Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 20 van 98

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[10] Een op die manier door een kwade eed gevangen mens uit die erge gevangenschap van satan verlossen, is zelfs dan een buitengewoon goed werk van echte naastenliefde als het een mens betreft, die door gebrek aan inzicht zich door zijn gelovig gemoed nog gebonden acht aan een afgelegde eed. Hier, waar de betreffende jongemannen deze slechtste eed ter wereld volledig inzien, is het dus zéker goed. Doe jij daarom maar helemaal naar eigen goeddunken, en Mijn vriend Cyrenius zal je daarbij zeker zijn hoogste hulp niet ontzeggen!"
Hoofdstuk 238: Een verwijzing naar de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] ALLEN zeggen: "O heer, wie u ook bent, deze goddelijke raad kon alleen maar een god aan, u geven! Waarlijk, zo bereiken wij het goede doel voor ons en met minder voor onze ouders. O gelukzaligheid, hoe zoet is uw smaak, en hoeveel wijzer is het grote Rome dan ons zeer slechte Jeruzalem! Oude waard en vader van dit huis, ga en breng ons ter ere van deze verblijdende mededeling nog wijn, want nu moeten alle aanwezigen daarop drinken! Wij zijn in één klap uit de hel in alle hemelen terechtgekomen. De blinde Joden wachten nog steeds op een beloofde Messias, die hen van het juk van de Romeinen bevrijden zal. En zie wij hebben juist hier in jullie, beste Romeinen, de echte en alleen war~ Messias van alle mensen gevonden! De zuivere waarheid is de echte Messias van alle mensen. En die is in jullie midden, en zo zijn jullie, omdat je de volle en zuivere waarheid onder en in jullie hebben, de enige en ware Messias van alle zuivere en rechtschapen denkende Joden. Maar ook van alle mensen wier harten door allerlei oude, waardeloze en door en door verdorven voorschriften en daarvan afgeleide nog slechtere wetten gevangen gehouden worden. Oude waard, ga, ga, en laat ons nog een wijn drinken op het welzijn van onze verlossers en Messiassen!"
Hoofdstuk 239: Julius vertelt het plan van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] JULIUS zegt: "Ik spreek graag met vrijmoedige mensen, en nooit zal mij de vrijmoedige uitspraak beledigen van mannen, die de waarheid vrijuit spreken, zonder vrees en angst en zonder enige terughoudendheid; maar wee ook degenen, die anders denken en voelen en geheel anders spreken! Voor mij is er niets gehater dan de leugen, en zelfs een noodleugen verdoem ik, want het is beter voor God en alle eerlijke mensen te sterven - dan zich te redden door een onwaarheid! Maar zoals gezegd, jullie eerlijke taal bevalt mij. En omdat mij jullie omstandigheden zo ongeveer bekend zijn vanuit Jeruzalem en Bethlehem, weet ik ook dat jullie hier vrijwel zonder enig voorbehoud jullie verzoek naar voren hebben gebracht. Iets hebben jullie nog niet helemaal uit de doeken gedaan, maar dat is maar een kleinigheid, en dat zullen jullie ook bereiken, als jullie ons Romeinen een echte en altijd oprechte trouwen broederlijke toegenegenheid zult bewijzen!"
Hoofdstuk 239: Julius vertelt het plan van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Een mens, die helemaal geen geloof wil en kan aannemen, kan ook nooit enige echte, verstandelijke ontwikkeling bereiken. Want wie een huis wil bouwen, moet eerst zorgen voor het nodige bouwmateriaal. Hoe kan iemand zelfs maar een simpele vissershut bouwen zonder enig materiaal? Ook al is het ruwe materiaal aanvankelijk ongeordend, dan is die orde toch al gauw aan te brengen zodra er enig materiaal is; maar als er helemaal geen materiaal is, dan is er ook niets te ordenen.
Hoofdstuk 6: Gesprek tussen Julius en de Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] CYRENIUS antwoordt: "0, niet in het minst; voor mij is dat allemaal een echte kwelling!"
Hoofdstuk 14: Hoe passen aardse schatten in ons leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kortom, onze nieuwe Meester en Heer toont in alles de echte geest van God en daarom willen en zullen wij ook op leven en dood en door dik en dun zijn leerlingen zijn. Maar de tempel keren wij voor eeuwig de rug toe! Amen. Zo zij het en zo zal het gebeuren! Gevast hebben wij al vaak genoeg en we hebben daarmee niets bereikt. Tijdens onze reizen namen we een loopje met het domme, overdreven vasten, wij aten ook op de voorsabbat en de dagen van de nieuwe maan en wij hebben op die nieuwe, menselijk verstandige manier nu het hoogste bereikt wat een mens ooit kan bereiken. Laten we dus opgewekt en vol goede moed zijn! Wij hebben de beloofde Messias al en de tempel zal Hem onder de tegenwoordige omstandigheden waarschijnlijk nog heel lang niet te zien krijgen en als hij Hem te zien krijgt, zal hij Hem toch zeker niet herkennen. Wij echter hebben Hem en kennen Hem, en daarom jubelen wij en zeggen: Hosianna Hem, die wij gevonden hebben! Hem alleen zij onze achting en liefde!"
Hoofdstuk 20: Voorbereiding voor de genezing der misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De morgenmaaltijd werd zo in korte tijd genuttigd en dat gebeurde zichtbaar met zeer grote eetlust, want de vissen waren zo smakelijk toebereid dat de heerlijke smaak meer dan normaal tot eten aanspoorde. Ook Mijn Jarah tastte gretig toe en haar Raphaël niet minder, wat verscheidene jonge levieten en Farizeeën zo zeer opviel dat zij zich onderling af gingen vragen, waarom de engel, die toch een echte geest moest zijn, de vissen en het brood en de wijn met een soort onbedwingbare trek opat en ook zijn lieflijke leerlinge flink aanzette om te eten, die zich er ook helemaal niet voor geneerde om behoorlijk met haar hemelse meester te wedijveren.
Hoofdstuk 20: Voorbereiding voor de genezing der misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] 'Deze woorden waren van de echte zielen van deze vijf tijdens de pauze waarin de duivels, die hun lichamen in bezit genomen hadden, moesten uitrustten en hen daardoor ook hun hel in haar gruwelijkste naaktheid moesten laten zien. Maar meteen daarop nemen de BOOSAARDIGEN in de lichamen van de vijf het heft weer in handen en laten als met vele stemmen de monden der vijf spreken: "Wat wil jij hier, ellendige muggentemmer? Wil je je soms inlaten met een gevecht tegen ons, almachtige goden? Probeer het maar, dan zul je wel voor het laatst gevochten hebben! Ga weg, ellendeling, anders verscheuren wij je tot kleine stofdeeltjes en geven je dan prijs aan alle winden!"
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De spreker van de VIJF zegt: "O zeker niet! Kijk maar naar die man (op Mij wijzend) naast je, dat is een volmaakt mens, een echte Godszoon! Het zal echter niet zo lang duren of de duivels zullen hem vernietigen! Verder naar achteren staan nog twee jongemannen en een meisje, die komen ook van boven maar zullen nog danig vervolgd worden als zij geen duivels willen worden. Dan zie ik nog een paar arme mensen, dat schijnen vissers te zijn; alle anderen, inclusief jij en je hele huis zijn echter redelijk goede duivels, op weg om mens te worden, wat echter nog behoorlijk veel moeite en zorgen zal opleveren! Weet je nu, waar je aan toe bent?"
Hoofdstuk 24: De helderziendheid van de genezen bezetenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Sinds jouw oereerste levenskiem heb je tot nu toe steeds maar gestreden en verder zul je eeuwig steeds opnieuw weer strijden; en zolang je zult strijden, zul je ook een leven hebben, maar geen ander dan alleen maar één dat voortdurend strijdt, dat slechts zeer spaarzame momenten van zaligheid zal kenen! Maar wanneer zal uit deze eeuwige strijd eindelijk de volle overwinning te voorschijn komen in de vorm van een echte zaligheid, waarin geen strijd meer wordt gevoerd?
Hoofdstuk 26: Toespraak over de strijd in de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Pas daarna zullen de echte levensvrede en Gods orde elkaar voor altijd de hand reiken en tweedracht en twist zullen niet meer voorkomen onder hen die de gezuiverde aarde zullen bewonen in gezelschap van Gods engelen. Hoewel onze vergane en gebrekkige lichamen het niet zullen zien, zullen onze innerlijk waarnemende en alles begrijpende zielen des te meer getuige zijn van alles wat ik nu heb gezegd.
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Als er zich echter in de dood, net als in het fysieke lichaam van een mens, een macht bevindt, dan is dat ook leven, ook al staat het op een zeer lage trap. Dit leven zal zeker niet met het echte leven gaan strijden om zichzelf te vernietigen, maar het zal zich aan het leven vastklampen en, daarmee vereend, worstelen tegen de veronderstelde macht van de dood zoals een doodziek lichaam begerig de beker der gezondheid vastpakt en naar de mond brengt om daaruit nog langere tijd met het eigenlijke leven te leven en er tenslotte geheel door opgenomen te worden.
Hoofdstuk 35: De dood met haar eigen wapens overwonnen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] JULIUS antwoordt: "Er heerst daarover de grootste tevredenheid en tevens echte zorg om deze mensen op de goede levensweg te brengen!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] JULIUS zegt: "Ik vind het echt jammer, vooral van die vijf, want het is werkelijk verbazingwekkend zo wijs als die zijn. Men zou door hen veel sneller het ware levensdoel kunnen bereiken dan wanneer men aan zichzelf wordt overgelaten."
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Maar hoe? Kijk, geëerde broeder: alleen door de liefde tot God en door haar nooit aflatende werkzaamheid! Want onze liefde tot God is de liefde van God Zelf in ons en deze leidt onze ziel in de steeds verhoogde bedrijvigheid van het ware, eeuwige leven, dat op zichzelf de algehele waarheid en het helderste licht is. Als het dus in een mensenziel begint te dagen, dan is zij al dicht bij het eeuwige levensdoel en kan onmogelijk meer anders dan het doel van het eeuwige leven bereiken en dat is alles wat het volmaakte leven in alle vrijheid en totale zelfstandigheid ooit kan bereiken!
Hoofdstuk 49: Gods beeldspraak bij Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...