Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36210 resultaten - Pagina 20 van 2415

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[6] Maar Ik antwoordde daarop, wijzend op Maria, die daar nog knielde: 'Wat zij heeft gedaan, heeft ze uit liefde gedaan, en Mij is ieder offer aangenaam als het uit een liefdevol hart komt. Met deze daad heeft zij niet zozeer Mijn lichaam als wel Mijn ziel gesterkt; want waar zoveel liefde wordt geschonken, zal Ik op Mijn beurt door die liefde nog meer liefde aan de mensheid geven. Zij heeft zich daardoor het recht verworven om Mij voor de dag van Mijn begrafenis de nodige kracht te geven die Mijn ziel nog nodig heeft om het zwaarste te overwinnen. En daarom zal haar daad van liefde nooit worden vergeten, en waar jullie Mijn evangelie verkondigen, moeten jullie ook haar niet vergeten! Laat haar daarom met rust!'
Hoofdstuk 62: Jezus wordt door Maria gezalfd (Joh. 12:1-8) - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[21] Dat inzicht verheugde hem en sterkte hem nog meer in zijn plan om Mij in een situatie te brengen die Mij zou dwingen om Mijn aanvallers van het lijf te houden en hen misschien te vernietigen, of toch dermate onschadelijk te maken dat iedereen duidelijk zou zien dat niemand op aarde Mij kon weerstaan, als Ik maar ernstig wilde. Toen hij meende van alles grondig overtuigd te zijn en zonder zich in die tijd met Herodes bezig te houden -die hij voor zijn doeleinden niet meer nodig leek te hebben, omdat hij meende het ook zonder hem te kunnen redden -ging hij weer op weg naar de Jordaan om Mij op te zoeken en verslag te doen van wat hij te weten was gekomen.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Deze vloedstromen zullen jullie willozen evenwel niet bereiken, omdat de wil van de Heer je op de wateren van Zijn grote erbarmen geplaatst heeft. - En als jullie het een of ander nodig zouden hebben, dan weet je immers zonder meer waar de grote Gever is, die jullie niet zal verlaten als je Hem in je hart niet zult verlaten.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Nu, wat hebben wij dan nog meer nodig?! Wij weten en zijn oog en oorgetuigen van Zijn grote daden; eveneens weten wij, waar de grote Machthebber woont! Laten wij doen wat Kaïn in zijn nood en ook in tijden van overvloed deed, - en wees ervan verzekerd dat spoedig bewezen en aangetoond wordt, wie de eigenlijke heer in het land van de diepte is! Laat daarom ieder van ons voor deze God een altaar oprichten en Hem de vruchten van het land offeren en de zeggenschap zal dientengevolge niet achterwege blijven; en dan zal de dwaas Hanoch wel heel lang kunnen wachten op de majesteitelijke schatting van zijn ingebeelde heiligheid van ons, wij, die Adam en Eva nog gezien hebben!"
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Wij zelf moesten onmenselijk zijn om hem voor iedere verdenking te behoeden, omdat wij nog zijn dienaren waren. Maar de steden zijn nu gebouwd, het volk is verdeeld, de macht is aan ons, evenals de nieuwe waardering van de oude God en het geprezen offer; wat hebben wij nog meer nodig? Aangezien het volk ons gehoorzaamde toen wij het mishandelden, zal het ons zeker niet ontrouw worden als wij in plaats van deze wrede onmenselijkheid de geslagen wonden willen en zullen helen door wijzere en mildere wetten. Zie, men noemde mij boosaardig; maar hierbij zou ik een groot vraagteken willen zetten: wie is er eigenlijk boosaardig, ik, of Hanoch, of de slang van Kaïn! Ik geloof dat Hanoch een meester in al het boze is en de slang moet al haar gebroed in zijn hart hebben gelegd, anders waren zulke onmenselijkheden van één broeder ten opzichte van zijn broeders door zijn broeders en de broeders van zijn broeders, niet voor te stellen!
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Hoewel de Heer altijd meer geeft dan voor de mens nodig is om in leven te blijven, moeten jullie echter desondanks toch niet onmatig zijn in allerlei genietingen, maar volgens de wil van God vanwege je gezondheid matigheid betrachten bij alles wat jullie doen en nuttigen. Want zo spreekt de Heer: 'Gezegend zij een juiste maat en een gerechtvaardigd doel; maar vervloekt zij de onmatigheid en verdoemd de doelloze wegen, want daarop zullen slechts de hoererij en de ontucht gaan en daar de nacht van het verderf en de eeuwige dood vinden!' Verzamel daarom de overvloed van de zegen en richt overal voorraadhuizen op, maar niet van steen naar het voorbeeld van Hanoch, maar van hout. Sla daartoe vier glad afgewerkte stammen zo in de grond, dat ze keurig in een vierkant twee manshoogten boven de grond uitsteken. Leg dan hierop overdwars ook vier bomen volgens de jullie reeds bekende bouwwijze. Maak dan daarover een raamwerk voor het dak en dek dat af met riet en gras. Maak dan ook tussen de vier uit de grond stekende houten pijlers uit riet gevlochten wanden, maar laat in iedere wand een opening, vier maal zo groot als een hoofd van een man en maak aan de morgenzijde ook een deur, maar niet afgesloten, opdat iedereen naar behoefte vrije toegang heeft. Sla nu tot op de helft binnenin zo'n voorraadhuis enkele kleine palen in de grond, die ongeveer een halve manslengte boven de grond uitsteken. Bevestig daarop dunnere balkjes; leg daar dan eveneens rietmatten op om daarop dan de overmaat van de zegen voor jullie broeders en ook voor jezelf te leggen. Verzamel in de andere helft droog geworden, lang gras en leg dat tot op kniehoogte op de grond als rustplaats, opdat jullie daarop 's nachts slapen en je moe geworden ledematen uitrusten en je ingewanden zich verkwikken.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Ook zijn mooiste bijzitten - al was hun uiterlijk nog zo aantrekkelijk - waren niet meer in staat hem ook maar het geringste genoegen te verschaffen, daarom verscheurden zij hun kleren en weenden en treurden. Toen Lamech dat zag, ging hij naar hen toe en zei: "Mijn Ada is weg en mijn Zilla is er niet meer; wat moet ik met jullie? Ga naar de velden en werk, zodat je maag in Hanoch niet leeg wordt en jullie niet aan mijn hof te gronde gaan; want ik heb niemand meer nodig dan alleen mijzelf! Als ik nog macht bezat, dan zouden de zon, de maan en alle sterren voor mijn woede buigen; maar sinds Tatahar ben ik zwak geworden en daarom ben ik niet meer in staat - zelfs door de vele terechtstellingen, die volgens mijn rechtvaardige wetten uitgevoerd zijn - mijn verloren macht weer te herstellen. Daarom wil ik alles verwijderen en alleen zijn met mijn weinige knechten en raadslieden en overige dienaren en ik wil mijn regering slechts tot mijn stad beperken. Laat al het andere maar wetteloos en vogelvrij zijn en wie ooit mijn hof zal naderen, zal met de dood bestraft worden!
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Luister, vader, zijn innerlijk gevoel is waar, omdat daaruit zijn gehele wezen in de zuiverste liefde en vol deemoed spreekt; daarom zal hij voortaan voor iedereen een leraar in de geheime wijsheid van de eeuwige liefde zijn voor al onze broeders en kinderen. Want ofschoon de Heer ieder de liefde en het begrip van het hart als zuiver geschenk uit Zichzelf gaf, is het anderzijds toch ook overduidelijk dat niet ieder van ons een even grote last kan tillen en de een heeft meer kracht in zijn voeten, de ander in zijn handen, een ander in zijn borst, een ander in zijn rug en weer een ander in zijn innerlijke organen en de een in dit en de ander in dat. Ook heeft weliswaar iedereen een menselijk gezicht en toch ziet niet een er net zo uit als de ander. En daarmee bedoel ik dan ook: Henoch heeft grote macht en kracht in zijn hart en niemand zal daarin op hem lijken; want men kan niet zoveel liefde hebben als men wil, maar zoveel als de Heer hem geschonken heeft. Aan iedereen heeft Hij weliswaar liefde gegeven, maar wat dat betreft zijn zij niet allemaal gelijk; daarom moet ook het inzicht verschillen, opdat de ene broeder de andere nodig zal hebben, waardoor dan weer alles in evenwicht gebracht wordt, wat de Heer zo vol wijsheid verschillend heeft laten ontstaan.
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] (N.B. Waar jullie tegenwoordig weinig acht meer op slaan en wat de wereld voor een kinderachtig gedoe houdt, - waardoor ook Ik en Mijn zegen zich verre moeten houden, omdat dat alles heden ten dage niet langer meer nodig gevonden wordt!)
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Indien ons dat alles zonder onderscheid eigen is, hetgeen allemaal van de Heer afkomstig is, waarom zal iemand dan meer of minder van de Heer zijn, indien hij van Hem is uitgegaan en weer tot Hem zou willen inkeren?! 0 vaderen, zie, welk kind zou er wel naar jullie toe willen komen om heilige raad te halen, dat je niet zou willen aanhoren en dat je niet zou geven wat het nodig heeft?
Hoofdstuk 59: Over de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Wee degene die daardoor zou gaan geloven dat hij meer is dan zijn broeders of dat de Heer hem nodig heeft, zo'n boosdoener zal zijn eigen gericht niet ontlopen!
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Kenan: "Laten wij de zaak laten rusten! Indien het hier werkelijk tot een overnachting komt, zal daardoor de aarde niet wormstekig en de vaste grond niet tot water worden. De Heer weet het beste waarom Hij voor onze bezige tongen een kleine rustdag heeft ingelast! Ik zeg altijd maar: het is beter te handelen dan steeds te praten en te leren. Ik luister weliswaar zeer graag naar mooie toespraken en lessen, - maar eerlijk waar: op deze reis gebeurt er teveel van het goede; men kan het niet meer verwerken en Asmahaëls woord is als een steen in mijn maag, luister, die zal nog enige rust nodig hebben om te verteren! Laten wij het daarom laten zoals het is en zwijgen! Amen."
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Vader, houd zonder zorgen voor je, waar je over moet zwijgen tot de tijd daar is; maar houd mij nu niet voor een leugenaar en evenmin voor een volslagen blinde zoeker naar goddelijke zaken! Want alleen mijn lichaam heb je verwekt; mijn geest is echter net als de jouwe uit God. Daarom geloof ik dat ook een vader zich niet vergrijpen mag aan het goddelijke in zijn kinderen. Want het is immers al genoeg dat de geest toch al door de last van het lichaam geplaagd wordt en deel heeft aan diens gebreken; maar als de vader het lichaam van zijn kinderen tuchtigt, heeft de geest zijn aandeel reeds uit de hand van de verwekker ontvangen. Meer is niet nodig. Wanneer dan de goddelijke geest van het kind zich wendt tot de goddelijke geest van zijn verwekker, dan moeten die twee goddelijke broeders elkaar niet lastig vallen, maar elkaar alleen in alle liefde als broeders in God herkennen en elkaar, liefderijk ondersteunend, hand in hand en hart aan hart naar de poort leiden waardoor het eeuwige leven van alle genade, erbarming en liefde voor eeuwig onoverwinnelijk stroomt.
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Maar als een dergelijk mens toch ook zijn welgeschapen medemens liefheeft en deze hem wederkerig, dan is hij niet in conflict met de liefde; maar in de ordening van de liefde, die alleen vruchtdragend is, bevindt hij zich niet, - en zijn geestelijke zuster, de listigheid, evenmin. Want door haar wordt niemand tot leven bevrucht, noch kan zij ook maar iets voor zichzelf bewerken dat bevruchtend voor het leven is, daar zij altijd, hoewel in zekere zin schadeloos en onschuldig, toch alleen maar bedrog is, waardoor de teleurgestelde toch steeds meer of minder geërgerd wordt omdat hij dan al spoedig aan zichzelf en aan de sluwerik vraagt: "Waarom moest ik dan, al was het voor een goed doel, door een list beetgenomen worden en waarom gebruikte mijn broeder voor mijn bestwil een list? Is het goede dan niet goed, zodat het nodig was om door een list goed te worden? Of ben of was ik dan zelf boosaardig, zodat ik eerst door list voor het goede gewonnen moest worden?"
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Ik geef jullie nu geen gebod meer, maar Ik maak je vrij van ieder gebod. Geboden deugen alleen voor luie knechten; en wie volgens de geboden leeft, is een dode slaaf die gericht wordt in al zijn doen en geen vrijheid heeft in zijn hart. Waar hij werkt, daar werkt hij omdat het werk hem opgedragen was; want zonder gebod zou hij nooit enige bedrijvigheid nodig gevonden hebben. Waar hij liefheeft, daar heeft hij lief omdat hem bevolen was lief te hebben; maar zijn hart ondervindt niet de noodzaak en de heiligheid van de liefde en het eeuwige leven vanuit haar, maar alleen de last van de liefde. Waarom is dat zo? Omdat hij in alle dingen een slaaf uit de modderige diepte is!
Hoofdstuk 144: Emmanuëls afscheidswoorden tijdens de zegening van het offer. Een belofte voor Golgotha. Over de heerlijkheid van de geestelijke vrijheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...