Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 20 van 278

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[1] Nu komen de twee ENGELEN naar hen toe en zeggen: "Chiwar van zijn kant heeft goed gesproken en, oudste, jij hebt gelijk met te zeggen dat men helemaal voor God zou moeten zijn, omdat God iedere halfheid verafschuwt! Maar wij zeggen jullie als Zijn getuigen uit de hemelen: Wees niet bang voor degenen, die je ziel niet kunnen deren, maar vrees veel meer Hem, die Heer is over alle leven in de hemel en op aarde! Zonder Hem is er geen leven noch in de hemel noch op aarde! Laat je daarom door ons, Zijn waarachtige getuigen uit de hemelen, raden om dat te doen wat vriend Chiwar jullie heeft aangeraden."
Hoofdstuk 54: De raad van de engelen aan de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] En ZIJ roepen: "En met uw geest, opdat u ons net als Hij, genadig zou mogen zijn! Want tot op heden drukten uw wetten zwaar op ons, erger dan de dood. Maar omdat wij nu zelf onvoorwaardelijk Zijn leerlingen zijn geworden en ons uw wetten nu zelf opleggen, bestaan uw harde wetten haast niet meer voor ons. Wij danken u zelfs voor deze wetten, want zonder die zouden wij gemakkelijk verraders van deze allerheiligste zaak hebben kunnen worden! Daarom vragen wij u ook niet meer om opheffing van de uitgevaardigde strenge wetten, want wij zelf, die net als u denken, geloven en handelen, heffen deze juist door ons persoonlijk handelen, voor alle tijden der tijden tot op het laatste streepje op!"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] De OUDSTE zegt: "Dat zijn mensen waartegen wij ons toch niet kunnen beschermen. Of ze het gehoord hebben of niet, maakt niets uit! Als zij het aan het volk bekend willen maken, dan hebben ze daarvoor onze bespreking niet nodig, omdat ze zeker ook zonder ons allang maar al te goed weten wat er met de ark in de tempel aan de hand is. Willen zij dat niet, dan zal deze bespreking van ons zeker geen aanleiding daarvoor zijn -en zodoende hoeven we ons in 't geheel geen zorgen te maken! We moeten er nu echter op bedacht zijn, dat wij als ingewijden de betreffende zaak niet ergens uit laten lekken, en als dit eens zal moeten gebeuren, dan zal dat met zeer veel voorzichtigheid gepaard moeten gaan!"
Hoofdstuk 52: De verdwenen vuurzuil boven de ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De BEIDEN zeggen: " Ach, dat kun je wel, hoewel de Heer hier niet veel zal zeggen en nog minder iets bijzonders zal doen, omdat de mensen hier bijna zonder geloof zijn en denken dat de Heer een tovenaar is. Maar jullie zullen voldoende gelegenheid hebben om deze mensen stukje bij beetje op te voeden, waarvoor de Heer je het loon niet onthouden zal. Vandaag tegen de avond zal Roban ook weer bij jullie komen en belangrijke getuigenissen ten gunste van Jezus, de Heer, voor je meebrengen en je zult aan hem een zeer verstandige en wijze leider hebben, want Roban is een van de grootste geesten onder jullie." - Na deze woorden verwijderen de beide engelen zich en voegen zich weer bij ons gezelschap.
Hoofdstuk 54: De raad van de engelen aan de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Ik heb vooruit wel geweten dat jij een van de Mijnen zou worden; maar je weet nog niet dat nu ook al je broeders en ambtgenoten tot de Mijnen behoren, zonder daarom op te houden voor de wereld datgene te zijn, wat ze eerder waren. Op dezelfde wijze zul ook jij voorlopig blijven wat je was, en wel net zo lang tot de nieuwe schooloverste, die overmorgen het ambt van Jaïrus zal overnemen, wat ingewerkt is.
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Na Mijn woorden neemt ROBAN afscheid van Kisjonah, hem dankend voor al het goede dat hij hem bewezen heeft en zegt dan: "Ik geloof niet dat er op de wereld nog veel Kisjonah's te vinden zullen zijn! Daarom ben jij de enige die mijn hart geraakt en gevonden heeft! De Heer zegene je voor alles wat je aan goeds aan mij en duizend anderen bewezen hebt!" - Na deze woorden buigt hij diep voor ons en gaat vlug naar zijn broeders, die vandaag nog in de synagoge bijeen zijn - echter zonder de slapenden, die kort na ons vertrek uit de synagoge verwijderd werden. Hij wordt verrassend vriendelijk ontvangen, en zij vertellen elkaar vrolijk en opgewekt onder veel verbaasde uitroepen alles wat zij beleefd, gehoord en gezien hebben.
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] leder schepsel is een getuigenis van de almacht, wijsheid en liefde van God. Zonder Zijn macht is ook de machtigste geest niet in staat om uit zichzelf iets te scheppen; dat kan slechts God! Maar omdat ieder schepsel een getuigenis is van de goddelijke almacht, wijsheid en liefde, waarom zou het dan niet zijn schepper waard zijn? -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 58: De omgang van de aardse mens met de hemelse Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Jullie zijn weliswaar oneindig wijze en machtige dienaren van de allerhoogste, maar in dit geval zeg ik als ervaren staatsman: Helemaal zonder enige dwang zal deze waarachtig goddelijke levensleer nooit makkelijk aanvaard worden! Op z'n minst moet het ergste fanatieke bijgeloof met de grootst mogelijke pressie verdrongen worden, anders zou het eeuwig jammer zijn om haar ook maar een dagreis van hier uit te dragen!
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Hier geloven wij natuurlijk ongetwijfeld rotsvast in de zuivere eeuwige waarheid, die ons zo rijkelijk geopenbaard wordt, maar toch is hier enige dwang, Want jullie beiden, en de Heer met zijn daden, zijn nu juist ook niet zulke geringe dwangmiddelen, zonder welke hier niet zo'n duizend toehoorders en volgers van de leer bij elkaar zouden zijn, Maar als dit zeer opmerkelijke dwangmiddel nog steeds geen dode machines van ons gemaakt heeft, zoals dit verweer voldoende laat zien, dan zou een uiterlijk dwangmiddel de mensen, die zich in de toekomst moeten omvormen tot echte kinderen van God, ook niet al te veel kwaad doen!"
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De BEIDEN zeggen: "Beste vriend en broeder, als je enige wijsheid hebt oordeel dan zelf of er zonder een tégen ooit een vóór kan zijn! Waar is ooit een mens zonder strijd een held geworden? Zou het ooit bij de mensen tot vechten gekomen zijn als er bij hen alleen maar vrome lammetjes zouden zijn geweest? Of zou jij ooit je kracht uit kunnen proberen als er geen voorwerpen waren, die jouw kracht kunnen weerstaan? Zou er ooit een bóven kunnen zijn als er geen benéden was? Of zou je iemand iets goeds kunnen doen, als er nooit iemand je hulp nodig had? Wat is dan een goede daad, als niemand daar behoefte aan heeft? Of zou je een alwetende ooit iets kunnen leren, dat hij eerder niet reeds wist?
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen CYRENIUS dat in zich gehoord had was hij geweldig verbaasd en zei na een ogenblik van intensief denken: "Het was zonder meer Uw Woord, dat ik nu als een ware woordenvloed in mijn hart getrouwen duidelijk heb gehoord. Moet die vermaning aan het eind echter wel zo streng opgevolgd worden? Heel vertrouwde, redelijke en eerlijk denkende en gelovende mensen zou zoiets toch wel -bijvoorbeeld een paar dingen daarvan losweg gezegd -meegedeeld mogen worden!? Want zoiets zou toch geen mens kunnen schaden!"
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Heeft God dan niet alles geschapen wat de mens tot teken dient? Maar als God alles geschapen heeft, dan zal Hij toch wel blijvend Heer daarover zijn en alles leiden en besturen! En als God alleen de Heer en Bestuurder van alle geschapen dingen en verschijningen is, hoe moeten die dan zonder Hem iets aan kunnen geven? Zijn ze daartoe echter niet in staat, dan moet de mens toch aan God, die alleen alles kan, vragen wat de tekenen beduiden! Is dat niet troostvoller dan duizend van de betrouwbaarste wichelarijen?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De BURGERS zeggen: "U kon toch de familie van Josa helpen, die aan een bijna soortgelijke kwaal leed en de zieken werden niet bij u gebracht. Dan zou u toch ook deze razende kunnen helpen zonder dat het nodig is hem naar u toe te brengen!?"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Vertrouwen bouw daarom allen alleen op Hem! Want als geen mens meer kan helpen, komt Hij en helpt de in het nauw zittende! Alles love Hem daarvoor zonder ophouden! Want slechts Hij alleen kan iedereen waarachtig helpen! Maar U, goede gezondene uit de hemelen, dank ik ook nog een keer, want u moet zelf een heilig werktuig in de hand van de almachtige God zijn!"
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "Zo zul je merken dat verschillende hartstochten de mensen beheersen. Er zijn mensen, die de behoefte hebben om alles wat maar enige waarde heeft, te bezitten. Dat is duidelijk gierigheid, en dat is een zonde. En aan deze zonde heb je de scheepvaart te danken, want alleen hebzuchtige en op winstbejag uit zijnde mensen kon de levensgevaarlijke lust bekruipen, om middelen te vinden om over de zich zeer ver uitstrekkende zee te varen, om te onderzoeken of er aan de andere kant van de zee ook nog landen zouden zijn, met misschien een overvloed aan ongelooflijke schatten. Na veel uitgestane moeilijkheden en levensgevaren komen ze werkelijk in een aan de andere zijde van de zee gelegen nog geheel onbewoond land. De uitgestane grote gevaren hebben hun hartstocht van de hebzucht erg afgekoeld en hen de moed ontnomen voor de terugtocht. Zij vestigen zich direct daar waar de wind hen gebracht heeft, bouwen hutten en huizen en bevolken op die manier een nog geheelonbewoond land. -Zeg nu zelf eens of de mensen ooit zonder de hartstocht van de heb - en winzucht het vreemde land ontdekt zouden hebben!?
Hoofdstuk 60: Het nut van de hartstochten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...