Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 20 van 147

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[15] MATHAËL zegt: "O m'n lieve kindje, je bent nu opeens toch wel heel erg bescheiden! Bij mij kom je nog lang niet in verlegenheid, want ik ken maar al te goed je scherpe verstand! Als Raphaël zich bij jou al heel speciaal moet concentreren, hoeveel te meer dan één van ons! En overste Cornelius doet er erg goed aan, diep na te denken waarover hij met jou zal gaan praten! Want jij bent er één, zoals maar weinigen van jouw geslacht! Het is wel waar, dat ook ik veel begrijp en veel weet maar ondanks dat zou ik me toch nooit met jou in een soort wijsheidswedstrijd willen meten, wat ook louter dwaasheid zou zijn! Maar veel dingen van je te leren, zal ik altijd heel prettig, waardevol en dierbaar vinden."
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Jarah gaat daarmee accoord en CORNELIUS pijnigt zijn hersenen maar kan nog maar steeds niets geschikts vinden.
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Heeft u teveel schatten, dan zult u, vooral hier in de door het vuur verwoeste stad, zeer veel armen vinden die u nu een koninklijke ondersteuning ten deel kunt laten vallen! Maar ik heb van niemand op deze aarde wat voor loon dan ook nodig, want ik bezit alle liefde van den Heer en dat is ook mijn enige en grootste loon!
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] O ja, ik zal uw vraag wel beantwoorden, ik zal u niets schuldig blijven. Maar daarvoor laat ik mij 4oor u beslist niet belonen, -en op aardse manier al helemaal niet! Dat zou ik echt één van de grootste zonden vinden. Ten eerste zou ik het van de werkelijk hulpbehoevende armen afnemen en ten tweede zou ik u de gelegenheid ontnemen iets echt goeds te kunnen doen, temeer omdat ik zelf zeker geen arm aards kind ben. Ik bezit misschien zelfs stoffelijke schatten die u met uw hele keizerrijk niet zou kunnen betalen! Maar die heb ik eigenlijk net zo min nodig als uw aangeboden koninklijke beloning.
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar het was altijd al zo en het zal ook waarschijnlijk nog altijd zo blijven, dat de zuivere waarheid nooit algemeen ingang kon vinden omdat in de loop van de tijd haar di rekte dienaars, door lage belangen geleid, haar zelf de weg afsneden, haar in een labyrint zetten en de aanvankelijk geheel rechte en open weg in duizend en meer bochten wrongen, die, omraamd en omgeven door duister metselwerk, de zoeker nooit het centrum lieten vinden waar de oude tempel van de waarheid stond.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Daarom zeg ik, zonder ook maar een profeet te zijn: Zoals het altijd was, zo is het nog en zal het altijd zijn, als U, o Heer, de mensen het beheer van Uw leer in handen geeft. Binnen duizend jaar zal het er voor die leer beslist heel slecht uitzien en de mensen zullen daarin, op de manier van Diogenes, op klaarlichte dag de waarheid moeten zoeken en toch niet geheel vinden.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ik zou je in de geest naar een ander hemellichaam kunnen brengen, waar je alles in een staat van volmaaktheid aan zou treffen, zoals je dat bij de maaksels van dieren zo onnavolgbaar kunt zien. Maar wat hebben zij aan zo'n steeds terugkerende volmaaktheid? Deze voorziet slechts in hun kommervolle en eentonige levensbehoefte. Maar iets méér dan dat is er beslist niet te vinden!
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] IK zeg: " Ah, dat is niets. Er is heus niet zoveel voor nodig als je denkt! In het verstand, waar de ziel gewoonlijk haar wijsheid opdoet, zul je hiervoor wel moeilijk de geschikte woorden vinden, maar in je hart, dat de drager van de geest uit het hart van God is, des te beter
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Zoek daar en je zult vinden dat ook de grootste wijsheid met de eenvoudigste en bescheidenste woorden van de wereld veel beter en voor iedereen begrijpelijker uiteengezet kan worden, dan met de verheven woorden van Salomo's wijsheid! Wat heeft diens Hooglied voor zin als je het bij de duizendste keer dat je het leest, net zo min begrijpt als bij de eerste?!
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] In jouw hart is de genoemde geest ook al als een embryo in de moederschoot gelegd. Je behoeft dus maar wat in je hart rond te kijken, dan zul je de goddelijke geest al in je vinden en die zal je dan wel woorden lenen waarmee je gemakkelijk hier aan deze tafel kunt verklaren wat Ik je heb gevraagd."
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Kijk eens naar je tuin en je kleine akkers. Noch het water noch de hagel beschadigt daar ook maar iets. Maar kijk dan eens naar de rest van de omgeving en je zult daar zo'n verwoesting vinden, als je niet zo gauw ooit eerder hebt meegemaakt!
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Maar deze rijke Grieken zijn echte bloedzuigers van het land en vinden, dat de arme Joden al erg blij mogen zijn dat ze als loon voor hun zware werk het eten mogen delen met de zwijnen van de Grieken! Dat zijn bij Mij geen mensen meer, maar pure, onbarmhartige duivels en Ik heb geen medelijden en erbarmen met hun ellendige, hoogmoedige lichaam! Laat ze maar na de storm, die over een uur uitgeraasd zal zijn, hun vele goud en zilver op de naakte stenen leggen en de tarwe daar op zaaien en dan zullen wij zien, of er ook maar één halm zal opschieten!
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar na een paar tellen is het in hun schip binnengedrongen water tot de laatste druppel verdwenen en de schippers zeggen tegen de vriendelijke loods: "Maar dat is toch wel heel merkwaardig! Kijk eens, nobele jonge loods, wij vergisten ons zoëven, er is geen druppel water in ons goed overkapte schip gedrongen! Eerst meenden wij vreemd genoeg wel water in ons schip te ontdekken, maar dat zal wel een vergissing geweest zijn ten gevolge van onze begrijpelijke angst, want nu ontdekken we nergens ook maar een druppel water, wat toch echt wel wat merkwaardig is. Ja, ja, alles wat de Heer doet, is altijd wel een wonder, maar het is toch wel wat vreemd dat nu bij deze regenvloed geen druppel water in onze overdekte boot te vinden is en uw open boot nauwelijks nat is!"
Hoofdstuk 189: Schip in nood in volle zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Ongetwijfeld, anders zou Ik hen niet door Mijn engel van de zekere ondergang hebben laten reddén, want als Ik ergens een wonder Iaat plaats vinden, is er ook alle reden voor. En hier zijn redenen genoeg!
Hoofdstuk 192: Zegen en vloek van de rijkdom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Nu verbazen de Perzen zich buitengewoon en de AFGEVAARDIGDE zegt "Vreemd, vreemd! Dit o zo juiste beeld lijkt verrassend veel op dat van de oude profeet Elia! Het ging ook wonderlijk toe met onze redding en niet zo'n beetje ook, en nu op deze heuvel neem Ik echt fysiek en moreel dat vreemde, geheimzinnige zachte sulzen waar, waarvan de geest tegen de profeet zei, dat Jehova daarin voorbij was gegaan. -Ja, wat vinden jullie dan, broeders en zusters?! Wat denken jullie van deze geschiedenis?"
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...