Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 20 van 884

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[10] Wat voor zin heeft het als de mens alle schatten van de wereld voor zichzelf zou kunnen verkrijgen maar daardoor grote schade zou lijden aan zijn ziel?! Kennen jullie de korte levensduur van al het vlees op deze aarde nog niet en het uiteindelijke lot van het vlees? Of je nu als keizer sterft of als bedelaar, aan gene zijde maakt dat niets uit! Wie hier veel had, zal aan gene zijde veel moeten ontberen, maar wie hier weinig of niets had, zal aan gene zijde ook weinig of niets te ontberen hebben en zal des te gemakkelijker en eerder de innerlijke en enig ware levende schatten van de geest verwerven.
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Daarop zei de tweede, goede spreker: 'Uit de oertijd van de mensen is niet bekend of er toen ook kinderen gestorven zijn; de vroegtijdige dood van kinderen is alleen door de zonden van de ouders veroorzaakt, en daarom zijn zij bewust of onbewust de schuld van de vroegtijdige dood van hun kinderen. Maar God zal in Zijn hoogste wijsheid ook voor de onschuldige zielen van kinderen weten te zorgen; zij zullen zeker in de grote wereld aan gene zijde in kunnen halen wat ze hier buiten hun schuld verzuimd hebben!
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Is deze aarde dan soms de enige wereld? Laten we kijken naar de sterrenhemel! Grote wijzen uit de oudheid en zelfs Mozes in zijn bij-boe ken, die wij nog wel hebben maar waaraan wij geen geloof schenken, hebben erop gewezen dat de zon, de maan en alle sterren werelden zijn, en dikwijls heel veel grotere dan die van ons; als dat echter zo is, dan zal het voor Gods wijsheid en macht ook wel niet zo moeilijk zijn om voor de zielen van de kinderen een andere en wellicht ook in veelopzichten betere leefwereld aan te wijzen, waarop zij dan hun levensvoltooiing zullen bereiken.
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Lazarus zei: 'Je hebt toch zelf met je eigen woorden gezegd, dat er in de wereld mensen bestaan, die zeldzame vermogens bezitten! Waarom zou God bijvoorbeeld ook mij niet enkele zeldzame gaven geschonken hebben? Maar ik kan jullie nog iets veel belangrijkers zeggen, en dat is dat Jullie als gevolg van jullie inzicht en spreken heel dicht bij het rijk Gods zouden zijn, als de slechte lucht van de tempel jullie daarin niet hinderde. In het bijzonder echter duid ik daarmee op jouw tegenpleiter, met wie jij uiteindelijk zelf op alle punten instemde, evenals ook alle anderen, vandaar dat jullie allemaal nu tot mijn werkelijk zeer grote vreugde met deze wel heel achtenswaardige tegenpleiter op één en hetzelfde punt staan; want mannen van jullie soort zullen er in de tempel nu niet veel meer zijn. Daarom zeg ik jullie, als jullie oude en ware vriend, dat jullie nu dichter bij het rijk Gods staan dan jullie vermoeden!'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Ik geloof nu volkomen en onwankelbaar in Hem en durf dat ook tegenover de hele wereld hardop te bekennen, omdat ik daar mijn onomstotelijke redenen voor heb; een ander kan echter doen wat hij wil! Nu weten jullie in het kort en in volle waarheid het belangrijkste wat de grote Galileeër betreft. Oordelen jullie nu zelf wat jullie van Hem moeten denken en geloven!'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wij kunnen nu in de Hoge Raad matigend werken voor de Galileeër en zó menige belemmering bij zijn verheven leraarschap voor hem uit de weg ruimen, omdat wij als oudsten van de tempel toch wel een grote invloed hebben op de hogepriester, die voor zijn omgeving een ware tiran is. Bij een goede gelegenheid kunnen wij hem ook veel buitengewone dingen vertellen en hem laten zien, wie de door hem zo gehate Galileeër is, en dat het waanzin is om zich als zwak mens op te stellen tegenover iemand, wiens wil in staat is een hele wereld en één ogenblik te vernietigen.
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Lazarus zei: 'Vriend eerlijk gezegd, wanneer men in zichzelf volledig overtuigd is van zo 'n grote en al het zonlicht overtreffende waarheid, maar het niet aandurft om zich voor het oog van de wereld openlijk ten gunste van die waarheid uit te spreken -ongeacht de positie die men in deze wereld inneemt -dan is men daarin te vergelijken met een mens, die niet koud en ook niet warm is. Als ik nu bedenk en volgens de sterkste en meest onweerlegbare bewijzen gelovig moet bekennen: 'Dat is de Heer Zelf, door Wiens liefde, genade en wil ik leef]' -zoals alle profeten over Hem hebben voorspeld -dan betekent Hij alleen alles voor mij en de hele wereld en de hele tempel niets meer! Hij heeft nu vervuld wat Hij heeft beloofd; Hij, die op Sinaï aan Mozes en aan onze vaderen de geboden heeft gegeven, is nu lijfelijk onder ons en toont ons door woorden en daden, dat Hij het is, de eeuwig getrouwe, waarachtige Jehova. Hoe is het voor een mens nog mogelijk om zich bij zo'n belangrijke levenskwestie lauw te gedragen?
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Zoals God Zich hier met Zijn almacht terughoudt vanwege de volste levensvrijheid van de ziel, zo zal Hij Zich krachtens Zijn eeuwige orde ook eeuwig terughouden. Hier op deze aarde heeft ieder mens echter voor zijn ziel het voordeel, dat Gods almacht hem allerlei schatten heeft gegeven om te gebruiken; en wanneer hij die volgens Gods raadgevingen juist gebruikt, kan hij daarmee voor eeuwig zeer grote geestelijke schatten voor zijn ziel verwerven. Aan gene zijde echter valt een door God geschapen wereld vol schatten en voedsel helemaal weg; daar zal iedere ziel, als evenbeeld van God, voor zichzelf alles uit zichzelf moeten scheppen, dat wil zeggen: uit haar eigen wijsheid en uit haar eigen geheel vrije wil. Hoe zal het haar dan vergaan, wanneer zij nog nooit in verbinding heeft gestaan met Gods wil of met Zijn wijsheid en liefde?
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ik zeg jullie nu: wie de vergankelijkheid van deze wereld en haar nietszeggende slechte ambten met hun beklagenswaardige aanzien nu nog meer kan waarderen en liefhebben dan de Heer, die nu lichamelijk onder de mensen verblijft en wij, Zijn hemeldienaren, met Hem, die is met al zijn wereldse verstand een grote dwaas en is de Heer niet waard, en Zijn hulp zal hem niet ten deel vallen. Wie de Heer herkend heeft en Hem niet zoekt, die zal ook door de Heer niet gezocht worden met Zijn genade!'
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De tweede spreker, die zich aan de mooie gestalte van Rafaël niet genoeg kon verlustigen, zei: 'Ja, ja, jij bent werkelijk een aartsengel! Ik geloof nu alles en nu is het grote verlangen in mij opgekomen om met de zeer verheven Galileeër samen te komen, voor Hem neer te knielen en Hem om vergeving te vragen voor alle grote zonden, die ik op deze wereld al begaan heb!'
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Toen de Farizeeën Lazarus zo hoorden spreken, zei de tweede spreker die, zoals bekend, een bekwaam schriftgeleerde was: 'Dat vriend Lazarus, die als privé-persoon zeker bijna zo vermogend is als nauwelijks een tweede in het land, er beslist geen belang bij kan hebben dat wij zijn raad opvolgen, is zo helder als glas! Want wat zou hem gelegen zijn aan ons goud en zilver, onze parels en edelstenen? Hij heeft daar zoveel van, dat hij er gemakkelijk een koninkrijk mee zou kunnen kopen! Hij overreedt ons dus niet om in de Galileeër te geloven, zodat wij uit de tempel treden en vervolgens onze schatten tegen rente zouden inleggen op zijn wisselbank; het zij verre van ons zoiets van hem te geloven, aangezien hij een paar jaar geleden zijn wisselbank immers voor altijd gesloten heeft! Maar hij, die bekend staat als een bekwaam beoordelaar van alle mogelijke gebeurtenissen in deze wereld, heeft de kwestie van de grote Galileeër geenszins eenzijdig beschouwd en heeft met zijn bekende scherpzinnige geest de juiste kern in deze uitzonderlijke zaak gevonden; daarom zou het werkelijk het beste zijn, als wij zonder meer doen wat hij ons als vriend heeft aangeraden!
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Bij een opvoeding zoals die nu in de wereld van de grote heren algemeen in zwang is, moet ieder mens en de hele mensheld wel zo krachteloos worden, dat men op geen enkele wijze te weten kan komen hoe de eigenlijke, ware mens eruit moet zien en hoe hij moet zijn! En ik moet hier openlijk verklaren, dat er op deze aarde nog heel veel stormen over de velden en zeeën zullen razen, voordat de mensheid weer terug zal komen in de grootse en ware positie, vanwaar ze in het oerbegin is uitgegaan.
Hoofdstuk 13: De opvattingen van Agricola over de toekomst van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Vervolgens werd het weer weinigen gegeven de geestelijke dag te vinden, en velen renden naar de gelukkigen die de geestelijke dag hadden teruggevonden en lieten zich naar het licht leiden. Maar ook velen, verblind door de wereld, begrepen niet meer wat een geestelijke dag is en bleven in hun nacht, daartoe genoodzaakt door hun eigen traagheid. Dezen genoten dan ook niets van het geluk van een geestelijke dag en bevonden zich in grote nood; die nood was evenwel een goede bewaker voor de gelukkigen, omdat ze wel zagen welke vruchten de mens plukt van zijn geestelijke nacht.
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] En Ik zeg: 'O ja, die bestaan hier wel, nog in het vlees levend, en nog heel veel meer in de grote wereld aan gene zijde, die er ook altijd op uit zijn om een slechte invloed op de wereld aan deze zijde uit te oefenen, en dat enerzijds door de ruwe natuurgeesten, die zich vanwege hun voorbestemde rijping nog in allerlei materie ophouden, en vervolgens ook rechtstreeks door geheime influisteringen, prikkelingen en verlokkingen. Ze merken bij de mensen heel goed de verschillende zwakheden en geneigdheden op, maken zich daar meester van en wakkeren die aan tot gloeiende hartstochten.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Mogen jullie ook dit als een goede raad, door Mij aan jullie gegeven, onthouden en ook goed in acht nemen; want daardoor zullen jullie ware, grote, machtige en zeer dankbare vrienden in de grote wereld aan gene zijde verwerven, die jullie noch aan deze noch aan gene zijde ooit zullen verlaten als jullie in nood zouden raken! Zulke vrienden zullen dan jullie ware beschermgeesten zijn en zich altijd om het welzijn van hun weldoeners bekommeren.
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...