Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

283 resultaten - Pagina 19 van 19

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19
[25] Deze schrik of de aanblik van het Licht nu stijgt op in de wrange kwali­teit. Deze schrik of bliksem stijgt in alle kwaliteiten op, evenals in het bovengenoemde rad, dat zich omwentelt. Het Licht gaat schijnen temidden der zeven Oergeesten en zij verheugen zich in het Licht. En wanneer de geesten vol Licht in elkander werken en opstijgen, wordt het leven ge­boren, want allen geven zij elkander van hun eigenschappen. De ene geest voelt en proeft de anderen, de ene toont de anderen, en de klank stijgt op naar het hart; dan opent zich het vreugderijk van de Zoon van God en alle zeven geesten zegevieren en verheugen zich in het hart van God; een ieder naar zijn eigen hoedanigheid. Zoals een zure en groene appel door de zon smakelijk gemaakt wordt, zodat zij heerlijk is om te eten en men proeft haar goede kwaliteiten, zo ook behoudt de Godheid haar eigenschappen, maar er is in de Godheid een stille werking, als een lieflijk spel. Wanneer echter de eigenschappen zich zouden verheffen, zo zou, evenals in Lucifer, het vuur in hen worden ontstoken.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] De zielegeest is veel subtieler en onbegrijpelijker dan het lichaam of de zeven Oergeesten, die het lichaam vormen en bestendigen; want hij gaat uit van de zeven geesten, zoals God de Heilige Geest uitgaat van den Vader en den Zoon. De zeven Oergeesten ontvangen hun lichaam uit de natuur, d.w.z. uit de zevende oergeest in de goddelijke kracht, welke ik in dit boek de Salniter Gods of de “begrijpelijkheid” noem, waarbinnen zich de Hemelse beschrijvingen voltrekken. Dat is een geest, zoals al de zeven geesten, met dit verschil, dat de zes anderen onbegrijpelijk zijn, dewijl de goddelijke kracht juist in die zevende oergeest zich openbaart, hetgeen voor de schepselen verborgen en onbegrijpelijk is. De ziele-geest ontstaat in het hart uit de zeven Oergeesten naar de aard en de wijze, waarop de Zoon Gods geboren wordt en hij behoudt zijn plaats in het hart en vangt van daaruit in de goddelijke kracht zijn werking aan, zoals de Heilige Geest werkt en uitgaat van den Vader en den Zoon; hij heeft dezelfde hoedanigheid als God de Heilige Geest.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Hoewel God een eeuwige, almachtige regeerder is, die niemand weerstaan kan, zo heeft de natuur toch een wondervoile heerschappij ontvangen, welke voor de tijden des toorns niet geweest is. Want de zes Oergeesten hebben de zevende natuurgeest in deze wereld vol liefde doen geboren worden, evenals het thans in de Hemel geschiedt en geen vonk van toorn was er aanwezig. Alles is zeer licht geweest en geen ander licht was er nodig, want de oerbron van het Goddelijk Hart heeft alles verlicht en was in alles en deze was onuitblusbaar en heeft zonder ophouden geschenen; de natuur was lieflijk en schoon. Zodra echter de strijd in de natuur met de trotse duivelen een aanvang nam, zo heeft in de zevende natuurgeest, in het gebied van Lucifer, welk gebied de plaats van deze wereld is, alleen een andere gestalte en een andere werking bekomen. De uiterlijke mens begrijpt deze dingen niet; slechts door het licht, dat in het hart gebroken wordt, is het te verstaan.
Hoofdstuk 17: Over de droevige en ellendige toestand der verdorven natuur en de oorsprong der vier elementen, in de plaats van de Heilige Godsregering. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] Wanneer alle bomen schrijvers waren, en alle takken schrijfpennen, alle bergen boeken en alle gewassen inkt, zo zouden zij allen tezamen de jammer en de ellende niet kunnen beschrijven, die Lucifer met zijn Engelen heeft teweeg gebracht. Want hij heeft van het huis des Lichts een huis der duisternis gemaakt en van het huis des vreugden een huis der treurigheid; van het huis der lusten en der verkwikking een huis van honger en dorst. Van het huis der zachtmoedigheid een gestadig onweer en een bliksemen. Van het huis des vredes een eeuwigdurend jammer- en tranenhuis; van het huis der lachenden een huis vol schrik en beven. Hij heeft van het licht en de weldadigheid een eeuwige en helse pijn gemaakt. Van de lieflijke spijzen maakte hij gruwelen en onwelriekendheid, welke een gruwel was voor elke vrucht. Van het huis van de cederen van de Libanon maakte hij een steenachtig, rotsachtig huis des vuurs. Van de zoete reuk maakte hij stank. Hij veroorzaakte eenzaamheid en vernieti­ging, het einde van alle goeds, van het goddelijk lichaam maakte hij een duistere, zwarte, koude, verhitte, zich zelf verslindende en toch niet verterende duivel, welke de vijand is van God en Zijne Engelen en het ganse heir der Hemelen is tegen hem gekeerd. De geleerden hebben veel geredeneerd, gevraagd en nagedacht over de boosheid, die in alle schepselen aanwezig is. Ook in de dierenwereld zijn er giftige en boze dieren, wormen en ge­wassen. Hierdoor ontstaat bij sommige geleerden verwondering en zij zijn tot de slotsom gekomen, dat God het boze gewild heeft, dewijl hij zoveel kwaads geschapen heeft. Sommigen hebben aan de val des mensen de schuld gegeven; anderen aan de werking van de duivel. Dewijl echter alle schepselen en alle gewassen geschapen werden vóór de mens geschapen werd, zo moogt ge de mens niet hiervan de schuld geven, want de mens heeft niet het dierlijke lichaam ontvangen bij de schepping, maar zijn lichaam is eerst geworden zoals het is, bij zijn val. Zo heeft ook de mens niet de boosheid en het vergif in de dieren, de vogels, de wormen en de stenen gebracht, want hij had niet zulk een lichaam; wanneer hij de boosheid in de schepping veroorzaakt had, zo zou hij in eeuwigheid geen genade vinden. De arme mens heeft niet de vooropgezette bedoeling gehad te vallen in de zonde; neen, de duivel heeft hem aangestoken met zijn vergif. Dit zult ge alhier beschreven vinden, niet met de bedoeling, iemand te honen, maar uit liefde en tot een deemoedige lering, die ik uit de afgrond van mijn geest heb opgedolven. Tot een gewisse troost voor de arme, kranke, oude Adam, die thans zijn laatste reis aanvaarden moet. Want in Christus zijn wij allen als één lichaam. Daarom ook wil deze Geest van harte gaarne, dat zijn medeleden gelaafd zullen worden met een dronk van de edele wijn Gods, alvorens zij hun reis aanvaarden, opdat zij standvastig zijn in de grote strijd tegen de duivel, en de zege kunnen erlangen. Opdat de overwinning des duivels in deze wereld te niet worde gedaan en de grote naam des Heren geheiligd moge worden. Toen koning Lucifer met zijn Engelen zo volheerlijk, schoon en goddelijk was geschapen, als een Cherubijn en een koning in God, zo liet hij zich verblinden door zijn schone, edele gestalte, toen hij zag welk een heerlijke en schone geest er in hem woonde. Toen dachten zijn zeven Oergeesten dat zij zich konden verheffen en ontsteken. Zij meenden ook schoon, heerlik en machtig te zijn, zoals de ziele-geest. Daarmede wilden zij in hun ganse gebied met eigen kracht en macht heersen als een nieuwe God.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[46] Hier hebt ge nu een korte en waarachtige inleiding van liet “Woord”, hetgeen God heeft gesproken, volgens het inzicht des Geestes juist be­schreven en naar de mate van mijn gaven medegedeeld. Nu is de vraag: Wat heeft God gesproken? Hij sprak: “Er zij licht en er was licht.” Het licht is uit de innerlijke geboorte naar buiten getreden en heeft de uiterlijke geboorte lichtend gemaakt. Daardoor heeft de uiterlijke geboorte een natuurlik, eigen licht gekregen. Ge moet niet denken, dat het licht der zon en der natuur hetzelfde is als het Hart Gods, dat in het verborgene, licht uitstraalt. Neen, ge zult het licht der natuur niet aanbidden, want het is niet het Hart Gods, maar een licht, hetwelk ont­staat door de vetheid van het zoete water en door de werking der andere geesten in de derde geboorte en daaraan zijn kracht ontleent. Deze derde geboorte noemt men niet “God”, hoewel zij in God en uit God is. Toch is het licht der natuur een werktuig Gods. En God is ook niet van de natuur gescheiden, neen, zij beiden zijn als één lichaam en één ziel. De natuur is het lichaam; het Goddelijk Hart is de Ziel. Nu zou iemand kunnen vragen: welk licht is het dan geweest, dat ont­stoken werd? Zijn het de zon en de sterren geweest? Neen, de zon en de sterren zijn eerst uit datzelfde licht geschapen geworden op de vierde dag. Het is een licht, dat opgegaan is in de zeven geesten der natuur, het heeft geen eigen verblijfplaats gehad, maar het heeft overal geschenen, maar niet zo helder als de zon, maar zoals het blauw des Hemels, en van een lichtsterkte, overeenkomstig de hoedanigheid der Oergeesten, totdat hierna de eigenlijke schepping en ontsteking van het vuur, in het water in de geest der wrangheid, der zuurheid, met de zon gevolgd is.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[35] Daarom spreekt ook Christus: “Mijne schapen zijn in mijn hand en nie­mand zal ze uit Mijne hand rukken. (Joh. 1O). Zo ziet ge ook, dat ge, voor zover ge in boosheid leeft, ge in de hel leeft bij alle duivelen. Wan­neer uwe ogen slechts geopend waren, zo zoudt ge wonderen zien; maar ge vertoeft tussen Hemel en aarde en kunt niet zien. Ge wandelt op een smalle weg. Er zijn vele mensen, die menigmaal des Hemels en der helle poorten gekend hebben. Zij hebben aangetoond, hoe menig mens met een levend lichaam in de hel woont. Hen heeft men zeer bespot maar ten onrechte, want dit bestaat inderdaad. Wat dit te zeggen heeft, wil ik uitvoerig te bestemder plaatse uiteen zetten. Dat het water nu twee verschillende geboorten, aanzichten heeft wil ik hier, uit de natuur zelf bewijzen, want de natuur is de wortel, de moeder van alle talen, die in deze wereld zijn en in haar voltrekt zich de openbaring aller dingen. Want toen Adam voor de eerste maal heeft gesproken, heeft hij alle schepselen naar hunne gezondheid en innerlijke werkwijze een eigen naam gegeven. Dit is de sprake der natuur, maar niet een ieder is dit ge­geven, want dit is een geheimenis, hetwelk mij door de genade Gods werd medegedeeld, door den Geest, die mij welgevallig was. - Het woord: water, wordt genoemd in het hart en sluit de tanden. De bittere kwali­teit wordt niet aangedaan en het woord verlaat de mond tussen de tanden door; de tong helpt den Geest en is er mee van één hoedanigheid en de Geest verlaat vol macht de mond, door de tanden. Wanneer echter de Geest grotendeels naar buiten is getreden, komt de Geest der wrang­heid en bitterheid en is van één gevoelen en werking met het woord. Hij blijft echter op zijn plaats en is duidelijk in de lettergreep te onder­kennen. Dat nu de Geest in het hart een aanvang neemt, buiten het hart treedt, de tanden sluit en met de tong door de tanden naar buiten treedt, wil zeggen, dat het Hart Gods vol beweging en leven is, Gods Geest het houdt omvangen; dit is het uitspansel des Hemels. Zoals de tanden zich op elkaar sluiten en de Geest naar buiten treedt tussen de tanden door, alzo gaat ook de Geest vanuit het hart in de siderische geboorte.
Hoofdstuk 20: Over de tweede dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] En zoals de tong daarbij gevormd wordt en van één willen is met den Geest, alzo vormt zich ook de ziel des mensen door en met den H.G. en kan daardoor mede de Hemel binnengaan en medezeggenschap hebben. Dat zij echter eerst later het zure en het bittere opwekt en dan zich tot een woord vormt, wil zeggen, dat wél alles is als één lichaam, maar dat toch de Hemel en de H. G. tezamen met het Goddelijk Hart één bepaalde plaats innemen, en de duivel, tezamen met de boosheid, noch de H.G., noch de Hemel kan begrijpen of ir, bezit nemen. De duivel vormt met zijn boosheid alles, in de uiterlijke geboorte; alleen wat in de stof is, zoals de wrange en bittere eigenschap zich tot woord vormt en daarmee van één hoedanigheid is. Dat echter de Geest in de aanvang, onbeperkt van de bittere en wrange kwaliteit zijn weg vindt, beduidt dat de poort Gods overal in deze wereld opgericht staat, waar de H.G. zijn werking uit­ oefent, en dat de Hemel overal geopend is, ook te midden van deze onze aarde. En de duivel kan in de Hemel niets begrijpen en niets waarnemen maar is als een morrend, grommend dier, dat eerst komt nadat de H. G. zich een tempel gebouwd heeft. De duivel is dit niet aangenaam; want hierdoor wordt zijn rijk bedreigd.
Hoofdstuk 20: Over de tweede dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] Ten eerste is daar de geest der wrangheid, der zuurheid; deze trekt in de siderische geboorte der zeven Oergeesten een bepaalde massa tezamen, doordat zij aansteking veroorzaakt boven de aarde. Door de scherpe koude wordt daarna weer verdroging veroorzaakt. Zoals deze geest der wrangheid het water tezamen voegt en ijs daaruit maakt, zo trekt hij ook het water in de aarde tezamen en maakt een droge massa daaruit. Dan is er de geest der bitterheid. Deze ontstaat in het vuur en is ook in de stof of de massa. Hij kan niet gebonden zijn, wanneer er ver­droging plaats vindt, maar hij komt in wrijving met de geest der wrangheid in de verdroogde massa, totdat hij het vuur heeft aangestoken. Wanneer dit geschiedt, zoo verschrikt de geest der bitterheid en zo komt hij in werking en blijft leven.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[41] Merk nu het volgende op: Toen nu de Godheid zich opmaakte om de schepping te volvoeren, zo gebeurde dat niet op deze wijze, dat een gedeelte in werking was en een ander gedeelte rustte, maar alles was tegelijk in de stof aanwezig; de ganse ruimte, de gehele diepte; alles, wat tot het rijk van Lucifer behoord had, als de Salniter zijn werking uitoefende. De volvoering der drie geboorten duurde zes dag- en zes nachtperioden, en in die tijd werkten alle zeven Goddelijke Geesten vol­ledig, alsook het hart der geesten, terwijl de Salniter der aarde zich in deze tijd twee maal omwentelde. Bij iedere omwenteling werd een be­paald gedeelte, corresponderende met de daarbij behorende Oergeesten tot aanzijn gebracht. De eerste oergeest nu is de wrange, koude, scherpe en harde en deze was de eerste dag in werking. De astrologen noemen dit het saturnale. Op deze dag zijn de aarde en de stenen geschapen; daarnevens het uitspansel des Hemels. De tweede dag wordt beschouwd door de astrologen, als de dag, waarop de zon werd geformeerd; toch moet volgens de astrologen Jupiter op die dag geschapen zijn. Want op deze tweede dag is het licht, uit het hart der zeven Oergeesten door de Hemel heengebroken en is milder geworden door het water, dat boven de aarde is. Het water des levens wordt, in het licht Gods, uit de dood geboren. En alzo is het licht Gods in het water des Hemels, door de duistere en wrange dood, heengebroken. Zo is de Hemel, het uitspansel, gemaakt te midden van de twee soorten water. Het licht des levens, hetwelk de klaarheid van Gods Zoon weer­spiegelt, openbaart zich in het water. Alzo openbaart zich ook het inzicht en het licht des levens bij de mensen, ja, het ganse Goddelijke Licht openbaart zich in deze wereld op een dergelijke wijze.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[42] Op de derde dag werd Mars tot aanzijn geroepen. Deze was een geest vol beweging, woede en bitterheid. Bij de derde aardeomwenteling heeft de bittere eigenschap met de wrange strijd gevoerd. Versta deze dingen goed. Als het licht in het zoete water, door de wrangheid heengedrongen was, ging de bliksem des vuurs op in de wrange, harde en dode eigenschap; deze heeft alles in beweging en tot leven gebracht, en daardoor is ook het leven en de beweging ontstaan. Ik spreek hier nu niet alleen over de aarde en het uitspansel, maar ook over de beweging en het leven, dat in de aarde, ja overal plaats greep. Dewijl echter de Hemelse vruchten, vóór de tijden des toorns slechts ont­stonden door de beweging der Oergeesten, en daardoor ook weer te niet gedaan werden, en veranderingen ondergaan hebben, zo zijn zij op de derde dag van de schepping der dingen ook door de werking van het vuur in de wrange eigenschap der aarde tot aanzijn gekomen. Al is nu het gehele Goddelijke Wezen in de aarde verborgen, zo is het daarom nog niet mogelijk, dat de aarde Hemelse vruchten heeft kunnen voort­brengen, want de geest der wrangheid heeft het zegel des doods ge­bracht, zodat het Goddelijk Hart verborgen blijft. De uiterlijke geboorte is de natuur en deze kan niet teruggrijpen naar het Goddelijk Hart, dat komt haar niet toe ook, zij is het lichaam, waarin de Oergeesten tot uiting komen en hun vruchten voortbrengen. Daarom ook is de aarde op de derde dag begonnen met het voortbrengen van gras, kruid, enz.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Begrijp deze hoge dingen goed! Iedere ster heeft haar bijzondere eigen­schap, hetgeen gij aan de bloeiende aarde kunt zien en de Schepper heeft het oude ontstoken lichaam daarom door middel van zo vele en velerlei krachten weer opgebouwd en levend gemaakt, opdat zich in dit oude leven in toorn, weer een nieuw leven zou openbaren. De Hemel werd afge­sloten opdat het nieuwe leven alle krachten en werking zou hebben, als het oude eenmaal vóór de tijd des toorns bezeten had, en opdat het met de zuivere Godheid buiten deze wereld van een zelfde kwaliteit zou zijn en met de Godheid buiten deze wereld één heilige God zou wezen. De nieuwe geboorte ten tijde van de schepping ware ook zo stralend schoon geweest, als de mens niet was verdorven en daardoor de gehele natuur, zodat God de akker moest vervloeken, waar de mens greep naar de vrucht van het oude lichaam, daar bleef voor hem de vrucht van het nieuwe lichaam in zijn Hemel verborgen, en de mens moet haar nu met het nieuwe lichaam aanschouwen en kan haar met het natuurlijke lichaam niet genieten. Ik zou er wel van willen eten, maar ik kan ze niet bereiken, want de Hemel is de afsluiting tussen het oude en het nieuwe lichaam, ik moet daarnaar blijven smachten, totdat ik in dat andere leven zal zijn, en nu mijn dierlijke lichaam de toornappel van moeder Eva te eten geven.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Saturnus, de koude, scherpe en strenge, zure heerser heeft zijn aanvang en afkomst niet van de zon, want hij heeft de kamer des doods in zijn macht en hij is uitdroger van alle krachten, waardoor de lichamelijkheid ontstaat. Zoals de zon is het hart van het leven en de oorsprong van alle geesten in het lichaam dezer wereld, zo is Saturnus,het begin van alle lichamelijkheid en tastbaarheid; in de macht van deze twee planeten staat het gehele lichaam dezer wereld en er is geen schepsel, of maaksel, of ander ding in deze wereld, dat niet afhankelijk is van deze twee machten. Saturnus vindt zijn oorsprong in de ernstige, zure en strenge angstig­heid van het gehele lichaam dezer wereld, want toen ten tijde van de ontsteking des toorns, het licht in de uiterlijke geboorte dezer wereld, de geboorte der natuur of bevattelijkheid, het opstijgen der geboorte uit alle Oergeesten, uitdoofde, toen stond de zure hoedanigheid in haar scherpste en strengste geboorte en trok de werking van alle Oergeesten geheel en al zuur en hevig tezamen.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[60] Daar echter in de diepte, dat is het hele wereldruim van den Vader, (hieronder is te verstaan 't hart van Gods lichaam, dat wil zeggen het stoffelijke Hart van God), het lichaam van de Vader en het hart in het gehele lichaam lichtte, als des Vaders Glans, daardoor was de bedorven Salniter overal met het licht of het hart van God verbonden en het hart van God kon daar ook niet uit vluchten, maar verborg zijn glans en schijn in het lichaam van de gehele voor de gruwelijke duivel ontstoken geesten. Toen dit gebeurde, werden de Oergeesten zonder uitzondering zeer grimmig en hevig strijdend; de wrange geest, als de sterkste, trok in de zevende natuurgeest de werking van de andere vijf vreselijk tezamen; hierdoor ontstonden de bittere aarde en de stenen; zij waren echter nog niet tezamen gedreven, maar zweefden in de gehele diepte.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19