Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 20 van 1166

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[4] Bij deze gelegenheid maak ik je dan ook bekend dat ik meerdere malen in de raad te Jeruzalem, die tegen jullie instituut is, zelfs het voorzitterschap heb vervuld, en dat jullie instituut veel aan mij te danken heeft! Want volgens het oude spreekwoord, dat vele honden de haas z'n dood zijn, zou ook het instituut te gronde zijn gericht als wij alle middelen daartoe hadden aangewend; maar door mijn zeker zeer gedegen tegenspraak is het tenslotte gelukt om jullie instituut in onze buurt te dulden. Want ik maakte de heren van de tempel duidelijk, dat jullie instituut eerder in het voordeel dan in het nadeel van de zaak van de tempel is, omdat daardoor velen die hun geloof in de tempel allang verloren hebben, juist door de wonderen van jullie instituut hun ogen weer op de oude tinnen van de tempel zullen richten, waarvan ze uit de Schrift en de mondelinge overlevering nog heel goed weten wat voor buitengewoons er zich allemaal in en omheen heeft afgespeeld.
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (STAHAR:) 'Zo zoekt bijvoorbeeld een jonge man een bruid. Hij klopt hier en daar aan en krijgt de ene afwijzing na de andere. Hij wordt daar heel kwaad om en zegt: 'Nee, nu heb ik er genoeg van! Ik blijf ongetrouwd en zal mijn huishouden zo goed als dat mogelijk is zelf voeren! ' En nu hij er serieus van afziet om een bruid te zoeken, komt de zaak er al gauw heel anders voor te staan! Nu komen er tientallen bruiden, aan iedere vinger tien als hij ze maar kon onderhouden! Ja, waarom dan nu en niet vroeger, toen hij de bruiden zocht?
Hoofdstuk 105: De onbegrijpelijke wegen van de Voorzienigheid. Waarom Stahar ten aanzien van de heer twijfelde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] ROCLUS zegt: 'Zeker; want nu weet ik uit eigen ervaring waar Ik aan toe ben met de oude Stahar en ik ben er bijzonder blij mee, dat ook door Stahar mijn mening helemaal bevestigd wordt dat bijna geen enkele priester, welke leer hij ook aanhangt, zelf datgene gelooft wat hij de andere mensen te vuur en te zwaard laat geloven! Want ook Stahar was, evenals ik, geheel en al atheïst, en hij is net, zoals ik, pas hier werkelijk in God gaan geloven. Maar nu geen woord meer hierover! Vriend uit de hemelen, merk je niet dat de Heer iets van plan is? Hij gaat ofwel iets doen ofwel iets zeggen'
Hoofdstuk 106: Het beperkte inzicht van de engelen in het denken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Willen de mensen nog een keer een zondvloed, dan hoeven ze de bergen maar ijverig af te graven en te doorboren, dan zullen ze daardoor de sluizen openen voor de onderaardse wateren! Willen ze de gehele aarde in vlammen zien, dan hoeven ze maar ijverig alle bossen te vernietigen, en de natuurgeesten (elektriciteit) zullen dermate toenemen, dat de aarde opeens in een bliksemvuurzee gehuld zal worden! Ben Ik het dan soms, die de aarde door het vuur wil teisteren?! Leer daarom de mensen om wijs te zijn, omdat ze anders zelf het gericht over zich zullen oproepen! Ik weet echter dat het zal gebeuren, en toch kan en mag Ik niet belemmerend daartegen optreden door Mijn almacht, maar slechts door de leer. Begrijpen jullie dat?"
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] 'Kijk, hetzelfde moeten jullie ook doen als verstandige uitdragers van Mijn leer. Laat de tempels en de vele priesterhuizen staan; bewerk alleen het volk! Als dat op eenvoudige wijze eenmaal aan jullie kant staat, dan zullen de oude afgodentempels al gauw vanzelf alle waarde verliezen en instorten. En de dienaren ervan zullen uit eigen beweging en door de nood gedreven naar jullie overgaan, de nieuwe leer aannemen en hiernaar beginnen te handelen en te werken.
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En jij, Mathaël, bent hopelijk ook zo verstandig geworden, dat je inziet dat de uitbreiding van Mijn nieuwe leer zeker niet te moeilijk is, als je het maar verstandig genoeg aanpakt; maar als je ergens op een botte manier mee begint, dan zal de uitwerking ervan ook op de aanpak lijken! -Heb jij, en jullie allemaal, dit nu goed begrepen en verstaan?"
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Mocht dat toch met enige zekerheid te verwachten zijn, dan zouden er volgens mijn bescheiden mening voorzorgsmaatregelen tegen getroffen moeten worden, opdat er uiteindelijk uit deze heerlijke leer niet een ware chaos ontstaat, waaruit verder niemand meer gemakkelijk wijs kan worden. -Wat is Uw mening hierover, Heer?"
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] IK zeg: 'Mijn lieve vriend, ofschoon je zorg voortkomt uitje redelijke, bekommerde hart, moet Ik je toch zeggen dat jouw zorg een beetje voorbarig is! Dat deze leer bij alle volkeren in latere tijden niet zo zuiver zal blijven als deze nu uit Mijn mond tot jullie is gekomen, dat kan bij voorbaat wel als vaststaand aangenomen worden.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar dit alles zal geen enkele afbreuk doen aan Mijn ware en zuivere leer als zodanig; want het hier door Mij tot jullie gesproken woord zal door jullie ook weer verder verspreid en besproken worden, en jullie zelf zullen je niet meer precies letterlijk van Mijn woorden bedienen, wat ook helemaal niet meer nodig is. Maar de innerlijke geest ervan zal toch blijven bestaan.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Over hem die in Mij zal geloven en in Mijn naam uit water en uit geest gedoopt wordt, zal ook Mijn geest komen en hij zal wandelen in het licht van de zuivere waarheid, tijdelijk en eeuwig. Bij zo iemand zal dan ook deze leer in alle zuiverheid als nieuw weer voorhanden zijn. Wie echter niet zo ver komt dat hij deze genade krijgt, zal het zuivere licht van de eeuwige waarheid van Mijn leer toch nooit kunnen bevatten en begrijpen, en dan maakt het niets uit met welke kost hij zijn geestelijke maag zal volstoppen.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Heeft echter iemand de geest van Mijn woorden in zich, dan heeft hij de letter niet meer nodig. Wie de geest heeft, heeft ook de zuivere leer. En Ik zal in de geest verblijven bij Mijn altijd slechts weinige, maar ware aanhangers tot aan het einde der tijden van deze aarde. En zo, vriend Mathaël, wordt er wel voor gezorgd dat Mijn leer ook altijd zuiver behouden blijft!"
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (MATHAËL:) 'Ik ben er nu vast van overtuigd, dat wij met de verbreiding van Uw zuiver goddelijke leer zeker geen al te grote moeite zullen hebben en wij, gebieders en aardse machthebbers, al helemaal niet; maar een heel andere vraag is, en die lijkt mij uiterst belangrijk, hoe deze leer voor de mensheid zuiver gehouden kan worden, zonder dat mensen hieraan iets toevoegen of er iets uit weglaten. Want wij zijn nu met velen, die deze nieuwe leer niet alleen voor onszelf gekregen hebben maar ook voor onze vele broeders en zusters, en deze ook met volle inzet willen verbreiden! Maar zelfs wij zullen misschien al op heel wat punten de mensen dit meest ware en zuivere evangelie zeer verschillend verkondigen, wat natuurlijk in de aard der zaak ligt.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zeg jullie voor alle eeuwigheden als van God uit waar: Wie Mijn leer niet volkomen in de daad omzet, maar deze slechts aanhoort en nu en dan bewondert en prijst, die krijgt Mijn geest niet, en Mijn hele leer helpt hem dus in feite weinig of niets! Want als hij na het afleggen van zijn lichaam daar uiteindelijk helemaal naakt als ziel staat, dan zal hij van Mij en van Mijn leer evenveel weten als wanneer hij er op aarde nooit een lettergreep van vernomen had, wat echter ook een heel natuurlijk verschijnsel is.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En zoals deze gelijkenis in ieder opzicht en met betrekking tot alles zeer duidelijk het verschil laat zien tussen bedrieglijke schijn en de volle waarheid, waardoor iedereen ook gemakkelijk en geheel en al kan zien dat iedere beschrijving van Rome, ook al is die nog zo juist, het niet haalt bij de eigen daadwerkelijke overtuiging, omdat de voorstelling die door een beschrijving is ontstaan, slechts ingebeeld is en heel goed verdrongen kan worden door een andere die door iets anders is ontstaan, omdat ze geen levend beeld geworden is in de ziel, - precies op dezelfde manier gaat het met Mijn leer:'
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Jullie kunnen Mijn leer van woord tot woord met onuitwisbare letters voor alle tijden der tijden optekenen, zodat er geen letter van verloren gaat, en jullie kunnen haar nog zo prediken en voorlezen aan alle volkeren, en als deze volkeren dan luidkeels roepen: 'O, kijk eens, dit is een zeer voortreffelijke leer en de mond van een God waardig!', maar er dan toch niemand mee aan het werk wil gaan en volop actief wil worden volgens de principes ervan en volgens hetgeen erin verlangd wordt, -heeft deze leer van Mij dan voor iemand enig nut, ook al is zij nog zo zuiver bewaard? Ik zeg jullie: Dat heeft geen enkel nut! Of heeft een zieke iets aan een medicijn, als hij dit niet inneemt en niet volgens het voorschrift van de ervaren arts gebruikt?!
Hoofdstuk 122: Het belang van het daadwerkelijke christendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...