Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22363 resultaten - Pagina 19 van 1491

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[4] De genezene deed dadelijk, wat Ik hem had aangeraden. De opperpriester verbaasde zich ook buitengewoon en zei: ' Als een dokter tegen mij gezegd zou hebben: 'Kijk deze mens zal ik gezond maken!', dan zou ik danig hebben gelachen, en dan zou ik hebben gezegd: 'Wel, zot, ga naar de Eufraat en probeer die leeg te scheppen! Als je één emmer hebt geschept, dan krijg je er honderdduizend voor in de plaats; maar toch zal het je makkelijker vallen de Eufraat droog te leggen, dan deze mens gezond te maken, want zijn vlees is al bijna helemaal vergaan!' En deze Mens, waarvan wij nu geloven dat Hij de Messias is, gelukte dat door een enkel woord! - Waarlijk, dat is voor ons voldoende! - Hij is in alle opzichten de Christus! - Wij hebben nu geen verdere getuigenissen meer nodig.
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De opperpriester, die bijzonder verwonderd is over het grote aantal schone jongemannen en vooral over hun grote minzaamheid, vriendelijkheid en menselijkheid, komt dadelijk naar Mij toe en vraagt nu vol deemoed: 'Heer vertel mij toch alstublieft, wie zijn deze heerlijke jongemannen? Er is er beslist niet één ouder dan zestien, en toch verraden ze met ieder woord en iedere beweging, dat ze buitengewoon beschaafd zijn! Zeg mij toch, waar ze dan wel vandaan zijn gekomen en tot welke school ze behoren! Wat hebben ze een mooi figuur en wat zien ze er goed doorvoed uit. Hun stem klinkt zo prettig en zo echt hartverkwikkend! Daarom Heer, zeg, toe zeg het mij, wie zijn deze jongemannen en waar komen ze vandaan!'
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De opperpriester zegt: 'Ja Heer, voor zover men tenminste Uw zeer gedenkwaardige beeldspraak kan begrijpen. Er is weliswaar nog veel te vragen om deze zaak geheel te verstaan, maar dat laat ik voor dit moment achterwege en ik hoop, dat daarvoor vandaag nog ruim gelegenheid zal komen.'
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Al het volk dat geloofde, at mee; slechts een nog ongelovig deel ging naar huis, want dat dacht, dat het een valstrik was. Dat kwam, omdat het merendeels geïmmigreerde Galileeërs waren, waaronder velen uit Nazareth, die Mij kenden en ook Mijn leerlingen, die ze vaak op de vismarkt hadden gezien. Zij zeiden ook tegen de inheemse Samaritanen: 'Wij kennen hem en zijn leerlingen; hij is timmerman van beroep en zijn leerlingen zijn vissers. Hij was bij de Essenen in de leer, en die zijn goed bedreven in allerlei kunsten, in de heelkunde en in buitengewone toverij. Dat heeft hij daar geleerd, en nu oefent hij zijn perfect geleerde kunst uit om de Essenen een grote aanhang en veel inkomen te verschaffen. Deze jongemannen zijn verklede en door dezelfde Essenen in de Kaukasus gekochte en welopgevoede meisjes; die konden wel eens de grootste aantrekkingskracht uitoefenen! Wij laten ons echter niet zo gemakkelijk verlokken, want we weten dat met de God van Abraham, Isaäk en Jacob volstrekt niet te spotten is. Maar voor de Essenen, die zo ongeveer van mening zijn dat hun voorvaderen de wereld geschapen hebben, is het gemakkelijk te spotten met wat voor hen niet bestaat. Zolang wij aan een God van Abraham, Isaäk en Jacob geloven, hebben we die Esseense goocheltrucs niet nodig; en mocht het zijn, dat we ooit ons geloof verliezen, dan zullen de Essenen met hun slimme afgezanten zeker niet in staat zijn om dat te vervangen, maar dan zouden ze maken dat we pure Sadduceeën werden, die in geen opstanding en eeuwig leven geloven. Daarvoor behoede ons Jehova!' Met zulke opmerkingen gaan ze naar huis terug.
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar weinigen van degenen die aan tafel zaten, wisten, dat ze door engelen met voedsel uit de hemel bediend werden. Ze dachten echt, dat Ik zulke bedienden in Mijn gevolg had, en deze in Klein-Azië voor geld gekocht had. Alleen begrepen ze hun grote opgewektheid en vriendelijkheid en fijne beschaving niet; want zulke lijfeigenen trokken gewoonlijk zure gezichten en verrichtten hun diensten zuiver slaafs als machines, en van beschaving en menselijkheid was bij hen gewoonlijk geen sprake. Kortom, de gasten hadden het zeer naar hun zin en de opperpriester, die nu steeds meer inzag, dat deze vele dienaars bovenaardse wezens waren, begon steeds meer, zoals men wel zegt op hete kolen te zitten, omdat hij er zich voor schaamde, dat het volk zich wel keurig, maar toch te amicaal, met deze heerlijke dienaren onderhield.
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De opperpriester zegt: Ik ben nu op het goede spoor en hoop dat dit plaatsje dat binnenkort ook zal zijn. Maar veroorloof mij nog één vraag en deze vraag is de volgende: Moeten wij nu nog de berg en Uw oude huis eren en daar Uw sabbat heiligen, of moeten wij nu hier een huis gaan bouwen, waarin wij ons in Uw naam zouden kunnen verzamelen? Als dit laatste Uw wil zou zijn, zou U ons dan morgen een passende plaats aan willen wijzen, een die U het beste aanstaat, dan zullen wij alles doen om Uw wensen ook daarin te vervullen!'
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De opperpriester zegt: 'Ik zie nu wel heel duidelijk de heilige waarheid in deze regel, die ik graag als wet aanneem, maar het zal bij de wettische Joden heel wat voeten in de aarde hebben, vóór hen deze regel, die uit de puur goddelijke wil komt, helder en volgens de diepe waarheid die er in zit, begrijpelijk wordt! Ik ben van mening, dat er zeer velen deze regel tot aan het einde van de wereld niet zullen aannemen. Want de mensen zijn al sinds de oertijd te zeer aan de sabbat gewend en zullen zich die niet af laten nemen. O dat, dat zal zeker heel veel moeite en werk geven!'
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: ' Amen! Ja, beste vriend en broeder, zo is het waar en goed! Want alleen zo zullen jullie volmaakt kunnen worden, zoals de Vader in de hemel volmaakt is. Als jullie echter zo volmaakt zijn, dan zijn jullie ook waarachtige kinderen van God en kunnen jullie Hem altijd aanroepen met: 'Abba, onze Vader!' En waar je Hem als Zijn echte kinderen om zult vragen, dat zal Hij je geven, want de Vader is zeer goed en geeft Zijn kinderen alles wat Hij heeft! Eet en drinkt nu, want het eten hier is niet van deze aarde, maar de Vader zendt het je uit de hemel en Hij is Zelf nu bij je!'
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Na op deze wijze tekst en uitleg te hebben gegeven, spoorde Ik de aanwezigen nogmaals aan om te eten en te drinken, en Ik zei tegen de jongemannen: 'Laat het hen aan niets ontbreken!' - En de jongemannen brachten opnieuw een behoorlijke hoeveelheid brood en wijn en allerlei heerlijke vruchten.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Er waren er echter, die niet wisten of ze de vruchten, die ze niet kenden, wel eten mochten. Toen zeiden de jongemannen: 'Beste broeders! Eet al deze vruchten maar gerust, want ze zijn rein en smaken overheerlijk! Er zijn op aarde een aantal vruchten en grassen en dieren, die in hun groei geholpen worden door onreine geesten, omdat dat zo ingepast is in de goddelijke ordening, want ook duivels moeten de Heer dienen, hoewel dat tegen wil en dank gaat! Want zoals een geketende slaaf zijn heer moet dienen, zo moeten ook de duivels hun diensten verlenen; maar er rust geen zegen op dit werk!
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De opperpriester zegt vol wroeging over deze waarheid: O wat een heilige pure waarheid komt er uit Uw mond! Ja, nu is mij alles duidelijk! Nu pas hebt U, o Heer, de drievoudige doek van Mozes geheel van mijn ogen weggenomen! Nu, o Heer, zijn er geen tekenen meer nodig, want hier is Uw heilige ware woord alleen voldoende! En ik verklaar nu uit volle overtuiging, dat van nu af aan, al degenen, die U geloven vanwege de tekenen en niet vanwege het ware woord, geen echt levend geloof hebben en slechts trage en machinale uitvoerders van Uw leer en Uw heilige wil zullen zijn. Bij ons zal het echter anders zijn! Niet de tekenen, die wij tijdens Uw aanwezigheid ontvingen, maar alleen Uw heilige ware woord zal in onze harten de bron zijn voor het echte levende geloof en de totale liefde voor U en uit U, en, terwille van U, zal het ook de bron zijn voor de juiste hoeveelheid liefde voor alle mensen. En verder geschiede alleen Uw heilige wil, die U, o Heer, ons nu zo overduidelijk en voor eeuwig waar hebt meegedeeld!'
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: ' Je hebt gelijk, want je zit vol eten en kostelijke wijn uit de hemel. Maar er zijn er hier nog veel, die niet durfden te eten of te drinken, want Mijn naam en Mijn woord zei hen nog niets, en ze waren bang dat er hekserij in het spel was. Maar nadat ze ons gesprek aangehoord hadden en daaruit het volle licht der waarheid zagen schijnen, verdween hun dwaze angst, en honger en dorst kwamen daarvoor in de plaats. Nu willen ze graag eten, maar durven niet van louter ontzag. Denk je, dat we ze nu zo moeten laten gaan? Beslist niet! Ze moeten nu echt naar hartelust eten en drinken! Want hierna zullen ze pas weer uit deze keuken eten en drinken, als ze in Mijn rijk in de hemel zijn!'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Dit onderricht van de kant van de wijze jongemannen deed alle gemoederen goed, en allen loofden God voor hun vriendelijke wijsheid. Deze les werd later ook nog door sommigen uit het geheugen opgeschreven, en nog veel jaren in deze stad en omgeving in ere gehouden.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Toen later echter allerlei vijanden deze stad en omgeving erg havenden, ging er veel verloren en ook deze les, waarover Paulus in zijn brieven met nogal mystiek aandoende woorden spreekt, als hij het over 'allerlei geesten' heeft.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het hele grote gezelschap was nu goed geluimd en de gesprekken gingen al gauw over Mij, over Mijn leer en over deze maaltijd uit de hemel, en de jongemannen bespraken ook veel dingen met de gasten.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...