Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 20 van 825

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[3] Maar nu heb jij mij dat duidelijk gemaakt en zie ik het goede ervan in, en ik geef jou de volledige verzekering dat ik er van nu af aan nooit meer met mijn geklaag tegen in opstand zal komen -en op het vasteland wel het allerminst! Alleen op zee zou ik willen dat de Heer mij van dergelijke winden vrijwaart, zolang ik in een lichaam moet leven; want daar is het heel verschrikkelijk om zich midden in de razende strijd van de zee met de wind op een gebrekkig schip te bevinden! Ik heb dat nu al verscheidene keren meegemaakt en ben daarom een vijand van krachtige winden geworden; en omdat ik toen nog een echte heiden was ben ik vaak tekeer gegaan tegen een dergelijke handelwijze van de goden. Maar aangezien een hevige wind op zee beslist ook een even weldadige bedoeling zal hebben als voor de aarde en haar schepselen, zoals op het vasteland, zal ik hem ook boven de zee prijzen en met rust laten. -Goede vriend, is dat juist?'
Hoofdstuk 140: Over het doel van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Heer en Meester, wanneer U ons niet op wonderbaarlijke wijze helpt, gaan wij in korte tijd allemaal te gronde! Wij hebben ook alle feesten in verband met het tot leven wekken van mensen en ook alle andere toverijen afgeschaft; maar toch komen de mensen van wijd en zijd bij ons raad en hulp zoeken. Slechts weinigen nemen genoegen met alleen onderricht, de meesten willen daden zoals wij die vroeger gedaan hebben -en dat willen wij niet, omdat wij ons nu eenmaal vast en ernstig voorgenomen hebben om zo strikt en zuiver mogelijk volgens Uw leer te leven en te handelen.
Hoofdstuk 155: De Essenen klagen hun nood bij de Heer (3.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar daardoor zijn wij nu in vele opzichten werkelijk in nood geraakt en weten ons geen raad, en nog minder hoe we onszelf eruit moeten redden; want ten eerste komen er nu dag aan dag uit alle windstreken allerlei mensen en velen brengen ons een groot aantal gestorven kinderen om hen weer tot leven te wekken en huilen en klagen verschrikkelijk als wij ze niet aannemen om ze weer op te wekken, waarvoor ze ons bijna onder goud, zilver, edelstenen en parels willen bedelven. Alle nog zo goede redenen die wij hun aangeven, waarom wij dergelijke wonderen niet meer mogen en willen doen, blijven vruchteloos, en vanwege onze rust en veiligheid zijn wij genoodzaakt de dode kinderen aan te nemen en daarvan hebben wij er nu sinds vier maanden op zijn minst ongeveer vijfhonderd.
Hoofdstuk 155: De Essenen klagen hun nood bij de Heer (3.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Zelfs voor Mij is het nu moeilijk om jullie een goed advies te geven en jullie ook echt hulp te bieden; want Ik, die de levende waarheid Zelfben, kan jullie doen en laten uit het verleden toch niet vergoelijkend toedekken en de mensen in de waan laten waarin ze door jullie gebracht zijn! Spreek nu de waarheid tegen allen die naar jullie toe komen, onderricht ze op de juiste wijze en zeg dat Ik jullie dat opgedragen heb en vertel hun ook de ware reden waarom jullie nu anders denken, willen en handelen dan voorheen, toen jullie zelf nog ver van de waarheid af stonden; zeg hun ook dat niet een kwade wil, maar alleen een zeker mededogen tegenover de lichtloze en lijdende mensheid jullie ertoe gebracht heeft om door jullie kennis en aangeleerde bekwaamheden dingen, vaardigheden en leerstellingen in het leven te roepen, waarin heel veel mensen troost gevonden hebben! Maar omdat jullie nu door Mijn toedoen tot de zuivere waarheld zijn doorgedrongen, willen jullie degenen die altijd hun vertrouwen op jullie gesteld hebben, nu de zuivere en levende waarheid dan ook niet onthouden, die hun voor eeuwig meer nut zal brengen dan alles wat jullie vroeger voor hen gedaan hebben.
Hoofdstuk 156: Het advies van de Heer aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Hierop zei Magdalena: 'Heer! Ik zal van nu af aan steeds alleen maar doen wat U het liefst en het meest aangenaam is en daarom zal ik tot Uw spoedige wederkomst bij Lazarus blijven en U in mijn hart volgen! Maar wij vragen U allemaal, o Heer en Meester, of U toch gauw weer hier naar ons toe, wilt komen! Want zonder U zal ons bestaan en leven er treurig uitzien.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Alleen de mens die Mijn leer zal aannemen en ernaar zal leven, zal in zichzelf het licht, de waarheid en de ware levensvrede vinden, hoewel hij daarbij in de wereld ter wille van Mijn naam veel gevechten en vervolgingen zal moeten doormaken, wat ook jullie allemaal aan den lijve zullen meemaken. Maar wanneer Ik voor de tweede keer in deze wereld zal komen, zal ook het gisten, strijden en vervolgen onder de volkeren ophouden, en de oorspronkelijke verhouding van de mensen ten opzichte van de zuivere geesten der hemelen zal normaal en duurzaam worden.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Ja, Ik heb hun alle twee de volle waarheid gezegd, maar daarmee ook de enige weg getoond waarlangs ze tot het eeuwige leven kunnen komen; maar Ik zeg jullie allemaal bovendien ook, als een altijd geldende waarheid: O, hoe moeilijk zullen zulke rijke mensen in het rijk Gods kunnen komen, dat het ware, eeuwige leven is! Ik zeg jullie: een kameel gaat gemakkelijker door het oog van een naald dan dat zo'n rijke het rijk Gods binnengaat!
Hoofdstuk 166: De Heer en de rijke overste (Luc. 18: 18-27) (23.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wie de door Mij aan jou getoonde ware levensgeboden aanneemt en ook getrouw in acht zal nemen, die zal ook weldra tot het volste levenslicht komen. Meer hoef Ik je niet te zeggen; doe het, dan zul je het eeuwige leven ontvangen!
Hoofdstuk 172: De aankomst van Kado, de zoon van de waard (30.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De oude priester heeft er goed aan gedaan om de afgodendienst met veel ijver af te schaffen en de mensen getrouwen waarachtig te leren in slechts één ware God te geloven; daarvoor zal hij het grote loon in de hemel ontvangen. Maar zoals jullie Mij nu lichamelijk zien en spreken, zo ziet en spreekt de oude priester Mij nu ook in de geest, en hij schrijft de woorden op in een boek. Als jullie weer op Patmos komen, zullen jullie het uit zijn mond horen, en dan kunnen jullie hem bekend maken dat Ik dit hier tegen jullie gezegd heb. Wie in Mij gelooft en volgens Mijn leer handelt, zal het eeuwige leven oogsten.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En onmiddellijk hoorden wij allemaal de volgende duidelijk gesproken woorden: 'Wie het licht zoekt, vindt het ook, en het komt tot hem als leven in de nacht van zijn dood en maakt hem levend. Zoek het licht in het vervolg met de juiste ernst, dan zullen jullie het daar vinden, vanwaar jullie het nu voor de derde keer naar jullie toe hebben zien komen! Dit eiland is nu weliswaar nog onaanzienlijk; maar toch zal er van hier een groot licht aan de volkeren der aarde gegeven worden, en dan zal het een voorname plaats van Gods geheimen en Zijn plannen met de mensen worden, en het zal een grote naam hebben. Maar voer jij, oude priester, je voornemen maar uit, en bereid Mij een woonplaats in het hart van de mensen.
Hoofdstuk 180: Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar als Ik kom, zal Ik niet alleen komen, maar' al de Mijnen, die reeds lang in Mijn hemelrijk bij Mij zullen zijn, zullen in grote scharen samen met Mij hun broeders, die op aarde nog in het vlees leven, komen sterken; en zo zal er een ware gemeenschap bestaan tussen de reeds zalige geesten van de hemelen en de mensen van deze aarde, wat de mensen, die in die tijd leven, werkelijk tot zeer grote troost zal zijn.
Hoofdstuk 187: De voorwaarden voor de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Aangezien Ik met alle mensen in volle ernst het goede voor heb, zonder hun vrije wil in te perken, kan Ik met hen Mijn tijd niet verdoen en grappen maken, maar alleen ernstig met hen omgaan en hun door onderricht en daden getrouwen waarachtig de wegen tonen, waarlangs zij tot het eeuwige en ware leven van hun ziel kunnen komen, als zij dat willen.
Hoofdstuk 193: Over de ernst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Deze woorden had de overste echter goed gehoord en hij zei tegen de vreemdelingen: 'Luister, jullie, die nu zulke beschouwingen aan ons wijden! Het is voldoende als sterfelijke.mensen, die de dood voor ogen hebben, met treurige en ernstige gezichten op aarde rondlopen en daardoor te kennen geven dat zij vrienden van het leven en niet van de dood zijn. Maar als een sterfelijk mens, zoals wij dat ook waren, van de dood tot het leven is doorgedrongen en het kleed van de algehele onsterfelijkheid heeft aangetrokken, dan kan hij ook op aarde al vol vreugde en opgewektheid zijn, alsof hij al in Gods hemelen was; maar jullie zullen dat nu natuurlijk nog niet inzien en begrijpen. Maar ook voor jullie kan de tijd komen, dat jullie dat zullen inzien en begrijpen!'
Hoofdstuk 201: De genezing van de zieken van de overste der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Roclus zei, nu een beetje verlegen: 'Vrienden, ik wil niet langer meer om de zaak heen draaien, maar jullie onverbloemd de volle, zuivere waarheid zeggen en tonen! Kijk,jullie hebben zojuist openlijk jullie besluit uitgesproken, dat jullie naar Galilea naar de nieuwe, grote profeet der joden willen reizen, als jullie hier geen hulp zouden vinden! En ik zeg jullie dat jullie daar heel goed aan zouden doen, als dat nu nodig zou zijn. Jullie kennen die profeet niet, maar ik ken Hem en zeg jullie dat Hij eindeloos veel meer is dan een profeet. Hij is namelijk Degene van wie alle profeten voorspeld hebben dat Hij in het vlees in deze wereld zou komen, en de mensen die in Hem geloven en Hem als de enige Heer van hemel en aarde en al het leven boven alles zullen liefhebben, zal verlossen van de slavernij van de aloude zonde, de duivel en de eeuwige dood!
Hoofdstuk 204: Roclus verwijst de rijken naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen de dertig de herberg, waar Ik verbleef, verlieten, waren wij weer een poosje onder elkaar, en Ik gaf Roclus allerlei aanwijzingen wat hij in de toekomst moest doen, als er toch nog mensen op het idee zouden komen om hun dode kinderen naar Essea te brengen om ze weer tot leven te laten wekken. Ik verbood hem echter niet om in een enkel geval, wanneer degenen die hem erom vroegen een sterk geloof aan de dag legden, deze of gene weer op te wekken; maar hij moest zich altijd eerst in de geest tot Mij wenden, dan zou Ik hem laten weten of die daad uitgevoerd of achterwege gelaten moest worden. Roclus nam dat ook zeer dankbaar aan.
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...