Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1077 resultaten - Pagina 20 van 72

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[5] Als de ziel echter helemaal afstand doet van haar hoogmoed en zich verdeemoedigt, isoleert zij zich ook steeds meer van het grove vlees van haar lichaam en staat daarmee alleen maar door de aan haar verwante zenuwgeest in verbinding. Als deze situatie bij een ziel eenmaal is ingetreden, zal zij ook leven in zich voelen, en zal zij ernaar streven zich ook steeds meer in te spannen voor de naastenliefde en daardoor ook voor de zuivere liefde tot God, die zij in haar deemoed ook snel en moeiteloos zal vinden. Daardoor wekt zij ook haar geest aan gene zijde uit God en begint daarmee één te worden. Als dat eenmaal gebeurt, wordt zij reeds opgenomen in het volmaakte, eeuwige leven en zij gaat daardoor steeds meer in alles op God lijken, en heeft dan een helder inzicht gekregen in het eeuwige leven.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Zolang een ziel echter in haar wereldse hoogmoed volhardt en zich door haar naasten overmatig laat bewieroken, begraaft zij zich steeds verder in haar grove vlees en daardoor ook noodzakelijkerwijs steeds verder in de dood van het vlees. Welke woorden en welke daden en tekenen moeten dan een van de dood vervulde ziel het bewijs kunnen leveren dat zij na de lichamelijke dood verder leeft, en dat er slechts één waarachtige God is?!
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Hij is jullie zevenmaal in je droom verschenen en heeft jullie steeds dezelfde reden opgegeven waarom hij jullie niet anders dan in je droom kan bezoeken. Waarom geloofden jullie hem dan niet? Omdat jullie, als knappe dochters van een opperpriester, reeds te ijdel en te hoogmoedig zijn geworden, en om jullie brave mentor reeds tijdens zijn leven alleen maar meer hebben gelachen dan met blije levensijver naar hem hebben geluisterd! Jullie zielen begroeven zich te vast in het vlees; daardoor verloren jullie de voor het zien van geesten noodzakelijke, uitstralende sfeer van de levensether waardoor het voor de geest onmogelijk was om zich zichtbaar voor jullie te maken.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) Overigens schaadt zo'n eigenschap de mens zeker niet, en zijn ziel nog het minst; want zulke mensen zijn gewoonlijk heel goed en zachtmoedig, en gemakkelijk in de omgang. Maar af en toe kan het bij deze mensen voorkomen dat hun lichaam ter hoogte van de grovere ingewanden nog in bezit genomen wordt door een andere ziel die in het aardse luchtruim nog vrij rondzwerft, vaak zelfs door meer dan één, en meestal door zielen, die reeds een levensproef in het vlees op deze aarde hebben doorgemaakt, maar, vanwege hun grote zinnelijkheid en zelfzucht, voor hun levensheil aan gene zijde niet alleen niets gewonnen, maar zelfs veel verloren hebben.
Hoofdstuk 121: Kenmerken van de op aarde geïncarneerde maanzielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Deze zielen worden gewoonlijk, afhankelijk van de manier waarop zij hun leven willen beteren, zodra er zich een goede en deugdelijke gelegenheid voordoet tot een nieuwe lichamelijke levensproef toegelaten. Maar er zijn er die dan niet meer kunnen wachten tot zij weer in een moederlichaam geplaatst worden, en zeggen: ' Ach wat, vlees is vlees! We zullen nu het eerste het beste menselijke lichaam in bezit nemen en het kastijden zoveel maar mogelijk is! En als het lichaam eenmaal door al dat kastijden te gronde gaat, dan kunnen wij het als volledig gelouterde zielen verlaten en in de zaligheid binnengaan!'
Hoofdstuk 121: Kenmerken van de op aarde geïncarneerde maanzielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] DE WAARD zei heel hoffelijk: 'O mijn zeer vereerde vriend, ik heb nog van alles in voorraad, zoals vlees, melk, boter, kaas, eieren, honing en allerlei tuinvruchten; ook heb ik beste vis in mijn vergaarbakken! U hoeft maar te vragen en het wordt allemaal binnen de kortste tijd klaargemaakt!'
Hoofdstuk 128: De Heer in Samosata - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Had de alwijze en almachtige god dan niet voor ander aards voedsel voor de dieren kunnen zorgen dan dat ze elkaar moeten doden en met het lijk hun honger moeten stillen? Wat voor kwaad heeft het arme konijntje de arend gedaan dat die het nu met zijn machtige klauwen moest pakken en ergens heen dragen om het daar nog levend te verscheuren en op te eten? En zo zijn er een heleboel van die roofdieren die zich alleen maar voeden met het vlees en het bloed van andere zwakkere, zachtaardiger dieren. Zouden die zich dan niet evenals ossen, ezels, geiten en schapen met gras kunnen voeden ?
Hoofdstuk 132: De klacht van de hoofdman over de oorlog in het dierenrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wat is dan het belang van het lichaam van dit konijntje waarmee de arend zijn honger stilt, -als daardoor tevens de ziel van het diertje vrijgemaakt wordt, zodat die nu al volledig in staat is naar een hogere levensfase op te klimmen? Maar de arend zelf heeft ook een ziel, die op weg is naar dezelfde bestemming. In het vlees en het bloed van het konijntje bevinden zich echter ook grovere zielesubstanties. Die verenigen zich met de zielesubstanties van de arend, zodat de ziel van de arend wat zachtaardiger en intelligenter wordt en na het verlies van haar lichaam zelfs al een mensenziel kan worden, en wel een heel belangrijke, die veellicht, moed en kracht bezit.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Waarom zou een mens, zodra hij de innerlijke, geestelijke levensrijpheid volledig bereikt heeft -waarvoor hij een stoffelijk lichaam nodig had -, dan nog verder en langer en ook steeds moeizamer dat lichaam moeten rondslepen? Zal iemand, die een huis helemaal heeft afgebouwd zodat het volledig bewoonbaar is, de bouwstellingen om het voltooide huis laten staan?! Of laatje vlees, datje in een pan flink gaar gekookt en eetbaar gemaakt hebt, zo in de pan staan? Zeker niet,je zult het met het kookvocht uit de pan halen en de lege pan wegzetten! Kijk, daarom heeft alles zijn tijd op deze wereld!
Hoofdstuk 154: Over de noodzaak van de vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Uw leerling Johannes heeft in zijn inleiding over wat U gezegd heeft, van U het meest juiste en waarachtigste getuigenis gegeven, door te zeggen: 'In den beginne was het Woord, het Woord was bij God, en God was het Woord. Het Woord is vlees geworden en woonde onder ons. Hij kwam tot de Zijnen en zij hebben Hem niet herkend. ,
Hoofdstuk 154: Over de noodzaak van de vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Ikzelf, als oergoddelijk persoon, zal echter niemand richten, maar dat zal Mijn woord doen dat Ik tot jullie gesproken heb. Want wanneer Ik eenmaal opgevaren zal zijn naar Mijn rijk, zal Ik nooit meer in het vlees op deze aarde terugkomen, maar enkel in de geest, in het woord, en het zal zo zijn zoals het in het begin was, waarover geschreven staat: In den beginne was het woord, het woord was bij God, en God was het Woord. Het Woord is echter Vlees geworden en heeft onder de mensen gewoond. Hij, d. w .z. Ik kwam naar Mijn eigendom, en de Mijnen hebben Mij niet herkend; want de wereld en haar vlees hadden hen allen blind en doof gemaakt.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik ben nu in het vlees bij jullie als een mens; maar Ik kan jullie toch niet alle kracht van Mijn geest schenken. Wanneer Ik echter later niet meer in het vlees zoals nu, maar slechts in de geest bij jullie zal zijn, zal Ik jullie ook alle kracht en macht van Mijngeest kunnen schenken, die Ik natuurlijk van eeuwigheid Zelfben. In de geest en in zijn kracht zal Ik bij jullie blijven tot aan het einde van de tijd dat deze aarde nog zal bestaan, en tot zij de laatste gerichte geest tot rijpheid gebracht zal hebben. Maar dan zal met deze aarde ook voor eeuwig de wieg van de kinderen Gods verdwijnen. Vanaf die tijd zal alles geestelijk gericht worden.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Zeker; want het lichaam en het bloed van ieder mens zit vol natuurlijke, kwade geesten, die kwaad genoemd kunnen worden omdat zij onder het gericht staan; als zij niet onder het gericht zouden staan, zouden zij niet jullie vlees en bloed zijn. Maar wanneer het lichaam van jullie wordt afgenomen, zal het niet lang daarna uiteenvallen, en zijn geesten zullen dan reeds naar een vrijere bestemming worden geleid.
Hoofdstuk 187: Over de werking van de wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Juist daarom waarschuw Ik jullie dan ook voor alle hartstocht, want die is op zichzelf een gevolg van het wakker schudden van verschillende vlees en bloedgeesten. Als die eenmaal wakker zijn, voegen zich daarbij ook al gauw nog onreine zielen van gestorven mensen, die zich vaak nog in deze onderste aardse sfeer bevinden; en als dat gebeurt, is zo 'n mens in volle ernst bezeten. -Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 187: Over de werking van de wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Heeft God jullie niet bij monde van Mozes al het mogelijke van Zijn oneindige overvloed in de schepping heel precies laten zien, en uitgelegd dat dat allemaal alleen maar zo is ter wille van de mensen van deze aarde?! Heeft God niet laten zien wat de mens van deze aarde is en wat er tenslotte uit hem moet worden?! Mozes heeft jullie de reden van de hele materiële schepping heel precies uitgelegd, en goed laten zien waarom iedere ziel de weg van het vlees moet doormaken om na het afleggen van het lichaam als een zelfstandige en aan God volledig gelijke geest God te kunnen naderen.
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...