Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 20 van 84

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[2] Bij een volk waar dus ontucht en hoererij hoogtij vieren, bezitten de mensen totaal geen uitstralende levenssfeer; zij zijn traag, laf en gevoelloos en niets bezorgt hun nog een verheffend en gelukkig stemmend genoegen, en een mooie vorm of gestalte doet hun niets. Zij leven alleen voor het stomme, dierlijke genot waar hun lichaam hen toe drijft; voor al het andere hebben ze of heel weinig, of helemaal geen gevoel!
Hoofdstuk 231: De zegen van een verwekking volgens de gestelde orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] En kijk, dat komt allemaal doordat de bouw van de menselijke hersenen reeds in het moederlichaam grondig bedorven wordt en verder door de opvoeding van het hart en het gemoed, die haast nog slechter is; want als er tenminste na de geboorte maar een goede opvoeding van het hart en het gemoed zou plaatsvinden, zou daardoor het in het moederlichaam bedorven brein voor het grootste deel weer in orde gebracht worden, en dan zouden de mensen vervolgens nog veellicht en levenskracht kunnen krijgen, en zou door een aanhoudende ware deemoed en ware goedheid van het hart, weliswaar na jaren, het verlorene zich weer helemaal terug laten vinden of vervangen kunnen worden.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Bij de juiste vorming van de menselijke ziel is en blijft de ziel iets innerlijks dat actief is, en dat wat jullie 'verstand' noemen is het uitstromende resultaat van de innerlijke werkzaamheid van de ziel. Het licht van het verstand, dat naar buiten gericht is, verlicht voor de ziel alle mogelijke kritieke, uiterlijke omstandigheden en de wil van de ziel vermengt zich dan met dit uitstralende licht en maakt op wonderbaarlijke wijze alles vruchtbaar en laat het gedijen; want als op die wijze de orde van de mens volgens Mijn orde is, komt de wil en het vertrouwen ook uit Mij of Mijn almachtige wil voort, waarnaar zich immers beslist ieder schepsel moet voegen. Wat dan zo'n binnen Mijn orde levende mens wil, moet in de wijde omtrek gebeuren, want door de uitstralende levenssfeer van een mens stroomt in wezen Mijn geest, waaraan alle dingen mogelijk zijn.
Hoofdstuk 217: De voordelen van de juiste opvoeding van de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) Jullie hebben de kracht toch gezien van het gemeenschappelijk werken door het samengaan van de uitstralende levenssferen van een aantal van onze Moren! Hoeveel normale menselijke kracht zou er wel nodig zijn om een boom, zoals die oude ceder, samen met de zware aardkluit uit de grond te trekken?! Hoeveel natuurlijke menselijke kracht zou er dan wel nodig zijn geweest om die erg grote en zodoende ontzaglijk zware rots van zijn oorspronkelijke plaats weg te schuiven of weg te wentelen?! Jullie zagen hoe die paar Moren hem voor jullie ogen door de lucht hebben geschoven of eigenlijk gedragen! Dit onloochenbare feit moet jullie toch wel duidelijk maken wat een macht en kracht er schuilt in de verenigde uitstralende levenssfeer van een ziel die qua natuur volmaakt is.
Hoofdstuk 223: De kracht van een mens, die volmaakt is in de liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Ik heb jullie al eerder eens laten zien hoe een ziel, en tenslotte de gehele mens, door een verkeerde opvoeding alle menselijke vermogens verliest om tot een met Mij overeenstemmende staat van heerlijkheid te komen. Als je bij een kind het eerst het verstand op een bepaalde manier vormt, en de hersenen, terwijl ze nog niet voor twee derde volledig ontwikkeld zijn, toch gedwongen worden om woorden, beelden en getallen in enorme aantallen op de nog zeer zachte en ook nog waterige hersenplaatjes die bezig zijn zich te vormen, in overeenkomstige beelden op te nemen, dan worden de bovengenoemde plaatjes enerzijds te sterk gehard en anderzijds door te grote geheugeninspanningen in een totale wanorde gebracht, waardoor zulke kinderen later als jongemannen en nog later als mannen voortdurend geplaagd worden door hoofdpijn, waarvan zij hun leven lang nooit geheel verlost kunnen worden.
Hoofdstuk 227: Hersenen en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Wanneer dus de hersenen op juiste wijze en geheel volgens Mijn orde vanuit het hart ontwikkeld worden en de geestelijke levensindrukken die een lichtbron zijn, eerder op de hersenplaatjes ingeprent worden dan de materiële, dan worden de daaropvolgende indrukken van de buitenwereld verlicht, waardoor deze in al hun onderdelen eenvoudig en volkomen duidelijk en volgens de ware wijsheid begrijpelijk en bevattelijk worden. En het licht dat er doorheen straalt vervult dan niet alleen het gehele menselijke organisme, maar het stroomt met geestelijk heldere stralen nog veel verder dan dit organisme en vormt zo de uitstralende levenssfeer, waarmee een mens dan, als die sfeer mettertijd noodzakelijkerwijs steeds dichter en krachtiger is geworden, in de buitenwereld ook zonder de wedergeboorte van de geest wonderbaarlijke dingen kan verrichten, zoals jullie dat bij onze Moren hebben gezien.
Hoofdstuk 228: De juiste vorming van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] CYRENIUS' verbazing wordt hem haast te machtig en hij zegt tenslotte: " Ah, nu gaat mij een licht op! De oer-Egyptenaren die het eerst hun scholen in de vorm van piramiden gebouwd hebben, waren beslist nog mensen met een oervolmaakte ziel, dus inwendig vollicht, en zij konden de organische bouw van hun lichaam zien! Zij zullen deze piramidale vormen die voor de menselijke waarneming het belangrijkst zijn, beslist ook gezien hebben en zij hebben later dan ook deze vorm bij het bouwen van hun fantastische scholen gekozen. Ja, zij zullen ook de bouw van elke afzonderlijke hersenplaatjespiramide zo secuur mogelijk bekeken en onderzocht hebben, en vervolgens iedere piramide ook van binnen, maar dan op zeer grote schaal, dezelfde inrichting gegeven hebben die zij organisch bij een piramidevormig hersenplaatje hebben gevonden!
Hoofdstuk 232: De bouw van de menselijke hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Pas weer na enige eeuwen -als zij buiten hun uitgestrekte oerwouden zijn gekomen en op het een of andere beschaafde volk zijn gestuit waardoor ze teruggedreven werden, terwijl een aantal van hen gevangen genomen werd en hun enige beschaving werd bijgebracht, en laten we zeggen, nadat zulke gevallen zich meermalen hebben voorgedaan, en na de terugkeer van de wijzer geworden landslieden en een aantal, weliswaar gevangen geweest zijnde, maar nu enigszins beschaafde landslieden -zal de hele stam in de loop van de tijd enige beschaving krijgen, die echter natuurlijk hemelsbreed zal verschillen van een zuiver geestelijke, menselijke beschaving!
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] "Nu is een verdorven ziel echter gewoonlijk ook altijd erg zwak, zodat zij niet eens in staat is haar menselijke vorm in stand te houden en daarom verschijnt zij in het hiernamaals gewoonlijk als een halve, vaak ook hele, dierlijke karikatuur. Daar wordt haar, weliswaar heel geleidelijk, zonder dat zij dat merkt, steeds meer kracht gegeven; maar dat gebeurt heel voorzichtig, om daardoor de ziel in haar persoonlijkheid niet aan te tasten. Ook veroorzaakt zo 'n ondersteuning altijd veel pijn, omdat zo'n zwakke ziel uiterst gevoelig en prikkelbaar is.
Hoofdstuk 246: Waarom de vrije mensenziel zelfstandig haar volmaaktheid moet bereiken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zo'n Urkaen nog meer een gehele hulsglobe zijn bijgevolg reeds respectabel grote dingen, en zo'n grote menselijke vorm der geschapen werelden is nog onbeschrijfelijk veel groter! Maar wat is hij vergeleken bij de eeuwige, oneindige ruimte? Zoveel als niets! Want alles wat noodzakelijkerwijs begrensd is, ook al is het voor jullie begrippen op zichzelf nog zo eindeloos groot, is in verhouding tot de oneindige ruimte zoveel als niets, omdat het daarmee in totaal geen berekenbare verhouding gebracht kan worden.
Hoofdstuk 254: De grootte van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] RAPHAÓL deed dat binnen een ogenblik en zei toen tegen Marcus: 'Moet ik je op menselijke wijze behulpzaam zijn of op mijn eigen manier? Zeg maar hoe je het het liefst hebt! Het zou natuurlijk minder opzien baren als ik je op menselijke wijze zou helpen; maar op mijn manier zouden we veel tijd besparen en die is toch ook erg kostbaar! Wat je dus wilt, zal ik doen en je zult je er niet over hoeven te beklagen dat er iets vergeten is."
Hoofdstuk 1: De wonderbaarlijke maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar laten we het niet hebben over de verhoudingen die hier aan déze kant heersen, want die zijn de vrucht van de verdorvenheid van de ziel, die we nu grondig kennen, maar laten wij ons eens richten op de meer dan ijzingwekkende gevolgen in het toekomstige, grote hiernamaals! De haren rijzen te berge alleen al bij een serieuze gedachte aan de meer dan afgrijselijk erbarmelijke toestand waarin zo'n verdorven ziel terechtkomt! Welke vloek is kleurrijk genoeg om dat door een menselijke mond te laten beschrijven?! Slechts de grootste kwellingen van het vuur, dat in de ziel zelf woedt, kunnen haar door middel van een onbeschrijfelijk gevoelige les in een wat draaglijker toestand brengen, waarvoor altijd meteen zoiets als een eeuwigheid, in de tijd gezien, nodig is! Hoe ontzettend veel zielen zullen dus vanaf nu, over myriaden jaren pas goed in de diepste en ijzingwekkendste ellende terechtkomen, om het pas weer na nogmaals myriaden aardse jaren maar net een haartje vrijer en zodoende draaglijker te krijgen!
Hoofdstuk 242: Schijnbare onrechtvaardigheden bij het leiden van zielen hier en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Mathaël, jij kent de sterrenbeelden van de oude Egyptenaren goed, en Regulus in de grote Leeuw is je welbekend! Wat zie je er van? Een schemerig puntje, en toch is hij daar waar hij zich in de ruimte bevindt zo'n grote zonnewereld, dat een bliksem die toch in vier ogenblikken een afstand van 400.000 veldwegen * (* I veldweg = ongeveer 1/4 uur en iets meer. 10 veldwegen = I Duitse mijl. 400.000:10--40.000 d.mijl=beweging van het licht per seconde. Noot van Jakob Lorber. (I d.mijl=7 ,5 km, dus 40.000 mijl=300.000 km; zie "Robert Blum", deel 2, hfdst. 299,8; de uitg.) aflegt, volgens de jou, Mathaël, welbekende oude Arabische cijferindelingen meer dan een triljoen aardse jaren nodig zou hebben om de afstand van zijn noord tot aan zijn zuidpool af te leggen! Zijn eigenlijke naam is Urka of liever Ouriza (de eerste, of het begin van de schepping van aeonenmaal aeonen zonnen en een bijna eindeloos grote, omhulsde scheppingsglobe); zij is de ziel of het centrale zwaartepunt van een hulsglobe, die echter op zichzelf slechts één zenuw vormt van de grote menselijke vorm der geschapen werelden, waarvan deze denkbeeldige, grote mens er zoveel heeft als het zand en het gras van de gehele aarde, -maar toch vormt deze grote menselijke vorm eigenlijk alleen maar één scheppingsperiode van het begin tot aan de geestelijke voltooiing.
Hoofdstuk 254: De grootte van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Tijdens geen van de eeuwige, talloze voorscheppingen, die alle een grote menselijke oervorm van geschapen werelden vormden, heb Ik Mij door de kracht van Mijn wil op de een of andere aarde als mens met het vlees omhuld, maar Ik trad alleen met haar menselijke schepselen in kontakt door middel van voor die schepping geschapen, zuivere engelengeesten. Alleen deze scheppingsperiode heeft ten doel om Mij op een willekeurig, klein, aards hemellichaam, dat nu juist deze aarde is, voor alle voorafgaande alsook voor alle in de nooit eindigende eeuwigheid volgende scheppingen, in Mijn eeuwige, oergoddelijke wezen in het vlees en in de beperkts te vorm te aanschouwen en door Mij Zelf onderwezen te worden.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] En daarom heeft deze scheppingsperiode, ten opzichte van alle andere, het door jullie nog lang niet duidelijk genoeg besefte voorrecht, dat zij in de gehele eeuwigheid en oneindigheid de enige is waarin Ik Zelf de menselijke, vleselijke natuur helemaal heb aangenomen en Mij binnen de gehele, grote scheppingsmens, binnen deze hulsglobe, in dit gebied waar Sirius de centrale zon is, uit de tweehonderd miljoen hem omcirkelende zonnen nu juist deze, en van de vele aardbollen, die haar omcirkelen nu juist deze, waarop wij ons nu bevinden, heb uitgekozen, om daarop Zelf mens te worden en jullie mensen uit te verkiezen als Mijn ware kinderen voor de gehele oneindigheid en eeuwigheid, zowel voor als achterwaarts. En als jij, Mathaël, als een van de bekwaamste rekenaars, dat goed in het oog houdt, zal de eeuwigheid en de oneindigheid van de ruimte je niet meer zo erg drukken.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...