Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5699 resultaten - Pagina 20 van 380

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[3] Toen viel CHIWAR voor Mij op zijn knieën en bad Mij vurig daarom. Ik legde Mijn rechter hand op zijn hart en Mijn linker hand op zijn hoofd en op dat moment werd het licht in hem. En hij zei: "Heer, in mij is nu geen duisternis meer, alles in mij is licht en het lijkt mij toe alsof mijn gehele lichaam nu uit een op diamant gelijkende doorzichtige materie bestaat, waar het daglicht ongehinderd doorheen dringt. O Heer Iaat mij voor altijd deze zegen behouden, ik zal hem zeker weten te beschermen en altijd weten hoe ik hem dankbaar in ere moet houden!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Blijf Mijn leer altijd trouw, dan zul je nooit reden hebben om te treuren over het verlies van dit licht!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Chiwar kijkt naar boven. Hij ziet in het stralende licht de twee aartsengelen en om hen heen talloze myriaden engelen, die ieder ogenblik gereed staan om Mij te dienen.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Hij bracht mij daarna in een andere kamer, die nog donkerder was, en toonde mij een groot aantal geraamtes, die ook op in rijen opgestelde banken lagen. Een flauw licht verlichtte deze verschrikkelijke kamer in geringe mate, maar men kon de geraamtes vrij behoorlijk waarnemen.
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Kijk, broeder Judas, dat zijn de levensprincipes van die beroemde Essenen, waar jij ons over vertelde! Werelds gezien kan men ze niet te veel afkeuren, maar geestelijk zijn ze uitermate te verwerpen nu wij een geheel ander licht hebben! Want uit hun mond hoort een buitenstaander nooit een enkel waar woord, en als hij in hun bijzijn de waarheid wil spreken, dan is zijn doodvonnis al getekend!"
Hoofdstuk 99: De levensbeschouwing van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] MATTHÉUS, de tollenaar, zegt: "Als die ongunstige wind maar ging liggen! De schippersknechten zijn al helemaal uitgeput van het zware roeien, ondanks dat wij hen nu een paar maal behoorlijk geholpen hebben. Alleen als we ons allemaal inspannen kunnen wij ons op de hoge zee handhaven. Werd het maar licht! De ochtend zal ons zeker een andere wind brengen!"
Hoofdstuk 100: De leerlingen, de storm en het schip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Wij zetten grote ogen op na deze niet zo erg aangename voorspelling en wachtten in angstige spanning op de voorspelde plaag, die met het moment waarschijnlijker werd omdat het na deze voorspelling langzaam maar zeker steeds donkerder en donkerder begon te worden! Toen de zandloper bijna leeg was strekte de overste zijn handen uit en sprak langzaam en verheven: 'Ik wil het! Zon, wordt duister!' Toen werd de zon duister en op de gehele aarde was het zo donker als bij nacht. Na een paar ogenblikken en merendeels vermurwd door onze vurige smeekbeden, strekte hij zijn handen weer uit, waarvan de vingers leken te gloeien, en sprak tegen de zon: 'Zo is de plaag voor de mensen voldoende, ontbrand daarom geleidelijk weer en verlicht en verwarm de hele wereld!' En zie, na dit bevel van hem begon de zon meteen weer licht te geven en na een half uur gaf ze weer haar volle warmte!
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] BARTHOLOMÉUS zegt: "Dat is haast belachelijk, en ik heb deze kunstmatige maan met vijftig andere sterke mannen heel vaak op een verschrikkelijk lange stang vanuit de erker van de burcht in een schuine stand in de lucht naar buiten moeten houden! De maan zelf bestaat uit een ronde zeef van ongeveer twee spannen breedte, die aan beide zijden met wit perkament is overtrokken. De zeef heeft een doorsnede van tien royale handbreedtes en is inwendig, dat wil zeggen tussen de beide perkamentdeksels -en wel in het midden van de cirkel -voorzien van vier olielampen, die als ze branden binnen de twee perkamentdeksels veel licht geven. De naar de burcht toegekeerde zijde is met tamelijk grote zeer zwarte letters in drie talen beschreven. Als een vreemde nu snel naar een bepaald venster gebracht wordt, ziet hij schijnbaar de beschreven volle maan aan de hemel, die zoals reeds gezegd, door vijftig sterke mensen schuin boven, hoog in de lucht wordt gehouden op een ongeveer twaalf klafter lange stang, die door de vreemden vanuit het bepaalde venster niet kan worden gezien. -Nu, wat vindt je van die volle maan?"
Hoofdstuk 98: Het bedrog van de Esseense wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Terwijl de leerlingen nog zo schreeuwden en om hulp riepen, naderde IK het schip tot op tien passen en zei tegen de van vrees bevenden: "Troost je, Ik ben het immers! Wees dus niet bang!" (Matth. 14:27) - Toen werden de leerlingen stil.
Hoofdstuk 101: Petrus loopt op de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Een profeet is net zo'n eenvoudig, met allerlei zwakheden behept, natuurlijk mens als jij, maar omdat hij een bezonnen hart heeft, waarin toorn noch wraak, noch afgunst, noch trots, noch echtbreuk en veelsoortige hoererij zich kunnen nestelen, reinigt de goddelijke geest zijn hart van de veelvoudige wereldse ballast. Als het hart op zich zo gereinigd is, giet de goddelijke geest een hemels licht in zo'n hart.
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Omdat de profeet duidelijk onderkent dat dit een hemels licht is, dat zich altijd door helder waarneembare woorden laat horen, behoeft de op deze wijze gerijpte profeet alleen maar met de stem van zijn mond luid na te spreken wat hij in zijn hart helder en duidelijk hoort, en dan profeteert hij al volmaakt profetisch!
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Terwijl Ebahl, bij wie al een ander licht opgaat, nog steeds overlegt, komt de hoofdman ook al weer terug en vertelt vol vreugde en verwondering, hoe hij alles prima in orde heeft aangetroffen, en hoe verbaasd zijn onderkommandanten waren, omdat hij volgens hun zeggen voor de tweede maal kwam om te vragen of alles wel in orde was, terwijl hij toch een half uur eerder zelf alles reeds zo goed mogelijk geregeld en opgedragen had! Hij had zich eruit gepraat door voor te geven dat dit slechts een slimme controle was, en daarmee waren allen zonder verdere vragen geheel tevreden gesteld.
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[25] Eindelijk probeerde ook de hoofdman een voet op het water te zetten, en toen hem bleek dat het water niet week, zette hij er tenslotte heel behoedzaam ook de tweede naast, ging, zich zo licht mogelijk makend en met ingehouden adem, de tien passen naar Mij toe en was heel blij toen hij bij Mij op een nooit op deze wijze betreden bodem stond.
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] ALLEN zeggen: "Ja, heer en meester, dat is zo duidelijk en waar als het licht van de zon, en wij zullen allen daarnaar handelen!"
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Oh, ik dank U nog veel meer, o Heer! Nu weet ik precies wat ik in de toekomst zal moeten doen, en zou er zich een twijfelgeval voordoen, dan zult U mij wel toestaan dat ik Uw boven alles heilige en machtige naam aanroep en zeg: '0 grote almachtige geest van mijn Heer en Meester Jezus! Verlicht mijn hart opdat het er licht worde!', en U zult dit roepen van mij zeker ook tot aan het einde der wereld horen!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...