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...