Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

839 resultaten - Pagina 20 van 56

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[7] Ik zei: 'Je hebt toch gasten in huis en er is weinig ruimte binnen. Bovendien ben Ik niet bepaald een vriend van de Farizeeën, schriftgeleerden, priesters en schijnvromen, daarom blijf Ik liever buiten.'
Hoofdstuk 164: Voor de herberg van een tollenaar De geschiedenis van de Farizeeër en de tollenaar (Luc. 18: 9-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Dat is wat deze plaatsen betreft heel gemakkelijk te verklaren. Want alle bewoners van deze plaatsjes kwamen maar zelden naar Jeruzalem, omdat de meesten erg arm waren; de weinige rijken bleven echter ook liever thuis dan een reis naar het dure Jeruzalem te ondernemen. Want ten eerste schrokken ze terug voor de onnodige uitgaven, en ten tweede vreesden ze dat ze tijdens hun afwezigheid door de vele armen bedrogen, bestolen of zelfs beroofd zouden worden.
Hoofdstuk 167: Petrus vraagt naar het loon van de leerlingen (Luc. 18: 28-30) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar Ik zei: 'Dat zal Ik wel maar jullie zijn allemaal kleinbehuisd en wij zijn met velen; breng ons daarom liever naar een herberg, waar wij opgenomen kunnen worden!'
Hoofdstuk 169: De Heer in de herberg ter Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Denk in plaats van het betalen van een ontheffingssom liever metterdaad aan de armen en maak ieder onrecht goed, dan zijn jullie in Mijn ogen en die van God meer dan volmaakte joden en zullen als zodanig ook een groot aandeel in Mijn rijk hebben!
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Daarop kwam er dan ook een man naar mij toe die op een jood leek en die zei ernstig: 'O jij oude dwaas, waarom bid je zo zinloos tot goden, die nooit geweest zijn en nooit zullen zijn? Bid liever in, geest en in waarheid tot de ene, ware God van de joden, dan zal je gegeven worden waar je om vraagt!
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar Ik zei: 'Waar Ik eenmaal Mijn intrek heb genomen, daar blijf Ik ook! Blijven jullie liever hier bij Mij -dat zal heilzamer voor jullie zijn! Maar in de burcht zal Ik zal noch vandaag noch morgen komen. Wat Ik voor jullie zal doen, zal Ik hier openlijk voor de ogen en oren van iedereen doen; want allen moeten het grote getuigenis van God uit Mijn mond horen!'
Hoofdstuk 192: In de herberg in Essea (3.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Rafaël zei: 'Dat zullen jullie heel gemakkelijk begrijpen als straks de hele storm zal ophouden. Het constante, zeer felle licht van de bliksems zorgt ervoor dat het zwakke schijnsel van verscheidene branden nu niet waarneembaar is; maar wanneer de bliksems meer en meer zullen ophouden, zullen jullie ook wel enkele flinke branden opmerken, en wel in het bijzonder boven het gebied rond Jeruzalem. Maar daar is ook niet zoveel aan gelegen, en als jullie een brand opmerken, moeten jullie daar niet bang voor worden; want waar het toegelaten wordt dat een bliksem een huis of een hut in vlam zet, of ook een dorp of een droog bos van de een of andere gierigaard, die zijn hout liever liet verrotten dan dat hij een arme ook maar een paar droge takjes liet nemen om te gebruiken, daar overkomt de goede mensheid werkelijk geen schade! En zo is het ook met de hutten, huizen en dorpen gesteld; kortom: alles wat jullie nu zien en later nog zullen zien gebeurt niet tot schade, maar alleen tot groot voordeel van de mensen, wat jullie later nog duidelijker zullen begrijpen.
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wij weten nu dat de in hun rust gestoorde ethergeesten heel gauw actief worden en zodoende het onweerstaanbare geweld en de macht te kennen geven die hun eigen is. En kijk, dat doen ze ook als ze in het water door een steeds toenemende activiteit van buiten van hun metgezellen, door vuur dus, onrustig worden. Wanneer ze dan bij het koken nog kunnen ontwijken en in een toestand van rust kunnen komen, dan is hun dat natuurlijk liever; maar als jullie water in een stevig gesloten vat op het vuur zetten, zullen de in het water rustende ethergeesten jullie weldra laten zien wat voor geweld ze in zich hebben, als ze actief beginnen te worden. Het zal niet lang duren voor het in stukken gereten wordt, al zou het vat ook van ijzer zo dik als een arm gemaakt zijn, en de geesten zullen zich met een harde knal vrij maken en zich daarna terugtrekken in de hun aangeboren rust. -Dat is een heel aanschouwelijk voorbeeld, waar jullie nu wel en beslist nog duidelijker kunnen opmaken, dat de ethergeesten ook in het water wonen.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] U zei, dat de mens het tot een half meesterschap moet brengen in het overwinnen van zijn zinnen en begeerten en ook van de vooral in zijn jonge jaren steeds overwegende hang naar de bekoorlijkheden van de wereld, voordat hij mag hopen dat U hem zult ondersteunen en dan tot het volledige meesterschap zult brengen. Dat klinkt weliswaar heel goed en waar en tot op zekere hoogte ook gemakkelijk en men ziet ook al gauw in, dat het volgens Uw scheppende orde ook wel zo zal zijn en moet zijn. Maar wanneer men bedenkt dat het voor bijna ieder jong mens, over wie de bekoringen en verlokkingen van de wereld steeds een grotere macht hebben dan over iemand die al ouder begint te worden en de aantrekkelijkheden van de wereld heel gemakkelijk de rug toekeert, wel buitengewoon moeilijk is om zich met al zijn zinnen en begeerten van de wereld af te keren en met mannelijke kracht de geestelijke weg op te gaan en daarop voort te gaan. Aangezien het hier gaat om het allerhoogste en belangrijkste van de mens, zou ik toch de volgende vraag willen stellen, die mij naar mijn menselijke wijze van denken verstandig toeschijnt, namelijk of het voor iedereen niet vruchtbaarder zou zijn als U, o Heer en Meester, hem liever ten tijde van zijn grootste zwakheid helpend ondersteunt en hij het zodoende met Uw hulp voor de helft tot het levensmeesterschap zou brengen, waarna het bereiken van de tweede helft met behulp van eigen levenskracht en wilskracht niet zulke grote moeilijkheden zou opleveren als het bereiken van de eerste helft van het levensmeesterschap .
Hoofdstuk 152: Over de goddelijke orde op de geestelijke levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Eén van hen zei: 'Beste Meester, u hebt gemakkelijk praten, omdat God u alles geeft waar u Hem op uw geheime manier om vraagt! Maar wij mensen kunnen offeren, bidden en smeken zoveel we maar kunnen en willen, dat helpt ons allemaal niets; want God let niet op ons, hoewel wij de wetten van Mozes nog zo veel als maar mogelijk is trouw in acht nemen. Maar het was in de tijd van de profeten ook ongeveer zo: God heeft altijd alleen de gebeden van de uitverkoren profeten verhoord; maar de leken hebben hun leven lang kunnen bidden en smeken om het een of ander en hebben toch niets ontvangen. O, het zou ons duizend keer liever zijn als God in geval van nood steeds onze beden zou verhoren dan dat wij, omdat God ons niet verhoort, hulp moeten zoeken bij de zwakke mensen, die ons maar zelden kunnen helpen! Maar wat kunnen en moeten wij anders doen, als wij maar al te duidelijk inzien dat al ons bidden en smeken ons geen hulp in onze grote noden verschaft?'
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Maar Ik zei: 'Waar is dat voor nodig? Wij zijn al voldoende gesterkt met brood en wijn; doe in plaats daarvan liever iets goeds voor de arme vreemdelingen!'
Hoofdstuk 192: In de herberg in Essea (3.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[28] Ik zei: 'Laat dat nu maar achterwege, want jouw stille dank in je hart is Mij heel veel liever en aangenamer dan duizend hardop gesproken woorden. Morgen kun je ook nog wel vrijuit spreken tegen de vreemdelingen die jou gekend hebben.'
Hoofdstuk 192: In de herberg in Essea (3.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De waard zei: 'Mijne heren, ik heb ook wijn! Willen jullie niet liever wijn drinken, want die is bij mij heel goed, en beter dan het water dat in deze streek nauwelijks geschikt is om mee te koken?'
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar als jullie, zoals je zegt, reeds de halve wereld rondgereisd hebben en vast ook al grote schatten en rijkdommen hebben vergaard, reis dan als echte halfgoden ook nog door de andere helft van de wereld en Iaat je hoog eren, zoals jullie willen, maar laat ons met rust! Maar als jullie hier ruzie willen maken omdat niemand hier iets van jullie kunst wil zien, dan zou dat jullie wel eens duur te staan kunnen komen; want hier aan mijn tafel bevindt zich een zeer machtige heer, voor wie niets onmogelijk is. Hij zou zeker in staat zijn om jullie voor je opdringerigheid heel gevoelig te tuchtigen! Ga nu dus liever maar goedschiks mijn huis uit!'
Hoofdstuk 13: De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar nu vragen we u om ons van onze boeien te bevrijden; want wij hebben het echt niet verdiend die te moeten dragen. Werkelijk goede mensen zullen dat ook wel inzien, en een rechtvaardige rechter zou liever diegenen meedogenloos moeten tuchtigen die door hun onbarmhartige handelwijze de mensen tot misdadigers maken, en niet zozeer de misdadigers die alleen maar door nood, vertwijfeling en woede over de grenzeloze en onbeschaamde slechtheid van de mensen gedwongen werden tot handelingen, die op zichzelf weliswaar slecht zijn, maar bij mensen zoals wij zeer zeker verontschuldigd dienen te worden.
Hoofdstuk 17: De verontwaardiging en goede bedoeling van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...