Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 19 van 1112

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[8] En het water steeg hoe langer hoe hoger, verslond al spoedig de stad Hanoch en reikte reeds met een geweldige golfslag tot aan de toppen van de berg waarop Lamech met zijn nog steeds slapende volk zich bevond.
Hoofdstuk 60: Lamechs verschrikkelijke droombeeld en het ontwaken uit zijn droom. De opheldering door Lamech van de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Ja, zij zouden dagenlang het schouwspel van de golven gadegeslagen en zich geheel verloren hebben in die aanblik, als Adam Lamech niet had aangestoten om zijn blik ook op de ons reeds bekende water sproeiende kegels te richten!
Hoofdstuk 92: Naar de hoogte. Het heerlijke uitzicht. Koning Lamech prijst de Heer voor de aanschouwde heerlijkheden van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Aan de watergod werden in een jaar twaalf feesten gewijd. En iedereen die in het rijk van Hanoch ergens een put groef, moest van tevoren aan de watergod offeren. Telkens als iemand zich waste moest hij de watergod gedenken en alle zeven dagen een klein offer opzij leggen. En wie baadde, moest al een aanzienlijker offer brengen en dat in ieder geval aan een door de watergod aangestelde waterwachter overhandigen, - anders hoefde hij niet op geluk in het water te rekenen!
Hoofdstuk 246: De tempel van het water. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Na de verwoesting van deze tempels en na het beëindigen van het slaan van de gouden en zilveren munten, wat hier meer dan twee miljoen pond bedroeg en waar tweeduizend kamelen voor nodig waren om het weg te brengen, brak het leger op naar de tempel van de god van de winden. Deze god echter maakte het Fungar flink moeilijk voor hij onderworpen kon worden. Want ten eerste hadden de priesters het water van het meer door geweldige sluizen in zijn vier afwateringen steeds hoog gehouden. Was er nu van de ene of andere kant iets vijandelijks genaderd, dan werden de sluizen geopend, en een geweldige watermassa stortte zich woedend over de vijanden uit op iedere mogelijke toegang tot deze tempel. En ten tweede waren deze priesters er ook volledig van op de hoogte hoe ze met elektriciteit van alles konden manipuleren en waarmee hun omgeving ontoegankelijk werd gemaakt.
Hoofdstuk 315: Het vertrek van het leger naar de zonnetempel, overgave en verwoesting van de tempel zonder bloedvergieten. De inname en verwoesting van de vuurtempel en de tempel van de windgod. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] God Zelf heeft de bergen op de aarde geplaatst en geordend voor een duizendvoudig nut en heeft onder de bergen grote en diepe waterbekkens gegraven waarin zich honderd maal meer water bevindt dan in de zeeën van het aardoppervlak. En deze ondergrondse wateren zijn als het ware het bloed van de aarde dat door de brede kanalen van de aarde stroomt, en grotendeels de steeds gelijke beweging van de aarde bewerkstelligt en zodoende haar innerlijke organische leven volgens de ordening van de Heer; want ook het lichaam van een planeet moet een leven hebben, wil het een drager en voeder voor het leven kunnen zijn.
Hoofdstuk 342: Waltars woorden over Gods laatste poging om door Zijn engelen de mensen voor de zondvloed te waarschuwen en te redden. Mahals zending en de aftocht van de engelen naar de laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Er klonken oproepen zo geweldig als de donder; maar niemand trok er zich iets van aan. Er braken branden uit in Hanoch en die joegen velen grote angst en schrik aan; maar toch wilde niemand de stad verlaten. Er braken onderaardse wateren uit die Hanochs pleinen en stegen manshoog onder water zetten; toen vluchtten de armeren wel op de nabijgelegen heuvels, - maar de rijken namen boten en schuiten en voeren juichend over pleinen en door stegen, en niemand begaf zich meer naar de hoogte.
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] En alleen dit gebergte rees vijftien el boven de hoogste waterstand uit; en alle andere hoge bergen stonden minstens zo diep onder water. Natuurlijk bevonden zich door het hoogteverschil sommige lagere bergen ook wel een paar honderd vadems onder water.
Hoofdstuk 357: De engel Mahal als beschermgeest van de ark. Het stijgen van de vloed. Midden-Azië als het sterkst getroffen door de vloed. Het Aralmeer en de Kaspische Zee als overblijfselen van de zondvloed en als graf van de megastad Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Daarbij komt dat door het verdampen niets verloren gaat; want het verdampte water verzamelt zich weer in de wolken en valt altijd weer in eenzelfde hoeveelheid terug naar de aarde. Hetzelfde is ook het geval met het opgezogen water in de poriën van de aarde; het opgezogen water verzamelt zich in zekere reservoirs en komt dan deels door mist en deels door periodieke bronnen op het aardoppervlak.
Hoofdstuk 358: Nadere bijzonderheden over de grote vloed. Aanwijzingen om de desbetreffende bijbelteksten te begrijpen. De vloed was plaatselijk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Opdat jullie de vorm en de hoedanigheid van de aarde eenvoudiger kunnen begrijpen en voorstellen, is het vooral noodzakelijk je de toenmalige voornaamste bergketens, van zowel Azië, Europa als Afrika in één beeld voor ogen te plaatsen; want van veel ketens die in die tijd hebben bestaan, is in de huidige tijd geen spoor meer aan te treffen. Ten dele zijn ze door het terugtrekken van de zee weggespoeld en uiteengereten, en de oude ruggen die hen onderling verbonden, liggen nu diep onder het steenpuin in de dalen begraven, en hier en daar moeten de tegenwoordige stromen en rivieren zich een weg banen door de nauwe bergpassen die zo zijn ontstaan. En wat de hooggebergten betreft, is hun vroegere vorm - op enkele na - ook door de inwerking van verschillende weersgesteldheden zodanig veranderd dat zij nu door een mens die slechts duizend jaar geleden heeft geleefd niet gemakkelijk meer herkend zouden worden als hij met zijn toenmalige bewustzijn naar een streek zou worden verplaatst die hij duizend jaar geleden als mens heeft bewoond. Je hoeft alleen maar de stenen en keien van een slechts enkele uren breed rivierdal een weinig in ogenschouw te nemen. Dan zie je de enorme hoeveelheid die zich daarin tot op een diepte van vierhonderd vadem bevindt en die door het water uit het gebied van het hooggebergte in zo'n dal is afgezet, te beginnen vanaf het ontstaan van een rivier tot aan zijn uitmonding in een of andere zee. Dan zul je eenvoudig kunnen begrijpen dat de bergen nauwelijks twee- tot drieduizend jaar geleden een heel andere vorm hadden dan nu.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Deze bergen zijn naderhand in de tijden van Hanoch en in het bijzonder ten tijde van de nakomelingen van Seth bewoond geweest, terwijl de Hanochieten in de vlakten zich ook ver over deze bergketen uitbreidden. En aangezien zij zagen dat de bewoners van de bergen er veel beter aan toe waren dan zij in hun vruchtbare en wijds uitgestrekte vlakten, begonnen zij deze bewoners van de bergen steeds meer te plagen en te vervolgen en bleven maar doorgaan met deze vervolgingen ondanks de dikwijls aan hen gerichte waarschuwingen. En met behulp van hun springkorrels, waar vandaag de dag het Chinese kruit nog van afstamt, boorden zij diepe gaten in deze bergen en lieten ze letterlijk exploderen en vernietigen. Daardoor verschaften zij in hun intense blindheid niet alleen een uitweg aan de grote wateren op wier bassins de bergen stonden, maar ook aan de uitgestrekte waterbassins die onder Tibet en ook het Taurusgebergte lagen en in noordelijke richting over grote afstanden onder de Oeral. Daardoor ontstond met name in het gebied van de huidige Kaspische Zee, waar eens Hanoch lag, de grootste verzakking, en de doorbraak van het water was zo geweldig dat het een hoogte van tussen de zeven- tot achtduizend voet boven de andere meren bereikte, en hij werd nog door een over geheel Midden-Azië veroorzaakte, lang aanhoudende regenval vermeerderd en versterkt.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Dat Noach met zijn ark op een hoogvlakte van de Ararat vaste grond vond waarop de ark vastliep, bewijst hoe hoog de wateren in Midden-Azië zelf waren gestegen. Het meeste water van Midden-Azië stroomde weg naar het noorden en oosten; maar een zeer belangrijk deel ook naar het zuiden en het westen. Daardoor was de tweede grote binnenzee dermate overvol, dat deze ten dele door het gewicht en voor het grootste deel door de onderaardse uitbarstingen van vuur zich een onstuimige uitweg naar de Atlantische Oceaan baande en na verloop van een paar honderd jaar zozeer was afgevoerd dat alle rechtstreeks daarmee in verbinding staande vlakten tegenwoordig voor een deel zeer vruchtbaar, voor het grootste deel droogvielen, - waarna in het bijzonder de kustgebieden van Azië langzamerhand konden worden bevolkt.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Stel je een woonhuis voor. Waarvan wordt dit eigenlijk gebouwd? Zoals jullie weten, gewoonlijk uit heel ruwe, vormloze brokken materie. Deze materie komt in deze, als het ware zelfzuchtig op zichzelf staande, toestand overal voor. Het is de klei waarvan de bakstenen gemaakt worden, alsmede een bepaald soort steen waaruit kalk wordt gebrand, vervolgens zand en nog onbewerkt hout. We brengen nu dit ruwe materiaal op het een of ander terrein bij elkaar. Hier ligt een hoopje klei, daar een hoopje kalksteen, verder een chaotische hoeveelheid bomen, die echter nog niet bewerkt zijn, en nog een flinke hoop zand. Wat verderop bevindt zich een kleinere hoop ruw ijzererts, weer wat verderop een hoop kiezelstenen en niet ver daarvandaan een flinke plas water. Kijk, daar hebben we het ruwe materiaal voor een huis volop hij elkaar. Maar zeg eens, wie van jullie is zo scherpziend dat hij in al deze ruwe hopen materie een goedgeordend statig huis ziet? Dit alles lijkt toch evenmin op een huis als een vlieg op een olifant of als een vuist op een mensenoog. En toch is dit allemaal bestemd voor de bouw van een statig huis.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Eindeloos tevreden geest-engelwezens wandelen over de lichtvelden en maken geen onderscheid tussen land en water. Zonder moeite verheffen zij zich in de lichte ether en zweven er dronken van geluk in rond, terwijl ze zaligheid op zaligheid uitstralen. We zien slechts heel lieflijke boompjes; waar zijn de reusachtige bomen van de natuurlijke bodem? Ook zien we in al die lieflijke gewassen een wonderbaarlijke overeenkomst. Elk gewas verspreidt een onuitsprekelijk geluksgevoel, hetgeen iedere geest die in de buurt komt, ten zeerste verrukt. Ja, uit elk boompje, uit elk teer grassprietje stroomt een ander soort geluksgevoel, en toch zien we bij de boompjes, bij alle andere gewassen evenals bij het gras slechts één vorm en een volmaakte eenheid tot in het ontelbare.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Op de oppervlakte van het water is een grote hoeveelheid roeibootjes beschikbaar. In de bootjes zitten mensen die zich inspannen om vanaf de oever dichter bij het schoepenrad te komen. Als ze daar in de buurt komen, raken ze al gauw afgemat en worden dan door de naar buiten draaiende beweging van het water weer naar de oever gespoeld. Aan de oever staat weer een menigte toeschouwers, die de dwaze zeevaarders uitgebreid uitlacht.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] De zeevaarders lijken zich daar over het algemeen niet veel van aan te trekken. Maar enkelen van hen, die reeds meer dan eens naar de oever zijn gespoeld, stappen tenslotte met verveelde en verdrietige gezichten aan de oever uit hun bootje en kunnen zich maar niet genoeg verbazen dat zij zich op de oppervlakte van het water zo lang voor niets en niemendal door het waterrad hebben laten beetnemen. Enkele van hen zien het dolle gedoe nog een tijdje aan en lachen met de andere toeschouwers om de nog druk bezig zijnde zeevaarders. Weer anderen verwijderen zich hoofdschuddend en zoeken ergens een rustig plekje om uit te rusten van hun dwaze en zinloze inspanningen. Dat is dan ook alles wat we in de veelbelovende sfeer van deze zevende geest zien. Dat zulke verschijnselen zich heel veel voordoen, zien we wel, maar het zijn steeds dezelfde. Wie derhalve in deze verschijnselen een oplossing en bovendien de onbedrieglijke wegen van de goddelijke orde kan zien, moet meer licht in zijn ogen hebben dan een heel legioen van hoofdcentraalzonnen bij elkaar op één punt! Alles wat we uit deze hele geschiedenis kunnen opmaken, is hetgeen de oude wijzen al eens hebben gezegd: er is niets nieuws onder de zon, maar alles volgt zijn vaste oude kringloop, en dat steeds weer op dezelfde manier van voren af aan.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...