Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 19 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[3] Hoeveel heeft de eerst rechthebbende in de mens, namelijk de maag, volgens juiste maatstaven nodig? Dat kan iedere matige eter toch zeker zeer nauwkeurig vaststellen. Als we aannemen dat een matige eter per dag drie pond voedsel nodig heeft, dan is de hoeveelheid over driehonderd vijfenzestig dagen gemakkelijk te berekenen. Dat is dus de natuurlijke behoefte van de mens. Dit kwantum mag hij jaarlijks voor zichzelf verzamelen. Heeft hij vrouw en kinderen, dan kan hij voor iedere persoon hetzelfde kwantum verzamelen en dan heeft hij volkomen volgens zijn natuurlijke recht gehandeld. Een grote eter, die bijzonder zwaar werk moet verrichten, mag zonder meer de dubbele hoeveelheid verzamelen.
Hoofdstuk 90: Over de zegen van de wijze beperking - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Verder vraag ik: kan de gedachte willen? Laten we naar het voertuig teruggaan. Kan de voerman met zijn goede verstand zonder de trekkracht van het lastdier de zware wagen van zijn plaats krijgen? Iedereen zal nu zeggen: er kunnen wel duizend slimme voerlieden naast de zwaar beladen wagen alle mogelijke filosofische grondregels opstellen, toch zullen ze met al deze prachtige gedachten de wagen niet eerder van de plaats krijgen, dan wanneer zij het er samen over eens zijn geworden dat vóór de wagen de benodigde trekkracht moet worden aangebracht.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Hoe zwaar een heel rotsgebergte is, hoeft men aan iemand die wel eens een paar kleinere stenen heeft gedragen werkelijk niet nader uit te leggen. Waaruit bestaat dan wel een klein rotsgebergte? Uit louter atomisch kleine deeltjes die door de wederzijdse aantrekkingskracht stevig aan elkaar kleven. Wanneer we van onderaf in het gebergte omhoog graven tot aan de plaats waarop de hoogste, dus zwaarste bergtop rust, dan ontdekken we daarbij overal goedbewaarde en buitengewoon stevige stenen wanden. Nemen we uit deze stevige stenen wanden slechts een klein deeltje, leggen het op een stalen plaat of op een steen en drukken er dan een beetje met een hamer op, dan zal dit deeltje tot stof worden.
Hoofdstuk 108: In de hele schepping is niets voorhanden dat vernietigbaar is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Ja, ja mijn lieve vrienden en broeders, dat is nu juist wat ik jullie in het begin al heb gezegd en ik heb heus wel gemerkt dat de beschrijving van dit voorwerp jullie wat zwaar zou vallen. Daarom heb ik dit dan ook vanaf het begin op mij genomen. Let dus heel goed op! We zullen zo dicht mogelijk bij het sierstuk gaan staan en het met alle aandacht beschouwen.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Weet echter dat voor Mij gemakkelijk is wat jullie zwaar lijkt, en zwaar wat jullie gemakkelijk lijkt. Jullie heersende vrijheid is jullie weliswaar liever, maar Ik heb toch alleen maar welgevallen aan de eenvoud en de nuttige ondergeschikte dienstbaarheid van Mijn kinderen. Want er bestaat geen heer die liever een andere heer zou zien dan zijn eigen knecht, die voor hem altijd een getrouwe dienaar is. Daarom geeft de ene heer de andere slechts het overeengekomen verplichte deel, maar de knecht wordt door zijn meester beloond. Maar Mijn kinderen zijn ook Mijn knechten en daarom krijgen ze als knechten ook Mijn loon en als kinderen Mijn erfdeel! Houd dit altijd in gedachten: als eens het nieuwe hout op jullie altaar weer begint te branden, weet dan dat een vader beter is dan een heer! - Ga nu echter in vrede dan zal de vlam van Mijn wil doven, opdat die van jullie mag heersen op jullie wereld. Evenwel slechts tot aan die gebieden waar de vlammen van Mijn wil vanuit de eindeloze diepten opstijgen; laat niemand zich daarheen wagen. Alleen de vruchtbare bodem blijft jullie onderdanig maar het vuur is van Mij. Amen!
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Het is voor iemand als wij toch eigenlijk ondenkbaar om zich als een god in een kind van God te voelen; ja, het moet iets onbegrijpelijk verhevene zijn om met één blik tot de oneindige diepten van de goddelijke macht en wijsheid door te dringen. Ja, het moet echt onuitsprekelijk zalig zijn om met de eeuwige, almachtige Schepper van alle eeuwigheid en oneindigheid in een steeds zichtbare, allervriendelijkste relatie te staan en in God de Heer een medeheer van de gehele oneindigheid te zijn. Maar de voorwaarden om die grootheid te bereiken zijn huiveringwekkend zwaar en zo gesteld dat er zeker uit vele duizenden nauwelijks één het hoge doel van zijn onderneming zal kunnen bereiken.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] De voorwaarden zijn zwaar en onze kandidaat voor het kindschap huivert ervan. Daarom vraagt hij de oudste dan ook het volgende: ik heb de eisen van God in het vuur van Zijn ijver gelezen. Ik kan daaruit het voordeel van dit leven en het grote nadeel van een hoger leven ook afleiden, en daarom denk ik dan ook dat het verstandiger is om datgene te blijven wat men op deze lage trap is, dan zich omhoog te werken tot het bijna onbereikbare.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Daarom is een kind van de aarde dat in Mijn geest wandelt, een volmaakte wil met talloze andere geesten uit de sterren, die ook ieder voor zich een eigen wil hebben waarmee zij naar eigen vrij, zalig genoegen kunnen doen wat zij maar willen. Toch gaat in gevallen van liefdewerk de wil van Mijn hoofdkinderen bij hen allen in en uit, en dan zijn zij met miljarden tegelijk als één mens, wiens werkende geesteswil van een van Mijn kinderen is! Dat begrijp je weliswaar nog niet geheel en al; til daar echter op dit moment niet te zwaar aan, want in Mijn eeuwige woonplaats zijn nog vele hogescholen, waarin je nog heel wat nieuwe dingen zult leren kennen.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Nu wordt me wel duidelijk dat ik wat mijn lichaam betreft werkelijk gestorven ben, omdat je toch onmogelijk kunt aannemen dat een zwaar lichaam zich zo lang in het lucht- of etherruim zonder steun kan staande houden. Maar buiten mij is er noch beneden noch boven me ergens iets concreets te ontdekken. Ik moet me dus heel ver van de een of andere planeet af bevinden. Hm, dat is vreemd!
Hoofdstuk 9: Alle wijsbegeerte is ijdel. Jezus legt zijn leerlingen op, het geloof ter harte te nemen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert zegt verder: 'Deze wijze leraar van de volkeren werd net als ik uit behoeftige ouders geboren. Hij zal hoogst waarschijnlijk maar moeizaam onder alle mogelijke ontberingen tot het niveau van de hoogste morele wijsheid hebben kunnen opklimmen, waarbij hij zich van de kant van de zonderlinge joodse priesterheerschappij zijn leven lang ook nog heel wat vervolgingen heeft moeten laten welgevallen. Het moet voor hem enorm zwaar zijn geweest, zich onder de hardnekkige volgelingen van Mozes en Aäron, in wier hoofden en harten het duister was als de nacht, zich tot zulk een wijsheid omhoog te werken.
Hoofdstuk 10: Goede gedachten over Jezus. Het geloof in de onsterfelijkheid en in een God van liefde groeit - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Alles wat ik nu vanuit mezelf kan doen is, dat ik hun in Uw tegenwoordigheid om vergeving vraag en oprecht beken, dat ik tegenover hen, net als tegenover U, zwaar en grof heb gezondigd. 0 Heer, geeft U me hier de mogelijkheid om hun naar vermogen alles te vergoeden, dan zal ik al mijn krachten daarvoor inzetten.
Hoofdstuk 102: Dismas staat versteld. Hij wendt zich oprecht tot de Heer om genade en erbarmen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] En zo staan we nu dan ook voor U, zwaar belast met alle kwalen van het leven. Neem ze van ons af naar Uw barmhartigheid, o Heer! Weliswaar kunnen we U daarvoor niets anders aanbieden dan hoogstens dertig met allerlei zonden behepte harten, die U boven alles zouden willen liefhebben, als ze maar durfden. De ware liefde zoekt enkel het hart, voor al het andere is zij blind.
Hoofdstuk 106: Woordvoerder Bruno. De kritische wedervragen van de Heer. Bruno's deemoed roept de genade van de Heer af - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[20] Bruno zegt: 'O Heer, Uw heilige wil geschiede! Uw wil is mijn leven, mijn heil en mijn hoogste zaligheid! O, wat is het heerlijk om in het huis van de eeuwige, almachtige Vader te werken! 0 jullie, al mijn vijanden, broeders, jullie, die in mij een broeder die jullie liefhad, zwaar miskend hebben; in naam van mijn God, Heer en Vader kom ik tot jullie om jullie te zegenen en goed te doen en daardoor ook voor eeuwig ieder onrecht, dat jullie me ooit hebben aangedaan, te vergeten!
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Welnu, Ik ben tevreden met je openhartigheid en zal zien of en hoe je geholpen kunt worden. Maar tevens moet Ik je even openlijk bekennen als jij Mij jouw belangrijkste zonden openlijk hebt bekend, dat alleen je goede hart en je slechte opvoeding, waar je onmogelijk zelf schuld aan kunt hebben, je van de hel redden. Zou je een minder goed hart hebben of zou je bij de opvoeding minder verwaarloosd zijn, dan zou je je al in de hel bevinden en daar de afschuwelijkste pijnen lijden! Want er staat geschreven: 'Hoeren en echtbrekers zullen het rijk der hemelen niet binnengaan.' Maar Ik wil er om genoemde redenen in jouw geval niet te zwaar aan tillen en zal zien hoe je kunt worden geholpen. Zeg Mij echter eerst, wat je van Jezus, de Heiland, denkt.'
Hoofdstuk 66: De heldin wendt zich tot de Heer om hulp. De raad van de Heiland. Beken openlijk wat je mankeert.Verhaal van een gevallene - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Emma wist daar niets meer tegenin te brengen, maar leek ongeduldig te wachten op haar kamerdienaar. Eindelijk kwam deze met een zwaar pakket naar haar toe. Zij snauwde hem meteen toe het op tafel te leggen. Toen keek ze mij met een spotlachje aan en zei: 'Ik moet toch eerst de jou aangedane belediging weer goed maken, voordat je me weer goedgezind kunt worden.' Waarop ik antwoordde: 'Lieve Emma, ik houd zo veel van je, dat ik niet de minste wrok tegen je zou kunnen hebben. Ook heb niet ik, maar mijn vader in een vergeeflijke opwelling deze eis aan jou gesteld. Neem daarom jouw papieren maar weer in bewaring en word weer helemaal dezelfde Emma, die mij enkele jaren geleden naar Engeland is gevolgd en voor wie ik mijn leven aan duizend gevaren heb blootgesteld.'
Hoofdstuk 72: Verlangens van echtgenote Emma. Bemiddelingspogingen van de generaal. Echtelijke ruzie - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23