Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1268 resultaten - Pagina 20 van 85

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[2] IK zeg: "Dat zijn zielen of respectievelijk geesten van lager orde in de vorm van een ongeluksgezelschap dat nog enige tijd bijeenblijft en pas dan uit elkaar zal gaan als het in de duidelijk zichtbare voedingszak rijper is geworden.
Hoofdstuk 117: Een kluwen zielestof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Van eeuwigheid woonde Ik in Mijn ontoegankelijke centrum en in Mijn eigen ontoegankelijke licht. Maar terwille van de mensen van deze aarde heeft het Mij behaagd zodanig uit Mijn ontoegankelijke centrum en uit Mijn ontoegankelijke licht naar buiten te treden, dat Ik in hetzelfde centrum en hetzelfde licht dat ook van eeuwigheid voor de hoogste engelen geheelontoegankelijk was, Mij nu op deze aarde begaf en nu voor jullie mensen zelfs van alle kanten goed bereikbaar ben en jullie Mijn licht goed kunnen verdragen.
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Het ontstaan van iets, een ding, een wezen of nog meer van een mens is altijd een heuglijke zaak, maar het zichtbare vergaan en het verdwijnen, vooral van een mens, is daarentegen altijd iets treurigs, dat het gevoel van ieder mens altijd met weemoed vervult.
Hoofdstuk 127: De vrees voor de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Reeds bevindt de Heer zich als een zoon van arme ouders lichamelijk op deze aarde. Hij, de Eeuwige, de Heiligste, is reeds begonnen met het grote verlossingswerk. Hij wil voor alle mensen van deze aarde die van goede wil zijn, voor eeuwig een Vader zijn. Voortaan zullen de mensen van deze aarde geen onzichtbare, eeuwig onbereikbare, maar een bereikbare en altijd zichtbare Vader hebben. En deze God, Die alles wat zich in de eeuwige oneindigheid bevindt, geschapen heeft, zal in dit huis in en uit gaan. Behoed jullie hart daarom voor onzuiverheid, opdat dit huis waardig zal zijn Hem te ontvangen, Die hemel en aarde niet kunnen omsluiten!
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De aan jou zichtbare geesten, die dit licht in westelijke richting begeleidden, hebben overigens met het verschijnsel geen verdere, speciale samenhang dan dat zij door deze zo buitengewone activiteit van de normaal onder hun bevel staande natuurgeesten, zelf heel ongewoon geprikkeld werden en toen ook, niet vermoedend wat er aan de hand was, zichzelf genoodzaakt zagen om deels vluchtig en deels scherp observerend te bewegen en druk aan het werk te gaan.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Omdat de oude Lazarus zijn aardse levensloopbaan zo goed voltooid had en niet alleen niets had ingeboet op zijn vroegere hemelse volmaaktheid, maar zelfs heel veel daaraan had toegevoegd, verenigden zich tegen de tijd van het afscheid van onze zwaar beproefde engel die zijn proef zeer goed doorstaan had, talloze volmaakte engelen en deze beïnvloedden de natuurgeesten van deze aarde zodanig dat deze hetzelfde werk moesten verrichten als de natuurgeesten van de zon. Door deze buitengewone activiteit van de talloze op een beperkte ruimte samengedrongen geesten ontstond dat door jou, je vader en de jonge Lazarus waargenomen licht, juist op het ogenblik dat de engelenziel en de geest van de oude Lazarus zich los begonnen te maken van de banden van het vlees.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Omdat echter het denken van een rechtschapen mens voornamelijk van het hart uitgaat, zoals ook de zetel van de liefde en de wil alleen dáár te zoeken is, wordt het licht van de wil der vrije ziel, dat in het aardse leven alleen samen met het verstand van het hoofd moest werken, nu als gordel van het kleed der liefde en gerechtigheid, geduld en duldzaamheid zichtbaar om de lendenen van de vrije ziel. De hoed getuigt echter van een nieuwe gave van het zuivere hemelse licht, dat echter alleen maar aan diegenen extra meegegeven wordt, die reeds op aarde gestreefd hebben naar de ware, hemelse wijsheid en daardoor mensen volliefde, wijsheid en ware hemelse gerechtigheid zijn geworden. Zo'n stralende hoed is een produkt van de wijze wil van alle oergeschapen engelen der hemelen en betekent bij degene die hem op zijn hoofd draagt, dat hij nu als een geheel volmaakt en op God gelijkend wezen ingewijd is in alle wijsheid en in alle kennis van alle hemelen.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Overigens spreekt het van zelf, dat God en de engelen wel wisten en ook in staat waren om het eerste mensenpaar in een van de vruchtbaarste streken der wereld te vormen en te ontwikkelen.
Hoofdstuk 142: Gods 'toorn' bij Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ik zei: 'Ja, dat weet ik natuurlijk ook niet! Zou zo'n verwaarloosde knaap dan werkelijk nog geen betere ziel hebben? Nu hurkt dit wonderlijke wezen bij het nog bloedende, verpletterde hoofd en doet alsof het bloed uit de grote wond likt. Maar in werkelijkheid gebeurt er niets! Alleen een geringe en heel vaag zichtbare bloeddamp zuigt het op en daardoor krijgt het een wat meer menselijk uiterlijk. -Maar nu komen er dragers, die hoogstwaarschijnlijk het lijk zullen wegbrengen! Ik ben benieuwd of dit aapwezen ook mee zal gaan!'
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ja, God moet zelfs, zoals jullie weten, in de schepselen die vrij en zelfstandig moeten en willen worden, vooral in de engelen en de mensen van deze aarde, de prikkelleggen om tegen de orde in te gaan, opdat de genoemden daardoor volkomen tot een ware, ongedwongen zelfbestemming zullen kunnen komen. Daaruit blijkt dus wel duidelijk, dat God net zo bekend moet zijn met de grootst mogelijke anti-orde, als met de goede, ware en levende orde.
Hoofdstuk 158: Het gif in mineralen, planten, dieren en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Uit deze oerbron ontstond eigenlijk merendeels de gehele stoffelijke en gerichte schepping. Daar deze echter voorbestemd is om voor de geestelijke schepselen niet alleen als een levensgif te dienen dat hen beproeft, maar ook om bij juist gebruik een heilzame levensbalsem te zijn, is het zo geordend, dat de té sterk tegen de orde indruisende oersubstantiële gedachten zich afscheiden van die, welke in veel mindere mate tegen de orde ingaan en een reeds genoemde giftige reeks van wezens vormen in alle drie rijken van de zichtbare, uiterlijke meest stoffelijke natuur der dingen.
Hoofdstuk 158: Het gif in mineralen, planten, dieren en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] De blauwe nevel die voor jou zichtbaar werd, waarin verscheidene dieren rondzwommen waar jij niet erg op gesteld was, was zo'n uitstroming van de giftige ether en aan de duidelijk zichtbare bewoners ervan kon je heel goed zien door welke geest zij werd voortgebracht.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Toen zowel in de levenskluwen als in zijn innerlijke vorm nog meer rust kwam, gingen de vroegere zielsvormen nog inniger samen en gingen in twee vrouwelijke adelaars over. Al gauw zag je een zwerm eksters de ballonnen lastig vallen; dat waren de geesten van de uitstralende levenssfeer die zich nu ook met de beide zielen moesten verenigen. Toen dit op voor jou zichtbare en passende wijze gebeurde, zag je meteen twee koeien verschijnen. Dat ligt al dicht bij de mens, alleen mankeert er nog iets oerelementairs aan.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ook Jarah, die de hele nacht had gezwegen en het druk had met kijken en luisteren, riep opeens in vervoering: "0, dat is een ochtend zoals de engelen in de hemel genieten! Ach, ach, wat prachtig, wat onbeschrijfelijk bekoorlijk! Zo'n morgen lijkt ook op die, welke in deze nacht bij ons in al zijn uitbundige rijkdom in ons hart is aangebroken! Niet waar, o Heer, U mijn enige liefde, dit is toch wel een echt belangrijke, hemelse morgen?"
Hoofdstuk 166: Een heerlijke dageraad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] GABI zegt: "Ik doe wat ik doe, en daar hoef jij je helemaal niet druk over te maken! Van mens tot mens is spreken gemakkelijk, maar hier is God en hier zijn engelen aanwezig, en dan moet een menselijke stem niet te vrijpostig worden, maar heel deemoedig en bescheiden zwijgen! Ik heet Gabi, de stille, en niet Simon de vrijpostige!"
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...