Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3666 resultaten - Pagina 20 van 245

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[5] IK zeg: "Vrouw, Ik heb in Nazareth jouw verering van God gehoord, en vooral voor jou deed Ik nu datgene wat je zag! Daarom kun je het best bij Mij uithouden! Maar Ik zeg jullie nu allemaal dat je daarvan aan niemand een woord vertelt! Dat is niet voor Mij of voor jullie, maar alleen terwille van de vele ongelovige mensen, opdat die daardoor niet gedwongen worden in de Zoon des mensen te geloven, maar daarin vrij zijn als hen het evangelie gepredikt wordt!
Hoofdstuk 71: De onsterfelijkheid van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Laten wij nu, omdat de jongen zijn brood en de wijn helemaal op heeft en de schemering al erg merkbaar wordt, naar huis gaan!"
Hoofdstuk 71: De onsterfelijkheid van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen Ik dit tegen Cyrenius had gezegd, waren we tevens thuis aangekomen, waar al een goed avondmaal op ons wachtte, dat .zoals gewoonlijk bestond uit brood, wijn en veel heerlijk klaargemaakte vissen. De jonge Josoë was erg belust op de vissen en toonde zich verheugd over de goedgevulde tafels.
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De JONGEN zegt: "Beste oom, maakt u zich daarover maar niet ongerust! Hij, Die mij uit de dood heeft opgewekt, zou zeker mijn maag niet zo'n grote eetlust gegeven hebben, als het schadelijk voor de maag zou zijn nu wat meer voedsel tot zich te nemen dan anders bij een regelmatig verzadigde toestand, want het is voor een mens geen grapje om anderhalf jaar dood en zonder voedsel te zijn geweest! Als u dat eens zelf zou ondervinden en mijn nieuw geschapen maag zou hebben, dan zou u mijn eetlust gemakkelijk begrijpen. Maar niet ieder mens kan dit meemaken, en daarom heeft het geen zin om daarover met mij te redetwisten. Behalve Degene, die mij opgewekt heeft, weet ik nu het best hoe het met mij gaat, en maakt u zich maar niet bezorgd of een paar vissen, een stuk brood en een beker wijn mij ook maar in het minst zullen schaden!"
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Als je echter Gods woord niet wilt naleven en je niet bij iedere gelegenheid wilt oefenen in de zelfverloochening, vraagje dan in Godsnaam zelf af waarom je ons gezelschap met je aanwezigheid lastig valt!
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Dagenlang spreek je met niemand van ons ook maar één woord, en vraagt iemand je wat, dan geef je hem helemaal geen antwoord of je snauwt hem zo ruwen grof mogelijk af, zodat hij je een tweede keer zeker geen vraag meer zal stellen. Is dat dan een manier van doen voor een leerling van de Heer? Foei, schaam je, en wordt een ander mens, -maak anders dat je wegkomt!
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Pas nu komt de jonge JOSOË naar voren en zegt: 'De. domheid van deze mens heeft me toch wel zeer geërgerd! Als leerling is hij nog zo dom als een nachtuil op klaarlichte dag. Ik begreep alles direkt wat U, o Heer, tegen hem gezegd heeft. Maar hij begreep niets, terwijl hij maar steeds vroeg, en allerlei tegenwerpingen maakte, en nu tenslotte nog net zo dom wegging alsof U, o Heer, geen woord tegen hem gezegd had! Als een kind vraagt, is dat te begrijpen, maar als een volwassene, die daarbij ook nog wijzer wil zijn dan zijn medemensen, ook blijft vragen -en dat duidelijk niet goed-, maar kwaadwillend -, dat moet toch ergernis geven! Ik wil nog driekeer sterven als deze mens zich ooit op deze wereld zal verbeteren! Hij is zeer waarschijnlijk een vrek en berekent hoe hij, als hij zou kunnen wat U kunt, o Heer, in zo kort mogelijke tijd bergen goud en zilver zou kunnen vergaren! En zo waar als ik Josoë heet, ik zet er alles op wat ik heb en wil alles ondergaan wat een mens maar kan doorstaan, als deze mens zich ooit verbetert!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] CHIWAR zegt: "Oho, als men meer dan vier dagen in het graf ligt te vergaan en de lijklucht maar al te goed tot iedere nog zo afgestompte neus doordringt - zoals wij allen ondanks alle zalfjes maar al te grimmig ondervonden hebben toen wij haar naar de groeve begeleidden en daar de klaagliederen ten einde toe zongen, dan is er van bewusteloosheid geen spoor meer aanwezig! Maar Jezus, de goede Heiland, kon wonderbaarlijk wat alleen God kan. Hij riep haar slechts door een woord, zonder enig hulpmiddel, ogenblikkelijk weer in het aangename leven terug, en thans is zij levendiger en gezonder dan zij ooit in haar hele leven was, -want zij is nog zeer jong en telt nauwelijks zestien lentes!"
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] CHIWAR zegt: "Ja, het is werkelijk zo! Vooral de genoemde Heiland Jezus trekt alle mogelijke aandacht, want Zijn prestaties overtreffen in hoge mate alles en al datgene wat ooit door Mozes over de aartsvaders is geschreven en alles wat wij over de grote profeten weten! Want zoiets is er nog nooit geweest! Je kunt je geen nog zo kwaadaardige ziekte indenken, die Hij niet door een enkel woord geneest, zonder de zieke te zien of aan te raken! Als Hij iets anders wil, dan gebeurt dat ogenblikkelijk!
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Toen het echter avond begon te worden kwamen de LEERLINGEN naar Mij toe en zeiden: "Heer, het is hier een woestenij, de nacht begint al te vallen, en voor zover wij zien kunnen heeft niemand iets eetbaars bij zich! Stuur het volk daarom weg om voor zichzelf in de dichtstbijzijnde markten brood en eten te kopen!" (Matth. 14:15)
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De JONGEN zegt: "Heer, als U glimlacht, is dat zeker een goed teken, en voor U ben ik al gerechtvaardigd zoals eens Jacob met zijn in lamsvel gewikkelde handen tegenover zijn blinde vader Isaäk! Kijk, Heer, dat was toch een grotere leugen dan de mijne, wanneer ik als vondeling bij mijn ouders gebracht wordt, en toch werd Jacobs eerstgeboorte zegen door God als rechtvaardig aangenomen! Als God echter toen een duidelijke bedriegerij, een aanwijsbare leugen, met genadige en zegenende ogen kon aanschouwen, dan zal de huidige vondeling Josoë hem toch niet tegenstaan, daar hij bovendien toch een echte vondeling is zoals er geen tweede is op de hele grote aarde van God! Daarmee bedoel ik, mijn God en mijn Heer, dat er op deze aarde wel niets zo verloren is als iemand, die gestorven is; daarom zou er in de waarste zin van het woord niets kunnen zijn dat meer 'gevonden' is dan een Heer, U begrijpt wel wie ik hier bedoel!"
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Je zult beslist wel iets gehoord hebben over de beruchte belastingdiefstal, die door de agenten van de tempel onder het mom van de opperstadhouder nauwelijks vijfweken geleden begaan is, en hoe het snode transport daarvan -tesamen met veel andere zuiver gestolen en met schandelijk geweld afgeperste zaken -in Kis door de opzichter van de zeer rijke Kisjonah is opgevangen! Wel, toen was het juist die Jezus, die door de tempel zonder enige reden gehaat wordt en die zelfs de hoogste Romeinen meer vereren dan hun Jupiter, die door zijn woord en zijn ongehoorde wonderdaden de verwoestende storm voor Jeruzalem heeft afgewend! Die is echter nog lang niet van de baan; ook maar de een of andere halsstarrigheid van jullie kant, - en de storm breekt los!
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Zo is bijvoorbeeld het aftreden van Jaïrus dat vier dagen geleden plaatsvond en de op hetzelfde moment aan de hogepriester in de tempel te Jeruzalem aangeboden ontslagbrief, toch zeker meer dan een wonder! Langs natuurlijke weg zou deze oorkonde misschien op z'n vroegst nu pas in handen van de hogepriester gekomen zijn, maar nu kon jij al twee dagen geleden in Kapérnaum en vanmorgenvroeg daarvandaan hier aankomen, -en daarbij is beslist geen fout tegen de regels en de oude traditie gemaakt! Op wonderbaarlijke wijze ben jij nu officieel opperpriester over geheel Galiléa, en het ontslag van Jaïrus is compleet met alle nodige bijlagen en verklaringen in handen van de opperpriester in de tempel, en alles kostte maar een en hetzelfde ogenblik! Zo is ons ook door betrouwbare getuigen verteld, dat deze zelfde Jezus pas een paar weken geleden een zeer zware storm op zee bestraffend toesprak, -en de zee en de winden gehoorzaamden ogenblikkelijk het woord van de Heiland! Van zulke waar gebeurde verhalen zou ik je er nog vele kunnen vertellen, maar dit is niet het geschikte moment daarvoor. Men zou kunnen veronderstellen dat deze mens een huurling van de satan was, ware het niet dat Zijn woorden, lessen en milde, ernstige vermaningen het tegendeel leerden!
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Zo vertelden ons Roban en een paar honderd getuigen, die wij ondervraagd hebben, dat Hij in Sichar twee oude vervallen huizen, het oude huis van Jozef en Benjamin en het oude slot van Ezau, dat nu in bezit is van de rijke koopman Jaïruth, door Zijn woord in een oogwenk heeft gerestaureerd. Dat heeft Hij zodanig gedaan, dat alle daar wonende bouwmeesters heel openlijk toegeven dat zij voor de restauratie der beide oude huizen ondanks alle inspanning tien volle jaren nodig gehad zouden hebben, als zij zo'n herbouw langs natuurlijke weg hadden moeten klaren! Bovendien stond niet alleen het zeer uitgebreide gebouw voor wat betreft de bouwkundige materialen in een oogwenk daar, maar ook nog naar alle mogelijke behoeften ingericht, en wel in zo'n doelmatige en tevens zeer schone stijl, dat men zoiets van de hand van bouwlieden wel nergens op deze aarde kan vinden!
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar deze Herodes is in de eigenlijke zin van het woord een mens, van wie niemand nu precies weet wat hij aan hem heeft. Enerzijds is hij een goed, zo nu en dan buitensporig weldoend mens, anderzijds echter meteen daarop een eersterangs duivel! Vandaag doet hij je in een soort bevlieging van hartelijkheid en grootmoedigheid de prijzenswaardigste beloftes en komt die ook na bij degene, die kort na de belofte bij hem komt. Maar wee degene, die hem de volgende dag daaraan zou herinneren, die krijgt niet alleen niets van al het beloofde, maar wordt ook nog op zó'n gevoelige en beledigende manier afgewezen, dat hem zeker alle moed vergaat om een tweede keer naar hem toe te gaan en hem aan de gemaakte belofte te herinneren!
Hoofdstuk 92: De vrijheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...