Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15097 resultaten - Pagina 20 van 1007

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[10] Ook heb ik mensen gezien en gekend die bij de grootste vrouwelijke schoonheid zo koud bleven als een brok steen, echte voorbeelden van kuisheid, maar voor de rest waren ze ook in alles ongevoelig! Niets ontroerde hen! Nood en ellende van de armen waren voor hen belachelijke zaken, tranen van lijdenden een truc om medelijden op te wekken. Een vrouw vonden ze een verachtelijk en gemakkelijk te missen onding, dat in de wereld geen ander doel had dan akker te zijn voor het zaaien van een soort graan. Het huwelijk vonden zij een van de belachelijkste instellingen van de menselijke maatschappij. Volgens hun mening moest men alle gezonde vrouwen in een groot gebouw opsluiten en hen daar door sterke en vruchtbare mannen laten bevruchten, dan zouden daar louter mooie, gezonde en sterke mensen uit voortkomen. De lelijke en zwakke vrouwen moest men echter uitroeien, of hen net als het vee voor het nederigste werk gebruiken en zo lang laten werken tot ze crepeerden! Dat zijn dingen die ik heb meegemaakt!
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Onder de vijftig Farizeeën, met aan het hoofd de overste Stahar en de ons reeds bekende spreker Floran, was verschil van mening ontstaan. Deze nog half in de oude leer vastzittende volgelingen hadden in een tent van Ouran tijdens de storm nog allerlei twijfels uitgebroed, en de manier waarop nu de lijken werden neergelegd, bevestigde veel van hun twijfelachtige opvattingen over Mij en Mijn daden. Het verschil van mening dat zij hadden, ontstond omdat het merendeel heel nadrukkelijk aannam' dat Ik een buitengewone profeet was, een soort Elia, -terwijl een minder verlicht deel meende dat Ik ondanks alle kennis van de Schrift slechts een leerling was uit de catacomben van Egypte en in de tempel te Karnak de wijsheid en de echte magie had geleerd. Dat zou ook de reden zijn van Mijn warme onthaal bij de Romeinen, want bij de Romeinen hadden de echte magiërs meer aanzien dan hun goden, omdat de Romeinen zulke magiërs voor vingers van de god Zeus aanzagen, die op die manier onder de mensen werkte en veel op had met de hoge heren! De Romeinen waren echter zeer verstandige mensen en wisten dat de Joden pas te vertrouwen waren als zij met ziel, bloed, huid en haar, Romeinen werden. Dat kon het gemakkelijkst bereikt worden als men door zo'n aartsmagiër uit de school van Karnak de Joden bewerkte, daar zij ervoor bekend stonden dat zij het meest verslaafd waren aan wonderen. Dat moest echter wel zó gebeuren dat de Joden daarin ook hun Mozes en hun profeten terugvonden, en dat gebeurde nu zichtbaar met het beste resultaat ter wereld. Want voor wie zich niet liet bekeren door woorden en wonderen, waren altijd enige cohorten Romeinse soldaten volledig paraat om hen door de schrik te bekeren. Daarom werd er ook bij iedere gelegenheid zo fel mogelijk tegen de tempel te Jeruzalem te keer gegaan. Alle mogelijke moeite werd gedaan om de slechte dingen naar voren te brengen, terwijl men aan de goede dingen achteloos voorbij ging en daar ook met geen enkel woord over sprak, hoewel toch bekend was hoeveel goeds de tempel steeds verrichtte!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Ik had mijn naasten ook steeds lief als het geen bedelaars en schelmen waren, maar waren ze dat wel, dan had ik ze duidelijk niet lief en ben ik hun vriend nog lang niet. Als zij eerlijke mensen worden, zal ik ze ook wel weer liefhebben en respecteren, maar anders heus niet zo gemakkelijk! U heeft nu van mij gehoord wat voor iemand ik ben. Als u mij een antwoord wilt of kunt waardig keuren, laat me dat dan ronduit merken, kunt u dat echter niet, zeg het dan en ik zal daar ook tevreden mee zijn!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] Dommer dan de mensen al waren, heb ik ze niet gemaakt, noch door woorden noch door daden, maar ik heb ze ook niet wijzer gemaakt, want ik dacht bij mijzelf: Als domheid hen gelukkig maakt, moet men ze zo laten! Want zelfs met de meest aantoonbare waarheid geeft men hen niets beters! -Ik heb u nu hiermee get0ond wat ik feitelijk denk en hoe ik van nature ben.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] O, Hem zij daarom nu alle lof en mijn liefde, Hem de enig ware, goede en heilige, grote Weldoener der mensen! Hoe verheven en groot is de stralende gedachte, die als een zon uit het donker van de nacht in mijn hart opgaat!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] In Mijn eeuwige geest ben Ik van eeuwigheid reeds jullie Vader, maar in dit lichaam ben ik toch als een bruidegom en jullie allen zijn als Mijn lieve bruid -omdat jullie Mijn woord en Mijn leer aannemen, en oprecht in jullie hart geloven dat Ik het ben, de Beloofde, die komen moet om alle mensen te verlossen van de oude zonde, die een uitwas van de hel is, en om voor hen de weg open te stellen naar het eeuwige leven en naar het ware kindschap van God.
Hoofdstuk 225: Vervulling van de belofte van Jesaja. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wel dat alleen moet voor God de ware zaligheid zijn! Voor Hem als Schepper en Vader van engelen, werelden, mensen en kinderen moet het de grootste gelukzaligheid zijn, al degenen die Hem en Zijn woorden steeds beter Ieren kennen en liefhebben ook steeds zaliger te maken!
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Daarna gingen wij snel naar de negen verdronken mensen en Ik liet hen met de gezichten naar boven en de hoofden bergopwaarts neerleggen. Toen zij zo waren neergelegd, zei IK tegen Marcus: "Geef elk van hen enige druppels wijn in de mond!" Dat ging gemakkelijk, omdat allen met de mond open lagen. Terwijl dat gedaan werd, zei ik tegen alle aanwezigen: "Laat iedereen die nu nog twijfelt, eerst zelf controleren of alle negen wel helemaal dood zijn!"
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Na een nauwgezet onderzoek sprak de dokter luid zijn oordeel uit, daarin gesteund door het overeenkomstige getuigenis van allen die zijn conclusie juist en geldig en waar bevonden, en hij voegde daar nog aan toe: "Niet nu, maar reeds gisteren, een uur nadat zij in het water terechtkwamen, waren zij al net zo volkomen dood als zij nu zijn! Te oordelen naar de neus en de geur is de ontbinding al ingetreden. Geen menselijke kennis, kracht en macht roept deze negen mensen meer in het leven terug! Dat kan Hij alleen maar, die op de jongste dag alle doden uit de graven weer in het leven terug zal roepen !"
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als zij dan echter aan gene zijde naar Mij toe zullen komen om het vermeende loon voor hun moeite en opoffering te ontvangen, zal Ik hun laten zien hoe ontzettend dwaas zij gehandeld hebben en wat voor ellende zij met hun onzinnige daden, die Ik hun nooit heb opgedragen, onder de mensen hebben aangericht. Allereerst wel onder hen die direkt aan hun zorgen toevertrouwd waren, zoals de arme, zwakke vrouwen, kinderen en andere hulpbehoevenden van hun huishouding! En hun zal te kennen gegeven worden dat zij niet eerder tot Mijn genadelicht zullen komen dan nadat zij al het door hen aangerichte kwaad geheel in het reine gebracht zullen hebben. Dat zal echter erg moeilijk voor hen zijn, omdat zij daarvoor slechts heel gebrekkige middelen zullen hebben in het schamele schemerlicht van het geestenrijk boven en onder de aarde.
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Wij deden intussen een echte reuzenvangst van uitmuntende vissen, en helemaal in volle zee werden ook de ronddrijvende, geheel naakte lijken gevonden van twee vrouwen, die nadat zij in handen van zeerovers waren gevallen, door hen van hun gehele bezit waren beroofd en levend in het water waren geworpen. Beiden, meisjes van negentien en eenentwintig jaar, zeer welgevormd, waren dochters van welgestelde mensen uit Kapérnaum: Zij wilden naar Gardara reizen en gingen vol vertrouwen over zee. Hun schip en hun bemanning waren volledig betrouwbaar.Maar midden op zee ontmoetten zij een Griekse kaper, die het schip roofde. De vier schippers en de beide meisjes verloren het leven. De vier schippers werden gedood en vervolgens in zee gegooid. Tegenover de beide meisjes waren de zeerovers iets humaner, zij kleedden beiden naakt uit, verkrachtten hen en wierpen ze toen pas in zee. De misdadigers zijn vandaag nog voor het aanbreken van de dag door de arm der gerechtigheid en van het gerecht opgepakt, en deze duivels zullen hun zware straf niet ontgaan.
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] CYRENIUS zegt: "Dat komt wel in orde, daar zorg ik wel voor! Kijk om je heen, dan zien jullie niets dan mensen die uit de klauwen van het verderf gered zijn! Er zullen er maar weinig onder zijn die niet volgens onze Romeinse strengheid hetzij de scherpe bijl door de hals of zelfs het kruis verdiend zouden hebben. Zie ze nu eens als ware mensen als puur goud voor ons staan en geen van hen wenst ons gezelschap te verlaten! Ik hoop dat het binnenkort met jullie ook zo zal gaan, want bij God zijn naar mijn vaste overtuiging alle dingen zonder meer mogelijk.
Hoofdstuk 11: Het vriendelijke antwoord van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Dacht u soms dat wij niets wisten van de totale onschuld van de pas kort geleden onthoofde Johannes? O, daar waren wij van overtuigd, en wij hielden van de wijze en God toegewijde zonderling. Hij gaf ons in de kerker nog de mooiste lessen, spoorde ons aan om veel geduld en uithoudingsvermogen te hebben en waarschuwde ons voor zonden tegen God en tegen de naaste. Hij vertelde ons ook dat er nu in Galiléa een profeet der profeten en een ware priester der priesters was opgestaan, wiens schoenriemen hij niet waardig was los te maken! Hij verkondigde ons, dat deze ons pas verlossen zou van alle kwaad, en ons de weg van het licht, van de waarheid en het eeuwige leven zou wijzen. Kortom, hij gaf ons, bewakers, les alsof wij zijn leerlingen en zijn beste vrienden waren.
Hoofdstuk 10: Zinka's verdediging en zijn verslag van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Dan brengt Marcus de spijzen. Toen de spijzen op de tafels stonden, viel het Zinka op dat al die grote tafels door een paar mensen opeens als bij toverslag vol gezet waren met spijzen en bekers met wijn.
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] RISA zegt: "Ja, dat begrijp ik ook en daarom zeg ik alleen maar: "Des Heren wil geschiede altijd, want wie Gods wil doet, kan onmogelijk ooit falen. God de Heer moet toch wel het best weten waar wij mensen het meest baat bij hebben. Daarom zal ik dan ook van nu af aan alles steeds met de grootste dank in mijn hart aannemen en dat doen wat de Heer zal voorschrijven! Wat de mens gemakkelijk kan doen, omdat zijn hart hem daartoe aanzet, dat moet hij altijd doen en niet naast zich neerleggen. Er is genoeg strijd bij andere zaken, waarbij de zwakke wil van de mens moeilijk overwint. Als hij nu bij gemakkelijke en prettige zaken ook weinig wil toont, zal hij in de ware deugd zeker weinig vooruitgang boeken! -Heb ik juist geredeneerd of niet?"
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...