Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

32391 resultaten - Pagina 19 van 2160

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[3] De Joodse priesters zullen het meest onder de indruk zijn van het verschijnsel. De totale, natuurlijke zonsverduistering van vandaag heeft ze toch al erg aangegrepen, omdat deze mensen alles stoffelijk opvatten. Van een innerlijke, geestelijk zin hebben zij helemaal geen vermoeden, omdat zij zelfs niet eens meer de overeenkomstige beeldspraak begrijpen die Mozes en nog een aantal andere zieners en wijze mannen in hun tijd hebben gebruikt. .
Hoofdstuk 97: Het materialistische denken der priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Na de kreeftenjacht, die dertig dagen duurde en soms ook één of twee dagen langer -omdat bij de oude Egyptenaren niet de maand van de vissen (februari), maar de maand van de kreeft Guni) als schrikkelmaand was aangewezen -begon er een andere plaag, die de ouden zeer veel zorg en moeite baarde. Omstreeks deze tijd werpen de leeuwen gewoonlijk hun jongen en zijn dan erg hongerig en het meest op jacht en trekken her en der door woestijnen, bergen en dalen naar streken waar zij ergens vette kudden koeien vermoeden.
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar na de Leeuw zien wij de 'Maagd' komen, dat lijkt toch niet zo erg bij het vorige te passen?! O ja, het hoort er vanzelfsprekend helemaal bij! Als de leeuwentijd voorbij was, waren de voornaamste jaarlijkse ongemakken in zekere zin ten einde en men liet de teugels wat vieren. Men organiseerde feesten, die vooral gericht waren op het geven van geschenken aan rechtschapen, zedelijk reine maagden, om ze daardoor aan te sporen op deze weg verder te gaan. Ook werden in deze tijd de huwelijken gesloten, waarbij slechts rein bevonden maagden als vrouw genomen konden worden. Een jonge vrouw, die haar maagdelijkheid niet goed bewaard had, werd van het huwelijk uitgesloten en kon in het gunstigste geval slechts een concubine worden van een man, die al één of meer wettige vrouwen had, -anders bleef er voor haar slechts de verachte en nederige slavenstand over. Daardoor kreeg deze periode ook weer een belangrijke betekenis, en omdat er omstreeks deze tijd weer een aardig sterrenbeeld van de zodiak boven de zon kwam te staan, noemde men dat de 'Maagd'. Maar een paar jaar geleden gaven de ijdele Romeinen ter ere van hun keizer Augustus deze periode ook de naam van de keizer. -En zo weet je, lieve Helena, nu ook hoe er na de Leeuw een Maagd tussen de sterren terecht kwam. -Maar nu verder!
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Na de tijd van de Weegschaal kwam er een, zeg maar, heel inactieve periode. De kudden gingen meer en meer rusten, dat wil zeggen, ze weidden wel, maar sprongen op de weideplaatsen niet meer zo dartel rond als in het voorjaar. Ook de vruchtbomen vertoonden niet zo'n groei meer als in het voorjaar het geval was. De akkers lagen braak, en dus hadden de mensen ook een zekere rustperiode. Zij zouden nog meer van het prettige nietsdoen genoten hebben, als de Heer van hemel en aarde hen niet juist in deze rusttijd wat geprikkeld had met een uiterst lastig insect, dat voornamelijk in Egypte leeft.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Direkt als deze periode begon, zag men overal de schorpioenen te voorschijn komen en tegen het midden van deze gezapige tijd vermeerderden zij zich als vliegen in een eetzaal. Zoals bekend is een steek van de staart van dit insekt niet alleen heel pijnlijk, maar ook erg gevaarlijk als men niet di rekt na de steek het juiste tegengif bij de hand heeft.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Het doet hier verder helemaal niet ter zake om te weten hoe al die jachtpartijen verliepen, maar het is voldoende te weten dat omstreeks die tijd in Egypte alle soorten jacht bedreven werden, meer is voor ons niet belangrijk.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Omstreeks deze jachtperiode kwam de zon weer onder een nieuw sterrenbeeld in de grote zodiak en dat noemde men de 'Boogschutter', omdat deze tijd de schutters het meeste werk verschafte. De Boogschutter kreeg in de loop van de tijd ook een soort goddelijke verering, maar die stelde niet veel voor, tenminste als men Apollo niet daarbij betrekt, die ook als god van de jacht vereerd werd.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Hopelijk zal het verder geen moeite meer kosten om de echte God alleen in het juiste en ware licht te herkennen. Nooit heeft de een of andere aan de fantasie ontsproten god iets van al de wonderen gedaan die men hem toedichtte. De weinige, wijs lijkende woorden die de goden bij tijd en wijle tegen de mensen gesproken zouden hebben, zijn door de oude wijzen de niet bestaande goden in de mond gelegd omdat zij dat belangrijk vonden.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] HELENA antwoordt: "U hoeft mij daarom heus niet te ontzien! Als u mij met ernstige woorden soms sneller op weg kunt helpen, wees dan maar steeds zo ernstig als de grote Pontus wanneer zijn huizenhoge golven als razenden vechten met de orkanen. Maar als u mij en mijn vader met vriendelijke woorden en lessen in dezelfde tijd even ver kunt brengen, zou mij dat veelliever zijn. -Maar nu eens over iets anders! Een heel korte vraag nog en dan heb ik voorlopig genoeg stof tot nadenken!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt SIMON JUDA: "Ik bewonder de werkelijk grote wijsheid van Mathaël en de daarin verborgen kennis van de oudheid! Ja, die wijsheid is in deze tijd net zo nodig als het diepe inzicht in de uit Gods mond komende levenswaarheden! Heus wij zouden onze tong wel kunnen verslijten voor de hardhorende oren van een volk dat al sinds meer dan duizend jaar kwijnt, terwijl het begraven ligt onder de meest zinloze bedenksels van het duistere bijgeloof! Elk woord hoe mooi ook is aan hen verspild. De eigen domheid en blindheid herkent het niet en de gepredikte heerlijke en zuivere waarheid nog minder.
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] Ik zeg je: Deze hemelse vredesleer zal binnen niet al te lange tijd over de gehele aardbodem de grootste onvrede zaaien en volkeren onderling in de grootste, onverzoenlijkste ruzie, onenigheid en oorlog storten!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De tempel die ik nu opbouw, zullen zij precies zo vernietigen als de Romeinen de tempel te Jeruzalem binnen niet al te lange tijd zullen vernietigen, waarbij geen steen op de andere zal blijven!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Dat gaat overigens bij meer werelds gezinde mensen niet zo vlug als men denkt. Vaak is er veel tijd en geduld voor nodig om een ziel te reinigen van alle ballast.
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] IK zeg: "Dat geeft niet, want er zijn nog genoeg mensen om ons heen waarmee we kunnen praten, gesteld dat we met alle geweld met iemand moeten spreken! Er zal echter spoedig wat gebeuren dat weer al onze aandacht op zal eisen en dan zal er weinig tijd overblijven voor loze praatjes!"
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Kijk bijvoorbeeld eens naar een hardnekkige, moedwillige overtreder van de goede menselijke rechtsorde, een echte uitgeworpene van iedere hogere beschaving, kortom, een kerel die best een broer van de satan zou kunnen zijn. Lange tijd voert die mens ongestraft zijn grove kwade streken uit. Niemand kan hem te pakken krijgen omdat zijn duivelse sluwheid hem daarvoor bewaart. Hoeveel mensen wensen dan niet hartstochtelijk dat de booswicht zo gauw mogelijk door de straffende arm van het gerecht gegrepen zal worden!
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...