Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30690 resultaten - Pagina 19 van 2047

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[28] (De bisschop antwoordt hierop:) '... Dat is allemaal letterlijk waar. Maar wat moet ik doen? Ik voel nu een diep berouw over alles wat ik heb gedaan; maar met al mijn berouw laat het gebeurde zich niet meer ongedaan maken en dus blijft ook de schuld en de zonde onveranderlijk bestaan. Hoe kan men als men gezondigd heeft genade van de Heer verkrijgen? Dat lijkt mij een volkomen onmogelijke zaak te zijn.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] Zie nu, onze bisschop richt zich al op, precies zoals hij geleefd heeft in vol bisschopsornaat en opent zijn ogen. Hij kijkt verbaasd om zich heen en ziet behalve zichzelf niemand, ook niet de engel die hem gewekt heeft. De omgeving is slechts zwak verlicht, te vergelijken met een vrij late avond­schemering. De grond lijkt op dor alpenmos.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Kijk, nu stijgt er een donkergrijs wolkje op! Het wolkje krijgt steeds meer vorm. -En kijk, daar zien we al een gedaan­te, die jullie stellig met niets soortgelijks op aarde kunnen vergelijken. Het hoofd lijkt op dat van een vleermuis, het lichaam lijkt op dat van een reusachtige sprinkhaan, de han­den zijn als ganzenpoten, en de voeten lijken op die van een ooievaar! -Hoe bevalt jullie deze mode nu, als vrucht van die wereldse mode? -De mode doet er echter niet zo erg veel toe; maar dat deze dwaze vrouw, bijna als een zelfmoordenares, misschien nooit de lichtgebieden van de hemel zal betreden, dat is iets anders!
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[8] Kijk eens naar het bed, hoe hij zich kromt en krimpt en naar lucht en water snakt; maar hij krijgt niets meer naar bin­nen, omdat al zijn slikspieren uitgedroogd zijn en niet meer in staat zijn om ook maar één druppel water naar zijn maag te brengen. Zijn adem is kort en heel pijnlijk, omdat de longen al vrijwel helemaal verdroogd zijn. Ook zijn stem is helemaal gebarsten; alleen korte, krachteloze halve woorden kan hij nog onder grote pijn uitstoten, en daarbij lijkt de klank op die van een slechte fagot in de handen van een leerling. Hij zou nog wel als een dandy willen vloeken en tenslotte ook nog wel enkele geleerde frasen uit Voltaire of Sir Walter Scott willen stamelen; maar de algehele uitdroging staat dat niet toe, en de hevige pijnen in alle verborgen levenshoekjes geven hem ook de tijd niet om zijn gedachten nog een keer voor dat doel op één punt te concentreren. Vandaar dat hij daar stom en roche­lend ligt, alleen af en toe stoot hij een schrille, krakende fagot­klank uit zijn volkomen uitgedroogde keel.
Hoofdstuk 5: De vroege dood van een bon-vivant - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[17] Daarop zegt de ontwaakte: 'Maar dat is een nieuwe leer, die in strijd is met de leer van Rome, dus een ketterij! En jij, die mij die leer hier op deze eenzame plaats wilt opdringen, lijkt eerder een afgezant van de hel te zijn dan van de hemel; ver­dwijn dus uit mijn ogen en breng mij verder niet in verzoeking.
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[12] Want wat de ergerlijke zin van onze geheime bedoeling betreft, daarover zijn wij immers reeds in het reine; wat echter de zin van jouw bedoeling betreft, geloof ik, dat je ons allen wel getoond hebt dat wij allen waarlijk grote 'schurken waren, maar dat in de toekomst niet meer zullen zijn en nog minder ooit weer zullen worden, - daar kun je volkomen van verzekerd zijn! Omdat je nu toch wel de machtigste man van de hoogte schijnt te zijn, daar de verheven aartsvader Adam zelf je bovenmatig toe gedaan lijkt te zijn, geef ons dan nu het welwillende antwoord op de vraag waarvoor wij hierheen zijn gekomen, opdat wij nog, voordat de stralen van de avondschemering geheel gedoofd zijn, de onzen het gewenste bericht kunnen brengen!
Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] En zo betekent deze huidige liefde van jou voor Mij de ware, daadwerkelijke levende liefde. Wie Mij derhalve niet met zijn hart en ook met zijn handen door goede, Mij welgevallige werken van liefde aan zijn broeders en zusters in zijn hart gesloten heeft, diens liefde lijkt nog op een onrijpe vrucht, die nog heel gemakkelijk door een rukwind van de boom des levens geworpen kan worden voor zij en ook de kiem des levens in die vrucht rijp wordt.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Want zie, ik vraag het je, omdat het mij zeer bevreemt dat hij er niet anders uitziet dan ieder van jullie; maar zijn woorden schijnen, ja zijn werkelijk hemelsbreed verschillend van alle nog zo verheven klinkende woorden die uit een andere mond komen; het lijkt alsof zij de hele hemel en de hele aarde doordringen!
Hoofdstuk 116: De vraag van Pura, het meisje uit de laagte, naar de persoon van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Ook dat lijkt zeker niet het geval te zijn; want hij wenst immers voor allen alleen datgene wat hij voor zichzelf als het beste en gelukkigste ziet en noemt alleen diegene blind en dwaas die voor zichzelf het leven wenst, waarin hij voor zichzelf het grootste ongeluk ziet!
Hoofdstuk 128: De verwondering van Abedam, de andere, over de levenafwijzende visie van Enos. De geruststellende woorden van de Heer tot Abedam, de andere - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Dat lijkt ook het geval te zijn bij de mens, als hij niet geheel en al doorvorst is in zijn liefde, dan lijkt hij op een planeet, waarop het nu eens dag en dan weer nacht wordt.
Hoofdstuk 146: De onbekende spreekt woorden vol diepe wijsheid over het doel van zijn komst. Henochs vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En de derde antwoordde meteen daarop: 'Broeders, zoals het mij althans voorkomt, lijkt deze broeder niet bepaald ongelijk te hebben! Ik wil er evenwel nog niet mijn volle ja aan toevoegen; maar als jullie allen op dat punt dezelfde mening hebben, dan zal ik zeker niet het neen uitspreken!
Hoofdstuk 168: De vier wereldse wijzen herkennen de Heer in de vreemdeling. De wijsheid en de liefde als de lange en korte weg voor degenen die naar God zoeken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] En Lamech zei daarop tegen Mura: 'Vriend en broeder, zie, zie je daar die grote man, die nu met Thubalkaïn spreekt? Lijkt die niet op hem?'
Hoofdstuk 210: De aankomst van de arbeiders die voor de bouw van de tempel opgeroepen zijn. Het visioen van Mura, de bouwmeester. Hij wordt door Lamech beloond en aangesteld als tempelbouwmeester - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] En Mura, buiten zichzelf van vreugde, zei: 'O koning en heer, hij lijkt niet alleen op hem, maar - hij is het immers zelf in levende lijve! Ja, ja, hij is het, hij is het!'
Hoofdstuk 210: De aankomst van de arbeiders die voor de bouw van de tempel opgeroepen zijn. Het visioen van Mura, de bouwmeester. Hij wordt door Lamech beloond en aangesteld als tempelbouwmeester - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Maar dat is niet het geval met het schenken van warmte; daarbij lijkt de zon verschillende gradaties toe te passen en lijkt soms meer en soms weer minder actief te zijn!
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar Adam had nog een andere mening; hij zei daarom ook met een zeer betekenisvolle blik: 'Henoch! Mij komt de man enigszins verdacht voor, want het schouwspel met de anders zo zedige en zeer eerzame vrouwen lijkt mij helemaal niet te kloppen!
Hoofdstuk 2: De Heer met Purista, Ghemela, Pura en Naëhme in de hut van Purista. De vragen en vermoedens van de buiten staande nieuwsgierigen. Henochs diepgeestelijke verklarende woorden tot de twijfelaars en kleinzielige mopperaars. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...