Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 19 van 32

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32
[14] Henoch, denk goed na over hetgeen ik je zeg en geef me het verlangde antwoord! Ja, geef mij mijn vrede weer, als dat jou mogelijk is; want kijk, ik ben bedroefd tot op de bodem van mijn leven! Het is nacht geworden rondom mijn ziel; en door het kreupelhout van de dood laat zich nergens ook maar één sterretje zien!
Hoofdstuk 94: Adams verzoek aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Toentertijd, toen ik, door U verworpen, gedurende eeuwigheden ben gevallen, kwam U, eeuwige liefde, tot mij, arme, en begeleidde mij, bouwde uit Uw woord voor mij de aarde en plaatste mij, zoals ik nu nog gedeeltelijk ben, daarop; maar nu roep ik in mijn hart tot U of U mij zou willen vernietigen of redden, maar U wilt mijn stem niet horen en laat mij versmachten van honger en dorst en verbiedt zelfs mijn kinderen mij datgene aan te reiken, waarnaar ik zo zeer verlang!
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] De goede bodem, waarop nu mijn voeten rusten, heeft mij nu reeds ongeveer negenhonderd jaar voor een nieuwe val behoed, waartoe jij gedurende dertig jaar niet eens in staat was! Deze goede bodem maakte nu ook, of was de verdeemoedigende oorzaak, dat ik nu jouw stevige drager geworden ben, terwijl jij eens de mijne was. Want nu heb ik jou door de grote genade van boven oneindig veel heerlijker in mijzelf opgericht en ben ik ervan verzekerd dat je in mij in eeuwigheid niet ten val zult komen; en mocht het al mogelijk zijn dat je in mij zou vallen, dan zul je mij niet buigen en terneerdrukken, maar ik zal wel in staat zijn je met de genade van boven op te richten, opdat je een vaste inwoner kunt blijven van diegene aan wiens haren de Heer meer gelegen is dan aan de gehele aarde, die voorheen je wankelende draagster was!
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zoals de zeven kegels in één front naast elkaar staan, zo - stel je dat voor! - staan er achter iedere kegel nog tien, in steeds afnemende afmetingen en met verschillende kleuren. Uit de top van iedere kegel ontspringt een fontein van zuiver water. Voor het hoofdfront op een afstand van ongeveer honderd klafter* (* 1 klafter = 1,90 mtr), loopt een rechte weg, die zo'n duizend voet hoger dan de voet van de kegels over een kaarsrechte bergrug loopt waarvan de noordzijde begroeid is met de mooiste palmen, populieren en platanen; maar aan de zuidzijde is er buiten de genoemde groepen stenen kegels met hun als sterke winden ruisende watervallen, niets anders te zien dan een kale, hier en daar met kort gras en mos begroeide steenachtige bodem.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zijn ouders werden op de meest onmenselijke manier ter wereld gedood. Hij vluchtte naar ons toe en betrad hedenmorgen voor de ogen van ons allen de gezegende bodem van de geheiligde hoogten, zonder naam en vol boze gedachten. Voor Adam hielp jij hem overeind, Adam erkende hem, zegende hem en gaf hem een naam, hij gaf hem aan mij en jou over, omdat hij vanuit het meest levendige verlangen van zijn hart zei, dat hij God wilde zoeken en vinden.
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En zij gingen naar rechts, waar nog geen vlam uit de bodem oprees en er ook niets begon te branden. Maar daarvoor in de plaats gleden minstens dertig geheel volgroeide reuzenslangen de voortschrijdende Adam wiegend tegemoet en hij moest weer halt maken en kon onmogelijk verder lopen. Hij paste weliswaar ook hier de machtswoorden toe; maar deze hadden ook hier, net als bij het vuur, geen effect. En toen hij hevig vertoornd raakte over dit ongedierte, zie, toen begon een slang zijn kaken wijd open te sperren en maakte een naar hem gerichte beweging, waaruit Adam dadelijk de slechte bedoeling van het monster afleidde en daarom zeer ontzet was en ijlings begon terug te wijken.
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen nu beiden die woorden van Abedam hadden gehoord, dankten zij Hem van harte en de bodem van hun hart sprong open en liet daar de heldere vlam van de ware liefde opvlammen. En zo herkende Seth ook Abedam en zei daarop vervuld van innige ontroering:
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Ik zeg jullie: als de mens zou weten, hoe dicht hij dikwijls bij het hoogste geluk is, dan zou hij alles verlaten en daar achteraangaan! Maar het is ook goed dat hij het niet weet; want zou hij het weten, dan zou hij traag worden en eigen grond en bodem onbewerkt laten.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Ja, in Mijn liefde zul je tot alles in staat zijn, - zonder Mijn liefde echter tot niets! Want Mijn liefde is een vette, goede akker, waarop jullie zijn gezaaid. Wie zich niet zal laten uitrukken door de vijand, zal weelderig opgroeien en zal veel heerlijke vruchten voortbrengen. Maar wie de wortels van zijn liefdesleven niet diep en stevig genoeg in de bodem van genoemde akkergrond heeft gedreven, waarlijk, het zal hem slecht vergaan ten tijde van de terugkerende verzoeking, wanneer de vijand van de liefde zal komen en zal proberen de boompjes uit de bodem van de akker te trekken! Hij zal geen enkele onbeproefd laten; waar hij dan een zwakke aan zal treffen, zal hij die wel sparen?
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] O neen, hij zal het tezamen met de zwakke wortels uit de bodem van de goede akker trekken en het dan laten vergaan, omdat de wortels geen levensvocht meer zullen hebben en het boompje dan zal verdorren om tenslotte heel spoedig geheel en al in de dood over te gaan. Want wie van jullie heeft ooit gezien dat planten alleen in de lucht ontstaan en gedijen?!
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Maar de lucht komt overeen met het goddelijke woord en de liefde van je hart met de bodem waarin een levende geest is gezaaid, omgeven door een levende ziel.
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] En Henoch antwoordde hem: "O Sethlahem, jij hebt een goede bodem! Als het zaad in jouw aardbodem zal vallen, zal het je duizendvoudig vrucht brengen!
Hoofdstuk 171: Henoch bereidt het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Jacob antwoordde hem: 'De Heer wil het! De zee is niet ver van hier; daar zul je moeten huizen in de bodem, waar die het diepste is. De modder zal voort­aan je woning zijn.'
Hoofdstuk 164: Een rustig jaar in Jozefs huis. Wonderbare genezing door Jacob van een bezeten jongen uit een Moors gezin, in opdracht van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Geeft Hij bijvoorbeeld de winden daartoe opdracht, dan zullen ze losbreken en dan zullen ze de zeeën doorgroeven tot op de diepste diepten van hun bodem.
Hoofdstuk 145: Vragen van de hoofdman over de komst van de Messias. Uitleg van Jozef over Diens Wezen. Een van de onderpriesters over het einde van de heidense tempels. Levende tempels in de harten der mensen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] En ook zul je in ditzelfde huis van mij spoedig een hoogge­plaatste Romein ontmoeten, die jouw belangen te Rome zal behar­tigen.
Hoofdstuk 96: De vrouw informeert naar die vernoemde 'meervoudige ouders'. Jozef geeft uitleg. Jozef voor Zeus gehouden. Jozef helpt haar uit de droom - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32