Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

640 resultaten - Pagina 19 van 43

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[5] Of ik een cynicus, een pythagoreeër, een volgeling van Plato of Aristoteles dan wel een epicurist ben en daarnaar handel, dat staat mij allemaal vrij, evenals ook de leer van Mozes bij ons Romeinen nog nooit tot de van staatswege verboden leerstelsels heeft gehoord; en ik geloof daarom dat Uw leer, o Heer en Meester, bij de vele betere heidenen eerder ingang zal vinden dan bij vele Joden, die zelfhun eigen leer niet begrijpen en ook over de werkzame krachten in de natuur geen kennis bezitten en datgene wat ze daarvan weten, aan de heidenen hebben ontleend.
Hoofdstuk 194: De vermaning van de Heer tot liefde en geduld bij het verbreiden van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen het volk in de loop der tijd echter sterk in aantal toenam, werden de scholen, waarvan er aanvankelijk maar een paar waren, te weinig. Men bouwde toen meerdere scholen en tempels, en voorzag die tempels van de daarbij behorende beelden van de goddelijke kracht; men ontdekte ook voortdurend nog meer afzonderlijke uit de ene Godheid vloeiende krachten, richtte daar eveneens weer kleinere scholen voor op en voorzag de tempels van nieuwe, daar weer bijbehorende godheden, die overeenstemmende afbeeldingen van krachten uit de ene, enig ware Godheid waren. Tenslotte stelde men voor de leraren en priesters gemakkelijke leringen op, volgens welke het voldoende was om slechts één zo'n kracht, die in een tempel werd voorgesteld, als goddelijk te erkennen en te vereren; want daardoor zou men ook de Hoofd oergod in al Zijn afzonderlijke uitstromingen van kracht en werkzaamheid erkennen en vereren.
Hoofdstuk 192: Het ontstaan van het afgodendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Dat kun je nu natuurlijk nog niet geheel begrijpen en inzien, omdat de wereld jouw ziel nog in zijn greep houdt; maar als jouw ziel vrij wordt door Mijn geest in haar, zal deze zichtbare wereld voorjou vergaan, dat wil zeggen: als je dat wilt zul je haar nog altijd kunnen zien, maar de materie, die nu voor jou overal hard is, en de daarin wonende krachten zullen je op geen enkele manier meer enige weerstand kunnen bieden. En je zult vanuit je eigen innerlijk zelf een wereld kunnen scheppen die voor jou, zolang jouw wil die in stand wil houden, een even volmaakte ondergrond zal zijn om te wonen als nu deze aarde voor jouw lichaam een ondergrond vormt om te wonen en bezig te zijn.
Hoofdstuk 195: De alomtegenwoordigheid van de Heer en Zijn almacht Over het wezen van de ziel en het proces van het zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Met eiken en ceders kunnen de winden niet zo'n spelletje spelen. Op eiken en ceders lijken echter die mensen, die door de pure waarheid van Mijn leer tot Mij bekeerd zijn. Tegenover hen kunnen de valse leraren en profeten hun duizendvoudige windspel spelen en dan zullen ze niet buigen, want de kracht van de innerlijke waarheid is machtiger dan alle andere krachten op de hele aarde.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen de Godheid door processen die voor jullie altijd verborgen zullen blijven, Zichzelf had gevonden en Zich bewust was geworden van Haar scheppende en Haar allesomvattende geest, ontstond er in Haar een machtig golven en dringen, en Ze sprak in Zichzelf: 'Ik wil Mijn ideeën buiten Mij plaatsen, opdat Ik daaraan kan zien waartoe Mijn krachten in staat zijn!' Want zolang er geen activiteit ontstaat, kan de Godheid Zichzelf slechts in geringe mate bewust kennen. Pas in Haar werken wordt Zij Zich steeds meer van haar macht bewust en verheugt Zich daarover (zoals iedere kunstenaar aan zijn eigen scheppingen pas ziet wat hij in zich heeft, en daar vreugde aan beleeft) .
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] De Godheid wilde dus scheppen en sprak vervolgens tegen Zichzelf: 'In Mij rust alle kracht der eeuwigheden; laten Wij derhalve een wezen scheppen dat toegerust is met alle kracht gelijk aan Mijzelf, maar zo, dat het die eigenschappen in zich draagt waarin Ik Mijzelf kan herkennen!' En er werd een geest geschapen die toegerust werd met alle kracht uit Mij, om de krachten die in Mij rusten zichtbaar aan de Godheid te tonen.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Als Ik jullie nu zeg dat deze eerst geschapen geest 'Lucifer' ( d.w.z. 'Lichtdrager') heette, zullen jullie nu ook begrijpen waarom hij zo en niet anders heette. Hij droeg in zichzelf het licht der kennis en was zich als eerste geestelijk wezen zeer wel bewust van de grenzen van de innerlijke geestelijke polariteiten. Toegerust met Mijn volledige macht, riep hij nu andere wezens tot leven, die in alles aan hem gelijk waren, ook de Godheid in zichzelf voel den en hetzelfde licht der kennis in zich zagen ontbranden als bij hem, en eveneens met eigen scheppingskracht te werk gingen en toegerust werden met alle kracht van Mijn geest. In hen kwamen echter bijzondere krachten van Mijn Oergeest afzonderlijk tot uitdrukking, dat wil zeggen, wat hun karakter betreft werden ze overeenkomstig Mijn zeven belangrijkste eigenschappen, derhalve was hun aantal zeven.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Twaalf jaar ben ik een leerling van deze bijzondere man gebleven, de enige aan wie hij zijn volle vertrouwen schonk. Op een dag zei de wijze tegen mij dat hij voelde dat zijn dood nabij was, en dat hij wenste dat ik zou bewaren wat hij mij had geleerd. Hij zei dat er maar één God was, en alles wat geschapen was moest Hem alleen dienen. Maar de Godheid had besloten -zo was hem meegedeeld -om Haar schepselen meer dan zalig te maken, door Zichzelf met het vlees te omhullen en als mens neer te dalen, om de wegen van heil te tonen aan allen die die wegen willen gaan. Maar korte tijd daarna zou daar een groot gericht aan verbonden zijn, opdat de wegen duidelijk zichtbaar zouden zijn, ook voor de donkere macht der duisternis die probeert te gronde te richten, ofschoon deze wegen ook voor haar gelden. Daarom was het goed dat iedereen in zichzelf zou keren, opdat hij niet door het gericht getroffen zou worden. En die inkeer zou moeten zijn: God boven alles lief te hebben en de van Hem uitstralende krachten te eerbiedigen, maar niet als goden te vereren, om dwaalwegen te vermijden. Het zou niet lang duren voor het gericht zou beginnen dat alle goden omver zou werpen.
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Als bijvoorbeeld een Romein, die vast in zijn heidense goden gelooft, hen eert, en zijn best doet een juiste levenswandel vol rechtvaardigheid en afschuw van het kwaad te leiden, overeenkomstig zijn geweten en het ontzag voor de almachtige, hoogste krachten - denk je dan dat hij, die ware deugden nastreefde, dan verdoemd zal worden omdat hij in Jupiter of Minerva heeft geloofd? Zeker niet, en het zal gemakkelijk zijn hem de kennis van de ene God bij te brengen, wiens wezen niets anders verlangt dan de goden die hij tot dan toe vereerde, namelijk zedelijke volkomenheid te beoefenen en na te streven, zoals jullie dat bij veel Romeinen zelf hebben waargenomen.
Hoofdstuk 28: De ontwikkeling van het joodse volk - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Toen zeiden de leerlingen, die dachten dat Ik over de lichamelijke slaap sprak: 'Heer, als hij slaapt, zal zijn ziekte vast gauw van hem wijken; want niets brengt een zieke eerder weer op krachten dan een gezonde slaap!'
Hoofdstuk 32: Over de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ik hief hem echter op, drukte hem aan Mijn borst en zei: 'Lazarus, je hebt door Mij de dood overwonnen - zorg dat je dat ook zonder Mijn hulp kunt; want een mens is pas werkelijk vrij van alle banden van de dood, wanneer hij uit zichzelf Mijn kracht naar zich toe trekt en dan als overwinnaar en heerser uit zijn graf treedt, waar zijn ziel in sluimerde! -Maar ga nu naar binnen en sterk je, opdat je lichaam nieuwe krachten verzamelt voor het aardse leven!'
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Zouden jullie je lichaam zo weinig mogelijk bewegen, het steeds aan een gelijkmatige temperatuur blootstellen en al het onaangename vermijden, dan zal er weldra een vervaloptreden van de krachten die jullie niet oefenen, en daarmee een verval van het lichaam. En als dat al met het lichaam gebeurt, hoeveel te meer dan met de ziel die steeds in hetzelfde bestaan voort droomt zonder dat ze geprikkeld wordt -want alleen de ziel leeft immers, niet het lichaam. Om levenslustig en creatief te kunnen zijn, moet ze werk te doen hebben. Door het werk doet ze kennis op en beleeft ze vreugde aan wat ze gedaan heeft. Op het materiële vlak uit dit werk zich als strijd van het zwakkere tegen het sterkere, op het geestelijke vlak echter in de kennis en het toenemen van de liefde.
Hoofdstuk 29: Het volk van de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Lazarus zei op vriendelijke toon tegen hen: 'Beste vrienden, jullie staan verbaasd en begrijpen niet dat ik leef, terwijl ik toch zichtbaar en heel zeker gestorven was; maar jullie weten dat bij God geen enkel ding onmogelijk is, en Hij, die alles tot leven brengt, zal toch ook dit aardse stof wel weer tot leven kunnen wekken, ook al was het leven eruit verdwenen. Kijk, ik leef werkelijk, en hier staat Degene die mij opnieuw tot leven riep! Kunnen jullie er nu nog aan twijfelen dat de kracht Gods dat allemaal tot stand brengt -de kracht die in Hem, de Messias, waarlijk leeft en zich manifesteert? Waarlijk, wie nu nog twijfelt, lijkt op een zeer harde steen, die niet anders bewogen kan worden dan alleen door middel van uiterst ruwe krachten om hem uiteen te doen vallen en waarlangs het water naar beneden stroomt, zonder er ook maar het kleinste deeltje van los te maken.
Hoofdstuk 41: De tempeldienaren smeden boze plannen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Gedurende ons verblijf ondersteunde Ik de uiterlijke werkzaamheden van het huis maar weinig, zoals bijvoorbeeld het zorgen voor de voedingsmiddelen, om enerzijds de traagheid geen ruimte te geven, maar anderzijds ook om de Mijnen te leren niet alleen op buitengewone krachten te rekenen. Dat het ons desondanks aan niets ontbrak, hoef Ik natuurlijk niet te benadrukken.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Petrus zei: ja, Heer, dat weten wij allemaal heel goed, en wij spannen ons ook in om naar Uw woorden te handelen; maar toch is het vaak erg moeilijk om jezelf te overwinnen. En toch hebben wij U van ganser harte lief, met al onze krachten!'
Hoofdstuk 51: Wenken voor het veredelen van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...