Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 20 van 412

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[14] Als hij zover gekomen is, vertel hem dan met mate steeds meer en meer. Vind je na zulke gesprekken, dat het hart van de luisteraar steeds levendiger wordt, zeg hem dan tenslotte alles, en hij zal het zeker aanvaarden en elk woord van je geloven. Als je hem echter in één keer te veel geeft, zal het hem terneer drukken en zijn zintuigen verwarren, en zal hij je nog veel werk bezorgen.
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Allen antwoorden met een ontroerd hart: "Ja, Heer, dat is ons nu zo duidelijk als de zon op het helderste middaguur, en wij zullen het zeer getrouw navolgen!"
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Nu gaan we verder en bereiken een erg grote en hoge hal, die echter niet donker, maar heel behoorlijk verlicht is; want deze hal bevat een aantal aardoliebronnen, die al heel wat jaren geleden door mensen, die in deze grot woonden, aangestoken zijn en sinds die tijd in lichterlaaie stonden en met verscheidene machtige vlammen brandden en deze grote hal voor een deel verlichtten, Ook bevond zich in de hoge koepel van deze hal een tamelijk wijde uitmonding in de open lucht waardoor een redelijk helder daglicht viel, en zodoende is deze grot zoals reeds gezegd heel behoorlijk verlicht.
Hoofdstuk 4: De druipsteengrot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Wij waden op een zeer ondiepe plaats door de zogenaamde Styx en gaan door een tamelijk nauwe spleet de Tartarus binnen, die in het licht van onze fakkels maar al te gauw een schat begint prijs te geven, die nog door geen van de Farizeeën verraden was. En zo komt door Mijn toedoen alles wat nog verborgen was aan het licht.
Hoofdstuk 4: De druipsteengrot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Verheug u in de Heer, gij rechtvaardigen; de vromen moeten Hem zeer prijzen. Dank de Heer met harpspel en zing voor Hem bij de tiensnarige harp. Zing een nieuw lied voor Hem en begeleid het met zuivere klanken van het snarenspel; want Gods woord is waarachtig, en wat Hij belooft, dat komt Hij zeker na. Hij houdt van gerechtigheid en een zuiver gericht; de aarde is vervuld met de goedheid des Heren. - De hemelen zijn door het woord des Heren gemaakt en al Zijn legers door de geest van Zijn mond. Hij houdt het water in de zee bij elkaar als in een leren zak en legt de diepte in het verborgene. Laat de gehele wereld de Heer vrezen, en alles wat op de aardbodem woont moet tegen Hem opzien; want wat Hij zegt, gebeurt, en wat Hij beveelt, is er. De Heer vernietigt de raadgevingen van ongelovigen en slechten en leidt de gedachten van de volkeren van hen af. Maar Zijn raad blijft eeuwig en de gedachten van Zijn hart blijven zonder ophouden. Gelukkig het volk, dat de Heer tot God heeft; want dat is het volk dat Hij als erfgenaam heeft uitgekozen! -De Heer kijkt uit de hemel en ziet de kinderen van alle mensen. Vanaf zijn onwankelbare troon kijkt Hij naar allen die op aarde wonen. HIJ bestuurt hun hart en wordt al hun werk gewaar. Een koning heeft niets aan zijn grote macht en een reus wordt niet gered door zijn grote kracht! Paarden helpen ook niet, en hun grote sterkte brengt geen redding! Want het oog des Heren ziet alleen naar degenen die Hem vrezen en op Zijn goedheid hopen, opdat Hij hun ziel redt van de dood en haar.voedt tijdens schaarste. Ons hart verheuge zich over de Heer, en wij allen vertrouwen op Zijn heilige naam! - Uw goedheid, o Heer, zij met ons, zoals wij op U hopen!"
Hoofdstuk 7: Het loflied van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Ik zeg: "Ja, mijn beste vriend, voor de oprechte vrienden van God is het eigenlijke, ware hemelrijk van God overal, voor de vijanden van God echter nergens. Voor hen is daarentegen de hel overal, waarheen je ook je ogen en andere zintuigen wenden kunt en wilt. Beneden en boven is daar hetzelfde. Kijk niet omhoog naar de sterren -want zij zijn aarden zoals deze, waar je op staat -en kijk ook niet naar beneden naar de aarde, want zij is geoordeeld, net zoals jouw lichaam, dat eens moet sterven en vergaan! Onderzoek daarentegen je hart en zoek er vlijtig in; dáár zul je vinden wat je zoekt. Want in ieder mensenhart is het levende zaad gezaaid, waaruit het eeuwige ochtendrood van het eeuwige leven zal opbloeien.
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Door de poort van je hart zul je na de dood van je lichaam naar buiten gaan in de eindeloze ruimte van God, en afhankelijk van de gesteldheid van je hart zul je daar een hemel of een hel vinden!
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Want er is nergens een geschapen hemel en ook nergens een geschapen hel, maar al die dingen komen voort uit het hart van de mens. Zo zorgt ieder mens in zijn hart voor de hemel of voor de hel, afhankelijk van het goede of het kwade dat hij doet. En zoals hij gelooft, wil of doet, zo zal hij dan volgens zijn geloof, dat zijn wil voedde en deed handelen, leven.
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Laat ieder de neigingen van zijn hart onderzoeken, dan zal hij snel bemerken met welke geest zijn hart is vervuld. Trekken zijn neigingen het hart en zijn liefde naar de wereld, en voelt hij een verlangen in zich om iets groots en voornaams te worden in de wereld, - heeft het hart, dat hoogmoedig wil worden, een onbehagen aan de arme mensheid, en voelt het de drang in zich om, zonder door God gekozen en gezalfd te zijn, te willen heersen over de anderen, dan ligt het zaad der hel reeds in het hart. Dit zaad zal, als het niet bestreden en verstikt wordt, de mens na de dood van het lichaam zeer zeker nergens anders dan in de hel doen belanden.
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Als het hart van de mens echter vol deemoed is, en hij zich gelukkig prijst om de geringste onder de mensen te zijn, iedereen te dienen, uit liefde tot de broeders en de zusters zichzelf niet te achten, zijn meerderen gewillig in alle goede, voor de broeders nuttige zaken te gehoorzamen, en hij God boven alles liefheeft, dan groeit uit het hemelse zaad in het hart een echte, eeuwig levende hemel. Als de mens op deze wijze de gehele hemel in al haar volheid al in zijn hart draagt, gevuld met het echte geloof, de zuiverste hoop en liefde, dan kan hij na de dood van zijn lichaam onmogelijk ergens anders terecht komen dan in het hemelrijk van God, dat hij in alle volheid allang in zijn hart had! Als je dit goed overweegt, dan zul je gemakkelijk begrijpen hoe het nu precies met het hemelrijk, alsook met de hel, gesteld is."
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Door die zienswijze gaat zo'n mens zijn armelijk bestaan verwensen, in zijn hart de armoede vervloeken en op middelen zinnen hoe hij zich grote schatten en rijkdommen kan verschaffen, om met behulp daar van zijn heerszuchtige ideeën te kunnen realiseren.
Hoofdstuk 9: De Heer geeft voorbeelden van hemel en hel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] FAUSTUS zegt: "Ja, Heer, nu begrijpen wij allen ook dit en wij beseffen, dat U vol bent van de goddelijke geest, en Zelf de Schepper bent van alle dingen. Want welk mens kan uit zichzelf naspeuren hoe de hele schepping in elkaar zit, en welke wetten daar heersen? Dat kan alleen maar aan diegene helder en door en door bekend zijn, die de geest in zich heeft, waardoor alle dingen gemaakt zijn en nog steeds als zodanig bestaan. Ik kan U voor al de mij hier bewezen grote geestelijke, en materiële weldaden slechts met een voor U met de grootste liefde vervuld hart danken! Want wat zou ik arme, zwakke, zondige mens anders voor U, de Heer der oneindigheid, kunnen doen?"
Hoofdstuk 10: De wet der orde. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Ik zei nog op het sterfbed: 'Als mijn Jezus nog leeft, die voor mij alles is, dan laat Hij mij niet vergaan in het koude graf!' En zie, wat mijn hart mij gezegd heeft, is gebeurd. Ik leef weer helemaal, en dat in de armen van mijn geliefde Jezus! Maar van nu af aan zal ook niets mij meer van Uw goddelijke zijde kunnen scheiden! Ik wil U als de minste van Uw dienaressen volgen, waar U ook moge heengaan."
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Terwijl Sarah zo nog bezig is haar hart voor Mij uit te storten, komt Jaïrus eindelijk met een harskaars naar de grafkamer toe. Dan zeg Ik tegen haar: "Let op, je vader Jaïrus komt! Verberg je daarom achter de rug van Faustus, zodat hij je niet meteen ziet, want dat zou slecht zijn voor zijn gezondheid! Maar als Ik je roepen zal, stap dan vlug met een opgewekt en vrolijk gezicht naar voren, dan zal zoiets hem geen kwaad doen!" -Sarah volgt deze raad direkt op, en Jaïrus komt de kamer binnen op het moment dat Sarah zich net achter de rug van Faustus heeft verborgen.
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Faustus zegt: "Beste, zeer wijze Heer, Meester en Vriend! Werkelijk, Uw woorden klonken wel heel wijs, maar de juiste betekenis ervan is mij ditmaal ontgaan! Hoe nu op een bepaalde manier hemel en hel op één plaats bij elkaar kunnen liggen, zodat blijkbaar het ene het andere zou moeten doordringen, dat is voor mij als nog erg materialistisch denkend mens een onmogelijke zaak! Maar hoe tenslotte uit mijn hart een oneindig gelukkige of ongelukkige oneindigheid moet voortkomen, is me nog onbegrijpelijker dan al het andere! Daarom moet ik U wel vragen, of U mij daarover nog een begrijpelijker uitleg wilt geven, want anders ga ik, ondanks al het licht op de helderste geestesmiddag, blind hiervandaan naar huis!"
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...