Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 20 van 43

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[16] Vanavond hebben wij weer een keer de ons reeds bekende luchtverschijnselen gezien, die wij met de naam 'fata morgana' aanduiden. Wij begrijpen natuurlijk niet hoe en waarom die ontstaan. Maar dat er weldra stormen op volgen, dat weten wij uit ervaring, en tot nu toe beschouwden wij ze als waarschuwingen van de hemel, dat men zichzelf bij het verschijnen ervan in veiligheid moet brengen. Zulke verschijnselen zullen echter vast nog een andere, diepere grond hebben. Als het nodig is voor ons zal de Heer ons ook daarover licht schenken; en als het niet nodig is, zijn wij er ook niet gretig naar -want van nu af aan moet over ons alleen de wil van de Heer heersen! Wij danken je voor je bezoek.'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard uit Jesaïra, die ook nog voortdurend aanwezig was, en de ons bekende bootslieden bekeken het afgedekte schip, dat tijdens de nachtelijke storm de soldaten van Herodes naar de oever had gebracht, die nu nog in hun hut rustten, en ze verbaasden zich erover dat dit schip, dat toch al tamelijk oud en absoluut niet stevig gebouwd was, niet samen met de andere vier gezonken was.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik en onze Marcus begaven ons echter naar ons huis, en al Mijn leerlingen en alle overige aanwezigen deden dat ook toen ze ons naar het huis zagen lopen. We gingen onmiddellijk aan onze tafel zitten en namen het welbereide ochtendmaal tot ons, en dat deden ook de mensen uit Joppe in de hun reeds bekende hoek.
Hoofdstuk 214: De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Toen Ik uitgesproken was, kwamen de arts, de overige genezen Grieken, de waard uit Jesaïra, de bekende visser bij hem uit de buurt en de vissers uit de baai met het riet, die vroeger cynici waren geweest en tot hier meegereisd waren, en bedankten voor.alles wat ze fysiek en geestelijk hadden ontvangen en genoten, en begaven zich vervolgens naar hun eigen woonplaatsen. Een deel reisde over land naar het westen, de anderen werden over het water verder vervoerd.Wij bleven echter nog een uur lang in het huis en spraken met elkaar over veel nuttige, goede en ware dingen.
Hoofdstuk 214: De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Tijdens de vijf dagen, die Ik samen met de nu bekende en volledig bekeerde Romeinen bij Marcus doorbracht, gebeurde er niets wat bijzonder van belang was. We maakten kleine tochten in de omgeving, hier en daar genas Ik een zieke, en de tweede dag had Marcus op Mijn woord een grote visvangst ondernomen en een meer dan rijke vangst gedaan.
Hoofdstuk 4: Rafaël redt Perzen en Indiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Toen Ik dat tegen de vissers had gezegd, herkenden verschillende van hen Mij en zeiden: 'Heilons, en U zij alle lof en eer! O Heer en Meester, vergeef ons onze blindheid; want wij hadden U op het eerste gezicht wel moeten herkennen, omdat U een jaar geleden ons dorp immers ook al met Uw heilige aanwezigheid hebt gezegend! Ja, op Uw bekende, almachtige woord zullen wij vast en zeker een rijke vangst doen, en Ebal en zijn hele huis zullen direct zien wie hier de grote vismeester was!'
Hoofdstuk 5: De reis van de Heer naar Genezareth (8.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Hierop zei Ebal: 'Gestrenge heer en gebieder, sinds u hier uw wetten toepast met een gestrengheid die wij, bewoners van deze stad, niet gewend zijn, heb ik nog nooit een berisping van u gekregen vanwege het niet tegemoet komen aan uw wil. Ook deze keer heb ik niet uit onwil tegen uw steeds moeilijker te verdragen verordeningen achterwege gelaten aangifte te doen van de komst van mensen, die geen vreemde gasten, maar mijn sinds lang bekende en oprecht beste vrienden zijn; maar alleen vanwege mijn grote vreugde over hun komst ben ik puur vergeten mijn plicht na te komen, waar ik mij nu goed van bewust ben, en ik denk dat ik niet tevergeefs een verzoek tot u richt, als ik u voor deze ene keer om genadige toegevendheid smeek.'
Hoofdstuk 7: De Romeinse commandant en zijn soldaten verstoren de maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Rafaël had dat nog niet gezegd, of er zweefde al een kleine aardbol, maar toch nog tweeënhalve manslengten in doorsnee, voor de ogen van de buitengewoon verbaasde Romeinen; door een eigen licht was die zo goed verlicht, dat men ondanks de gevorderde avondschemering op het oppervlak alles goed kon onderscheiden en, bekende plaatsen ook onmiddellijk kon zien liggen en herkennen als datgene wat het voorstelde.
Hoofdstuk 14: Rafaël als leraar in de astronomie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ze bootsten de klank van de stem en ook de tongval van bekende, maar reeds gestorven mensen na, waarbij het leek alsof die stem uit een boom, steen, bron of ook willekeurig welk dier kwam, en wel zo bedrieglijk echt, dat iedere aanwezige moest zeggen: 'Ja, dat is de ziel van onze bekende gestorvene, die overigens een oud, goed en waarachtig mens was! Wat kan hij toch tegenover God misdaan hebben, dat zijn ziel nu in een kameel moet versmachten en vast veel moet lijden?'
Hoofdstuk 23: Over het verval van de zuivere leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Zoals opgemerkt, bleef Ik niet langer meer in Genezareth toen Ik Mijn aan het begin genoemde vrienden gezegend had en afscheid van hen had genomen, maar Ik stond op met Mijn leerlingen en trok een eind verder over de heerweg, vergezeld door Ebal, Jarah en de drie bekende Romeinen, naar de tien of eigenlijk zestig steden, die deels in het Jordaandal zelf en deels op de bergen en heuvels daar vlakbij en verderop verspreid lagen.
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Hierop wilde de rabbi nog iets antwoorden; maar de waard nam hem terzijde en vertelde hem wat Ik bij zijn zoon had gedaan. Toen zei de rabbi geen woord meer, liet de leerlingen van de synagoge naar huis gaan en verliet de synagoge; onmiddellijk bezocht hij de volkomen genezen zoon van de waard, waarover hij zich uitermate verbaasde, en ging toen meteen naar alle hem bekende Joodse en heidense huizen om te vertellen wat er in de Joodse herberg was gebeurd, waarop er weldra velen naar de herberg kwamen om daar zichzelf van te overtuigen.
Hoofdstuk 34: De Heer in de school in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen allen Mij veelvuldig hun dank voor de aan hen verleende macht en kracht hadden betuigd, kwamen er twee burgers uit de stad naar ons toe op de heuvel. De een was de bekende Griekse waard en de andere, zijn buurman, was een Romein die smid van beroep was, en zich ook af en toe bezighield met het genezen van zieke dieren en bij tijd en wijle ook van zieke mensen, in het bijzonder halve dwazen en epileptici, en zo nu en dan met goed resultaat.
Hoofdstuk 48: Er worden twee bezetenen bij de Heer gebracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] De commandant zei: 'Heer en Meester, hoe komt het eigenlijk dat deze geesten in de gedaante van mij bekende, heel afschuwelijke dieren zichtbaar voor ons werden? De eerste vijf zijn uiteindelijk weliswaar van gedaante veranderd; maar die zeventien behielden hun gruwelijk lelijke gedaante waarin ze voor ons zichtbaar werden, en in diezelfde gedaante verdwenen ze ook van hier. Hoe komt het dat zulke geesten in zo'n gedaante voor de mensen zichtbaar worden?'
Hoofdstuk 50: De Heer drijft zeventien geesten uit een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen ik dit tamelijk lange, alles verklarende betoog met betrekking tot bezetenheid had beëindigd, waarvoor allen Mij uit de grond van hun hart bedankten, verhief zich uit de reeds bekende kloof plotseling een zwarte nevel - zoals die vaak uit de schoorsteen van een pottenbakker opstijgt - die naar ons toe kroop en weldra heel dicht bij ons kwam.
Hoofdstuk 53: De Heer vermaant de aanvoerder van de uitgedreven geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Na een uur verlieten wij het huis van de waard, die Mij samen met zijn genezen zoon ook nog een flink eind buiten de stad vergezelde, evenals de Griekse waard en de bekende smid en dierenarts.
Hoofdstuk 55: De reis naar Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...