Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1529 resultaten - Pagina 19 van 102

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[4] Hoe men met kinderen om moet gaan en hoe ze onderwezen moeten worden, heb Ik gisteren toch voldoende duidelijk gemaakt; ook al ben je niet overal bij aanwezig geweest, je hebt het toch in handen, geschreven door Mijn snelschrijver! Er is dus helemaal niets meer wat je in een bepaalde aangelegenheid nog van de wijs zou kunnen brengen en waarvan je, ten aanzien van enig onderricht, zou kunnen zeggen: 'Kijk, dat is onbegrijpelijk!' of: 'Dat is niet geschikt voor deze of gene!'
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Het eerste plan mislukte. Hij ging op de vlucht en verzon een ander plan om het volk dat met hem verwant was, maar voor het overige dieper gezonken was dan de dieren, door geheime propagandisten flink op te ruien tegen de Farao, die door zijn wellust zijn mannelijke kracht verloren had. Toen hij vernam dat zijn volk klaar was voor de strijd, kwam hij zelf, uitgerust met zijn enorme tovermacht, en begon de koning te dicteren. En aan zijn volk, dat nog wel vage voorstellingen had van de vroegere goddelijke toestand van de oude patriarchen, presenteerde hij zich als een door Jehova gezondene en deed allerlei onbegrijpelijke wonderen die voor het volk heel overtuigend waren, en dus volgde het volk hem zoals een kudde schapen de belhamel.
Hoofdstuk 151: De tempelmoraal van de Farizeeër. Mozes' wonderen door de Farizeeër belicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Toen ook al zijn metgezellen zich overtuigd hadden van deze grote en wonderbaarlijke waarheid, haastten zij zich zeer verbaasd weer naar de oude Marcus en de FARIZEEËR zei: 'Hier, neem de beker; want je hebt de weddenschap gewonnen! Ja, dit gaat nu werkelijk ook mijn verstand te boven! Wat moet ik daar nu op zeggen? Dit gebeurt niet op natuurlijke wijze! Het is zeer merkwaardig: Niet alleen de smaak, maar ook de geest van wijn was er rijkelijk in aanwezig, zodat wij allemaal bijna beneveld waren! Hier kan werkelijk niets anders in het spel zijn dan de wil van de Nazarener, en het dient ons als bewijs dat werkelijk ook zijn andere wonderen op dezelfde wijze tot stand zijn gebracht!
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] In zo'n toestand richtten ze zich dan toch weer tot Mij en beloofden Mij werkzaam te zijn in de juiste levensorde. Een tijd lang ging het dan ook weer echt goed en gingen ze goed vooruit; maar als er dan weer als vrucht van hun werkzaamheid een gezegende welvaart ontstond, begon de oude traagheidsdans meteen weer van voren af aan. Men had alles in overvloed en wilde schitteren en wilde een aardse koning hebben als representant van hun fysieke rijkdom en welvaart.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Na een poosje zei de FARIZEEËR eindelijk: 'Nee, hier zijn waarlijk geen natuurlijke dingen in het spel! Ik wil van hetgeen ik openlijk met Marcus in de haven besproken heb, niets zeggen -want het zou immers kunnen zijn dat er iemand is die zo'n scherp gehoor heeft, dat hij op afstand ons gesprek kon verstaan -; maar om nu ook te horen wat ik heimelijk bij mezelf heb gedacht, dat gaat de diepste menselijke kennis te boven! Dat is een wonder; waar echter een wonder van de hoogste soort mogelijk is, daar is ook de mogelijkheid voor al het andere aanwezig, en ik begin nu ook al serieus te geloven dat dit prachtige huis op wonderbaarlijke wijze is ontstaan! Meer kan ik nu niet zeggen. Als dit echter allemaal door de macht van de beroemde Nazarener is gebeurd en nog steeds gebeurt, dan moet hij zonder meer een hoger wezen zijn, een God in volle ernst, aan wie alle geesten van de lucht, de aarde, het water en het vuur onderdanig gehoorzamen en waar geen enkele menselijke macht zich tegen kan verzetten.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] AZIONA vraagt: 'Ja, beste wijze vriend, waarom zou ik dat dan eerder hebben ingezien, wanneer Hiram ook bij jullie aankomst aanwezig geweest was,
Hoofdstuk 180: Wat de ziel tijdens een droom ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] IK zei nu met een zeer machtige en ernstige stem: 'Goed dan! Omdat in jullie geen vonkje barmhartigheid aanwezig is en jullie tot ware aartsduivels zijn geworden, is ook uit Mijn hart alle erbarming voor jullie geheel verdwenen! Jullie geschiede overeenkomstig jullie hart, gezindheid en onnoemelijk boosaardige daden!"
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar nu, o alle bliksems, hagel en donder! Nu komt er een enorme wereld op ons af O, die heeft helemaal geen einde! (n.b.: het is de buitenste ring.) O, die lijkt wel geheel zonder einde in een rechte lijn eeuwig voort te duren! O, daar ziet het er wel heel prachtig uit! Geweldig lange bergreeksen lijken zich eeuwig voort te zetten, en er is een groot aantal meren en rivieren zichtbaar, en mensen en planten vertonen meer gelijkenis met de onze. Maar van een merkbare cultuur lijkt ook daar geen spoor aanwezig te zijn. De mensen, die er zeer vreemd uitzien, lijken geen vrolijkheid te kennen en ze zijn reusachtig groot. Maar er zijn geen huizen en al helemaal geen steden.
Hoofdstuk 201: Een blik op Saturnus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Hier duurde de met alle mogelijke verwonderde uitroepen gepaard gaande beschouwing bijna een half uur, en Ik riep de beiden nu weer in hun natuurlijke toestand terug en liet hen de volle herinnering aan wat ze gezien hadden in hun ziel en zelfs hun hersenen behouden en vroeg hun toen, hoe Saturnus hun bevallen was. * (* Zie: 'Der Satum', Lorber-Verlag, Bietigheim)
Hoofdstuk 201: Een blik op Saturnus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Dat was voor jou een ware bliksem en donderslag. De vrouw werd nu naar voren geleid en op een rustbed geplaatst. De magiër legde haar zijn handen op, waarop ze insliep. Spoedig daarna raakte de maagd in een soort extase en begon met de magiër te praten, waarop deze zei: 'Wie nu iets wil vragen, kan komen, maar altijd hoogstens drie mensen, en onder de voorwaarde dat wanneer zij mensen aanwijst die zich moeten verwijderen, deze hier dan ook zonder meer gehoor aan geven, omdat hun anders iets onaangenaams zou kunnen overkomen! En iemand met een geweten dat niet helemaal zuiver is, moet vooral niet in de buurt van deze vrouw komen, maar via een bemiddelaar de vraag slechts aan mij stellen, dan zal haar door mij heel heimelijk het antwoord ingegeven worden! Deze toestand van de vrouw zal anderhalf uur duren!
Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar toch moet je innerlijke geest reeds lang van tevoren bestaan hebben, opdat hij als een onzichtbare getuige bij al mijn handelingen, die hem misschien om voor mij onbekende redenen nader aangaan, aanwezig kon zijn. Alleen op die manier kan ik mij jouw volledige kennis en volledige inzicht in al mijn levensomstandigheden een beetje voorstellen! Weliswaar was je van de levensomstandigheden van Aziona even goed op de hoogte als van de mijne. Maar dat maakt nu niet bepaald veel verschil; want jij, als een nog zuivere oergeest, hebt je alziende geestelijke ogen zeker zowel op hem als ook op mij gericht! Een pre-existentie van je innerlijke geest valt zodoende niet gemakkelijk meer te ontkennen, en ook niet het gelijktijdig bestaan ervan met je lichaam; maar hoe ziet het er nu uit met het voortbestaan van die geest na het lichamelijk leven? Dat lijkt tot nu toe nog geheel vergrendeld te zijn!"
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] JOHANNES zegt: 'Er zit wel een kern van waarheid in, wat jij als echte Griek misschien niet zou denken; en misschien bevindt deze zich dichter bij jou dan jij wel eens zou kunnen vermoeden! Maar op de manier, waarop jij deze uit de mond van de joden hebt vernomen, is het natuurlijk duidelijk iets geweldig belachelijks, waar geen enkel vonkje van maar schijnbare waarheid in schuilt! Maar wat de joden op hun hoogst domme manier verwachten en later nog tot aan het einde der wereld tevergeefs zullen verwachten, is reeds lang, verborgen voor hun blinde ogen en dove oren, aanwezig, -maar niet om de voor de joden hoogst lastige heidenen te verdrijven, maar juist omgekeerd: De joden zullen uit het land verdreven worden en aan de heidenen zal Gods Woord voor altijd gegeven worden! Maar over dit onderwerp zullen we later een zeer belangrijk gesprek beginnen; nu gaan we voor een avondmaaltijd en een plaats voor de nacht zorgen! Want we blijven morgen ook nog hier, en dan misschien nog een paar dagen, en dan kunnen we nog heel wat bespreken."
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] HIRAM zegt: 'Maar, enige opperwijze en machtige meester van het leven en heer van alle mensen! Als de aarde al zo ontzettend oud is, wat woonde er dan voor een geslacht op deze aarde vóór de eigenlijke, op ons lijkende mensen? Want ze kan toch immers niet bijna een halve eeuwigheid lang tot aan uw eerste mensen toe vierduizend jaar geleden, geheel verlaten en leeg zijn geweest, dus helemaal voor niets om de grote zon draaiend! Of was ze tot die tijd werkelijk slechts geheel verlaten en leeg? Het is weliswaar zeer onbehoorlijk van mij om zoiets aan u te vragen; maar ik zie dat er in u en in deze jonge man waarlijk onmiskenbaar een soort alwetendheid aanwezig is, en daarom zult u mij ook wel in dit opzicht mijn aandringen ook hierover iets te willen horen, wel niet kwalijk nemen"
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En nu hebben we 100 korrels die we ook in de aarde gaan leggen! Hieruit krijgen we dan al 100 aren, elk met 100 korrels, dus alles bij elkaar 10.000 korrels. En zie, die 10.000 korrels, die 100 halmen en aren, moeten ook al in die ene korrel geestelijk aanwezig zijn geweest, zoals deze korrel zelf al inbegrepen moet zijn geweest in die ene korrel die als eerste uit Gods hand in een vruchtbare vore van deze aarde viel, omdat men zich anders niet kan voorstellen dat voortplanting mogelijk kan zijn. Jullie hebben hier opnieuw een bewijs, hoe zelfs iets oneindigs en eeuwigs in één zo'n korrel aanwezig is.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] En zo kunnen jullie niets aan de mens vinden wat vergankelijk en begrensd is, maar alleen wat veranderlijk is op weg naar een bepaald geestelijk doel, en zodoende is het best mogelijk dat een mens oneindige en eeuwige zaken, tijd, ruimte, kracht, licht en leven heel goed begrijpt, omdat dit allemaal in hem aanwezig is.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...