Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9883 resultaten - Pagina 20 van 659

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[7] Nu zei de waard: 'Vriend, je hebt je nu alleen maar zo over mij opgewonden, omdat ik jou in mijn vrolijkheid heb gevraagd hoe het toch gekomen is dat ook jij blijvend een leerling van de Heer bent geworden! Ik heb je daarmee geenszins terecht willen wijzen en wist er ook niets van, dat de Heer jou eens heeft aangeduid met een naam die ik zelf niet weer wil uitspreken. Ik uitte alleen maar mijn verwondering over jou, omdat ik je voorheen in je handel en wandel als burger maar al te goed gekend heb en gezien heb dat jij het, ondanks jouw kennis van de Schrift, met het houden van Gods geboden nooit zo nauw hebt genomen.
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Hierop deed degene die getrouwd was nogmaals zijn mond open en zei (de Indo-jood): 'Beste, ons nog volkomen onbekende vriend, kijk, wij hebben werkelijk een gezegend bergland, dat nog eens zoveel mensen en dieren zou kunnen voeden als op dit moment; maar satan heeft ook in ons land eigenbelang en zelfzucht geplant! De oudsten, die de wijzen en leiders van het volk willen zijn, hebben het land onder elkaar verdeeld en het volk tot hun dienaren gemaakt, en zo zijn er in ons land nu ongeveer zevenhonderd patriarchen, van wie bijna ieder zo'n tienduizend ondergeschikte dienaren van beiderlei geslacht in dienst heeft.
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei, terwijl Ik Mij intussen met de vier mensen uit India had beziggehouden en hen over veel dingen onderricht had: 'Ga maar eens in je broodkamer en je wijnkelder kijken!'
Hoofdstuk 110: De karavaan uit Perzië in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[26] Als kaf zullen jullie verstrooid worden naar alle delen van de wereld! Jullie zullen geen volk meer zijn en als onderdanige slaven zullen jullie de heidenen moeten dienen, aan wie het licht wordt gegeven dat jullie afgenomen wordt; en zoals de Joden eens het belangrijkste volk op aarde waren, zo zullen ze weldra het minste en overal meest verachte worden! Want met de vele profeten, wier graven ze nu vanwege het volk ook met hun broze kalk wit maken, hebben ze nog niet genoeg gemoord - ze willen zich nu ook op de Heer Zelf werpen, Hem gevangennemen en doden! Dat zal de Heer ook nog toelaten, echter niet tot heil van de valse profeten, maar tot hun gericht; en zo zal Hijzelf de machtige wervelwind zijn, die hen allemaal zal verscheuren in alle poelen van de aarde uiteen zal slingeren.
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Kijk, die door Mij voorziene strijd ten gevolge van het feit dat Ik de vrije wil van de mensen niet aantast, die de arm van hun liefde en derhalve van hun leven is, is onvermijdelijk, omdat Wij de mensen die zich nu in het foute en kwade bevinden en wier aantal buitengewoon groot is, niet ter wille van de leer uit de hemelen eerst door een zondvloed van de aardbodem willen laten verdwijnen, aangezien deze leer juist wordt gegeven ter wille van de zieken, doven en blinden en degenen die met allerlei kwalen behept zijn, en niet ter wille van de gezonden. Dan valt het ook gemakkelijk te begrijpen dat zich mettertijd grote gevechten en oorlogen over de aardbodem zullen uitbreiden en vooral en eerst over het oude rijk van deloden, vanwaar de leer uitgaat, en wel met zulke grote verwoestingen dat men niet meer zal kunnen herkennen waar de ene of de andere stad heeft gelegen, waar de wijngaarden, de vruchtbare akkers en rijke fruitboomgaarden, weiden en velden geweest zijn. Het zal in een woestijn veranderd worden en nooit meer tot het Beloofde Land worden, waar eens honing en melk vloeide.
Hoofdstuk 144: De betekenis van de toekomstvoorspellingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Maar hoe jullie datgene wat jullie zo lang en bang hebben gezocht, nu hier eindelijk eens hebben gevonden, zal jullie pas later helder en duidelijk worden. Nu is het echter nogmaals jullie beurt om hier openlijk tegenover ons te kennen te geven hoe jullie hetgeen Ik tegen jullie heb gezegd, hebben opgevat. Want men kan een nieuw te bouwen huis niet eerder voltooien dan nadat de grond, die het huis moet dragen, zijn volle stevigheid heeft verkregen. Als jullie willen, kunnen jullie nu spreken! ' .
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar zoals het met die leerling wat zijn vrije wil betreft, gesteld is, zo is het met vele duizenden mensen gesteld. Hoeveel mensen heb Ikzelf onderwezen op het open veld, in de straten, in de steden, dorpjes, huizen, op het meer, op de bergen, in de tempel en in de woestijnen, en heb daarbij, om de ogen van die blinden te openen, steeds grote, ongehoorde tekenen gedaan; ga maar eens kijken hoe weinigen zich werkelijk bekeerd hebben van al diegenen die Mij hebben gehoord en gezien!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar ik zeg je: ga maar eens kijken bij een heel goede kettingsmid, hoe hij een ketting maakt! Eerst worden er alleen maar afzonderlijke ringen gemaakt; als die er eenmaal in de juiste hoeveelheid zijn, worden ze volgens de aloude regels der smeedkunst door tussenschakels met elkaar verbonden, en wel zodanig, dat daaruit na het eerste verbindende werk gedeeltes van slechts drie ringvormige schakels tevoorschijn komen. Als dat werk klaar is, worden twee gedeeltes van drie schakels door een zevende tussenschakel met elkaar verbonden, daarna ontstaan er door een nieuwe tussenschakel stukken van vijftien schakels, welke ook weer met elkaar verbonden worden, en dat gaat zo door, totdat de hele, lange ketting klaar is.
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De Romein, die ook al aanwezig was, zei tegen Mij: 'Heer en Meester! Zo'n ochtend in zo'n prachtige omgeving verkwikt en versterkt het hart en gemoed van de mens buitengewoon -maar daarbij moet ik de aanmerking maken dat de ochtend, die juist de mooiste en aangenaamste tijd van de dag is, steeds het kortste duurt; want zodra de lieve zon boven de horizon is gekomen, begint ook de dag met zijn steeds toenemende saaie eentonigheid al, en die duurt dan met weinig afwisseling voort tot de avond. O, als er op aarde toch eens een land zou zijn, waar de ochtend als het ware eeuwig zou voortbestaan, dan zou ik daar willen leven en mij voortdurend over het leven verheugen! Deze kortdurende ochtenden van ons hebben mijn gemoed al heel vaak met een soort weemoed in plaats van met vreugde vervuld. O Heer en Meester, bestaat er nergens op deze aarde een land, waar de ochtend tenminste langer duurt dan hier bij ons?'
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Kijk nu eens naar jullie soldaten, hoe ze met de andere schippers, die hun hoofd schudden, overleggen wat er met jullie lekke schip gedaan kan worden! Het water eruit hozen helpt niets; want dat zou een even vergeefs werk zijn als wanneer iemand een beek leeg zou willen scheppen. Want er zou immers evenveel en nog veel meer water weer opnieuw in de beek stromen als hij eruit weg zou halen. Kom nu maar heel dapper met mij mee en overtuig je ervan dat het inderdaad zo met jullie schip gesteld is!'
Hoofdstuk 211: Rafaël bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Kijk eens naar verschillende leerlingen van de Heer! Als zij iets zouden willen doen vanuit de wil van de Heer, die in hen al heel machtig is geworden, zou de een of de ander van hen ook in staat zijn iets te doen wat jou vast en zeker niet minder wonderbaarlijk zou voorkomen dan wat ik bij jullie heb gedaan; maar hun echte liefde voor de Heer en hun ware deemoed tegenover Hem zegt hun: 'O, wat zijn wij nog zwakke leerlingen vergeleken bij U!' En daarom wachten ze nog tot de Heer hun zal zeggen: 'Ga nu de wereld in, onderricht alle mensen Mijn wil en doe werken in Mijn naam!' Dan zullen ze, waar dat nodig is, ook dezelfde tekenen doen die de Heer nu Zelf doet, en ook ik van tijd tot tijd doe door de wil van de Heer in mij .
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Laten we eens kijken naar de landen waar het wemelt van allerlei soorten roofdieren en de mensen voortdurend jacht op hen moeten maken, om met door hen opgevreten te worden! Hoe zijn die mensen zelf? Ze zijn net zo woest als de dieren die hen omringen! Ze roven en moorden en onder hen is geen liefde en nog minder echte barmhartigheid te vinden en geen verlangen of neiging naar een goed geordende, vreedzame bezigheid.
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Kijken we daarentegen naar een volk, zoals ik eens in Armenië heb aangetroffen! In het land van dit volk heeft een vroegere, wijze koning met alle ijver alle wilde dieren door veel bekwame jagers zoveel mogelijk laten uitroeien -en ook de adelaars en gieren werden niet ontzien; alleen zachtmoedige en nuttige huisdieren mochten worden gehouden, en de akkerbouw was de voornaamste bezigheid van dat volk -en ik zeg U, o Heer en Meester, dat ik nooit een zachtmoediger en vreedzamer volkje op een continent ben tegengekomen!
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Zeg eens: kan de nacht haar heerschappij op aarde uitoefenen, als de zon reeds hoog boven de horizon staat? En zo is het nu ook al op aarde! Het licht is te machtig geworden, en de machthebbers, die voorheen alle duisternis zozeer aanhingen -ter wille van hun tronen en hun onbeschrijfelijk goede leventje - beginnen in de onoverwinnelijke macht van dit licht hun grote machteloosheid in te zien. Als ze willen voortbestaan, moeten ze nu een vriendelijke houding gaan aannemen tegen het door hen eertijds zo gehate licht; en als ze ongemerkt weer op de oude duisternis willen aansturen, dan merkt het volk dat, het weigert hun dan gehoorzaamheid en brengt hen weldra in grote verlegenheid en -zoals nu al vele voorbeelden laten zien verdrijft het hen ook van hun heerserstronen.
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Uw Ik is de Heer Zelf in alle volheid, en ik heb nu als oude man in U mijn heil gezien en zou nu willen zeggen: 'O Heer, Heer, laat Uw oude dienaar in vrede overgaan naar de grote wereld aan gene zijde! Want U bent de Beloofde vanuit Uzelf! Uw eeuwige geest heeft uit de mond van de profeten gesproken en Uw neerdalen voorspeld, en U, die de eeuwige Waarheid en Trouw zelfbent, hebt Uw woord gehouden en bent in een lichaam van vlees en bloed naar ons zondige mensen toegekomen om ons weer opnieuw op te richten, zowel de Joden als de heidenen, die ook kinderen van Noach zijn en eens samen met de voor-Abrahamieten één volk vormden onder de grote opperkoning en allerhoogste priester Melchizédek van Salem. Daarom zij U alleen alle eer en alle lof, o Heer, Heer, Heer!'
Hoofdstuk 57: Het getuigenis van de oudste over de Heer (21.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...