Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

20425 resultaten - Pagina 20 van 1362

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[4] Toen vroeg RAPHAËL aan Marcus: 'Begrijp je nu hoe ik in staat ben om veel dingen uiterst snel te doen, en dat dit zelfs heel gemakkelijk is, vooral als je bedenkt dat een geest, als het principe dat het diepste innerlijk van de wezens en dingen geheel doordringt, met alle materie ook het effectiefst en altijd met het meeste resultaat kan doen en laten wat hij maar wil en dat niets hem daarbij tegen kan houden?! Bovendien heb ik als aartsengel aeonen helpers die allen ieder ogenblik afhankelijk zijn van mijn wil. Als mijn wil, die de wil van de Heer is, iets wil, dan vervult deze wil ook meteen talloze aan mij ondergeschikte dienaren, die ogenblikkelijk in actie komen en iets wat gedaan moet worden dan ook gemakkelijk met een snelheid uitvoeren die jij je nauwelijks kunt voorstellen! Zelf doe ik persoonlijk weliswaar niets, maar door mijn aartswil worden aeonen helpers vanuit de meest innerlijke basis van hun wezen geactiveerd, en een opdracht wordt dan ook op deze wijze gemakkelijk zo snel mogelijk uitgevoerd, en dat des te zekerder, omdat de Heer en vervolgens wij, alles wat ergens gedaan moet worden allang voorzien en voorbereid hebben, zodat het dan voor jullie, als dat nodig is, kant en klaar in een uiterlijk zichtbare daad omgezet kan worden.
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] MARCUS was met deze uitleg heel tevreden en zei: 'ik dank je voor deze uitstekende uitleg; want als ik alles zo overzie wat ik gezien en gehoord heb, begrijp ik nu toch tot mijn volle tevredenheid hoe jij, beste hemelse vriend, je wonderen verricht en vooral de bliksemsnelle uitvoering van wat je wilt. En ik kan nu openlijk de conclusie trekken, dat het toch bij ieder wonder enigszins natuurlijk toegaat en dat het steeds neerkomt op een samenspel van krachten wanneer er ergens iets, hetzij zeer snel of in tussenpozen, uitgevoerd moet worden. ja, ik zie nu tussen jullie geestelijke wonderen en de toverkunsten van de aardse magiërs een bepaalde, lichte overeenkomst, en die bestaat in datgene wat jij voorzien en voorbereiding noemde!
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Weetje, hemelse vriend, ik zeg nu maar zonder omwegen hoe ik mij dat voorstel! Plotseling, zonder enige voorbereiding en vooruitzien, kon het voor jullie misschien net zo bezwaarlijk worden om een erg moeilijke wonderdaad tot stand te brengen als het voor een magiër zonder enige voorbereiding, en zonder vooraf gemaakte afspraken met andere personen die de magiër moeten assisteren, zal zijn. Natuurlijk mogen alle andere mensen daarvan niets weten, anders zag het er met het toveren niet zo goed Uit! Ik trek daaruit voor mijzelf de volgende conclusie, die zeker moeilijk weerlegd zal kunnen worden: de Heer, en jullie door Hem, kunnen alles, maar nooit onvoorzien, het wordt veeleer misschien reeds eeuwenlang voorbereid en geestelijk dus allang in fasen ten uitvoer gebracht! Wat hier dus nu als zichtbare daad verricht wordt, werd reeds lang geestelijk voorzien en voorbereid!
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] MARCUS zegt: 'Ja, ja, vriendje, dat is allemaal goed en wel, als je mij er dan maar van kunt overtuigen, dat ik nu volkomen vrij ben om te willen en te wensen! En dat zou voor jou wel eens veel moeilijker kunnen zijn, dan de door mij gevraagde verschillende soorten vruchtbomen op een willekeurige plaats! je hebt mij erg aan het twijfelen gebracht of zelfs jullie, almachtige geesten, zonder vooruitzien en voorbereiding in staat zijn in zekere zin uit niets een puur wonderwerk tot stand te brengen! Ik wil het niet helemaal uitsluiten, maar gezien alles wat er ooit op deze aarde was, is en ook zal zijn, is het wel erg moeilijk te geloven, omdat daartegen reeds Gods alwetendheid wat al te luid haar stem laat horen, en men toch met aan kan komen met een mogelijke, nietszeggende bewering als zou God opzettelijk voor een bepaalde zaak Zijn alwetendheid willens en wetens niet gebruikt hebben. Als God zich echter met van eeuwigheid af volledig onwetend heeft weten te houden van het feit, dat eens Zijn engel Raphaël hier op verzoek van een mens bomen tevoorschijn zal toveren, dan ~al het even moeilijk te bewijzen zijn dat dit wonder ook niet al van eeuwigheid voorbestemd en voorbereid was! Geheel geestelijk was het beslist wel voorzien!"
Hoofdstuk 3: De voorzienigheid van God en de vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Tenslotte zei ook Mijn JARAH, die zich tot nu toe muisstil had gehouden: 'Geëerde stadhouder, zegt U maar niets over Rome! De eigenlijke Romeinen bevallen me nog wel, maar er zijn in Rome ook erg veel afgodenpriesters, die allen onder een zogenaamde Pontifex Maximus* (* Opperpriester bij de Romeinen) staan! Die hebben het volk in hun macht, en met hun Hades en zelfs eeuwige nooit aflatende, gruwelijke Tartarus straffen, geestelijk in de tang! Wee degene die de moed zou hebben zich in zo'n wespennest te steken! Heus, die zou het heel gauw erbarmelijk slecht vergaan! Ik geloof dat jullie priesters wat dat betreft nog duizendmaal erger zijn dan de priesters van onze tempel, die toch nog Mozes en de profeten op rug en borst dragen, ook al is dat merendeels maar uitwendig. Maar die van U hebben ook uitwendig niets; al hun doen en laten bestaat uit de grootste zelfzucht en de onbedwingbare lust meteen maar over alles te heersen.
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Maar Ik zegen hen en zeg, dat zij zich van de grond moeten oprichten, en Ik zeg tegen vrouwen kinderen: 'Jullie weten waardoor jullie je voor altijd kunnen verzekeren van Mijn welgevallen en ook van Mijn hulp op ieder moment dat jullie die speciaal nodig zullen hebben, en heel in het bijzonder Marcus weet dat, die jullie naderhand in alles zal onderrichten.
Hoofdstuk 10: Een evangelie voor het vrouwelijk geslacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] Maar omdat jullie je de hele tijd om het stoffelijk welzijn van Mij en Mijn leerlingen zo onverdroten en grondig bekommerd hebben, heb Ik alles wat je nu hebt gezien als een tegengeschenk aan jullie gegeven en Ik heb alles zo ingericht, dat het tot jullie tijdelijk en ook eeuwig voordeel kan dienen. Maar laat je nu ook door Raphaël tonen hoe alles gebruikt moet worden; want bij zo'n bezit hoort ook de kennis om het doelgericht te kunnen gebruiken!"
Hoofdstuk 10: Een evangelie voor het vrouwelijk geslacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar IK zei tegen hem: 'Vriend, dat heeft Degene die harten en nieren van de mensen beproeft, niet nodig! Ik weet reeds alles wat je metgezellen je werkelijk heel verstandig hebben toevertrouwd, enje kunt nu uit Mijn mond het juiste vernemen over jullie strijdvraag. Kijk, luister en begrijp!
Hoofdstuk 13: De mogelijkheid grotere dingen te doen dan de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Als een mens op deze aarde of pas ook aan gene zijde, wat meestal het geval zal zijn, de hoogste geestelijke levensvoleinding verkregen zal hebben, dan zal hij niet alleen dat, wat Ik nu ten aanschouwe van jullie doe en wat er in alle scheppingssferen is en gebeurt, ook door zijn vrije wil kunnen doen en laten ontstaan en bestaan, maar nog veel grotere dingen! Want een volmaakt mens is in de eerste plaats als Mijn kind in alles één met Mij, en niet alleen maar in bepaalde speciale dingen, en moet dus omdat Mijn wil ook geheel de zijne is geworden, natuurlijk ook dat kunnen doen wat Ik Zelf kan.
Hoofdstuk 13: De mogelijkheid grotere dingen te doen dan de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ik zeg jullie: Wie liefde heeft en liefde schenkt, is Mijn kind, Mijn zoon, Mijn dochter, Mijn vriend en Mijn broeder! Wie de liefde echter niet heeft en haar dus ook niet schenkt, is een vreemde en wordt als zodanig behandeld. Als Ik je echter Mijn vriend noem, dan ben je geen vreemde meer, maar behoor je tot Mijn huis door Mijn woord, datje getrouw in je hart hebt opgenomen. Maar ga nu getroost heen en verkondig dat alles aan je broeders!'
Hoofdstuk 15: De Heer troost de Nubiërs, die niet zijn geroepen tot het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] In plaats van jullie nu enig recht te geven, maak ik jullie als afgevaardigden van deze stad bekend dat ik uit hoofde van mijn macht, uitgaande van de keizer, de oude Marcus benoem tot overste over de stad en haar wijde omliggende gebied, en hem bekleed met alle macht die ik zelfheb, en dat in het vervolg alleen hij over jullie en al jullie aangelegenheden volledig recht mag spreken, en dat jullie allen aan hem de verplichte schatting af moeten dragen! Dat zeg ik jullie nu mondeling, maar hij zal zich geheel volgens de wet met de papieren, de staf en het zwaard en de gouden weegschaal der gerechtigheid legitimeren! Slechts in heel bijzondere gevallen zal een beroep op mij gedaan kunnen worden, maar verder zal hij alles beslechten! -Bent u daarmee tevreden?"
Hoofdstuk 16: De deputatie uit Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Het is een groot ongeluk voor de mensen om slaaf te zijn; maar wie heeft hem tot slaaf gemaakt? De grote heilige natuur zeker niet, maar alleen de bij toeval sterkere mens heeft uit pure lust om zelf niets te hoeven doen en daarbij toch goed en gemakkelijk te leven, de.zwakkere tot zijn lastdier gemaakt en in gelijke mate ook het vee. Wie wierp het harde, zware juk op de nek van de os wie belaadde de ezel, de kameel en het moedige paard en wie bouwde zelfs torens op de rug van de geduldige olifant? Wie vond het zwaard uit en wie de ketens, de kerkers en zelfs het zeer smadelijke kruis, waaraan jullie Romeinen de ongezeggelijkste en eigenzinnigste mensen, die ook zouden willen heersen en moorden, vastbinden en onder de ergste pijnen de dood laat ondergaan? -Alles, al die ellende is afkomstig van de mens!
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] CYRENIUS zegt: 'Ja, als men zoiets voor veel goud of zilver zou kunnen kopen, dan was het natuurlijk wat anders! Maar ik kan je in dit geval met stelligheid verzekeren, dat het voor geen enkele schat ter wereld verkregen kan worden! Waarvoor het echter wel verkregen kan worden, daarover moeten jullie eerst onderwezen worden en door menige proef zelf gelouterd worden! Terwijl je doordrongen bent van volkomen ongeloof aan een persoonlijke god en aan andere persoonlijke, aan God gelijke wezens, en daarin formeel bent opgevoed, wil je van mij dadelijk te weten komen wie Degene is aan Wie het mogelijk was dit alles enkel door Zijn almachtige wil in een oogwenk tevoorschijn te roepen, om dan, als je onder elkaar bent, daar eens behoorlijk om te kunnen lachen! Dan zeg ik: Stop, beste mensen, wij zullen eerst eens zien of jullie in staat zijn om iets te geloven! Als je helemaal niet meer kunt geloven, dan kan ook de van mij verlangde mededeling niet gegeven worden! Kunnen jullie echter nog geloven, dan zullen jullie zodra dit geloof levend wordt, ook in staat zijn al het andere te ontvangen! -Hebben jullie mij goed begrepen?"
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ik zei: 'Dat zal ik je niet aan je neus hangen! Eén gebaar van mij is echter voldoende en dan zul jij , slecht mens, nog vroeg genoeg ondervinden, waar mijn leger zich opgesteld heeft! Ik zegje: Als je mij nu over de Lama en over zijn opperpriester en over jullie connecties met hem en over de reden van deze schandelijke mensenmishandeling niet alles volledig naar waarheid vertelt, laat ik je grijpen en twintig jaar lang op alle manieren die mijn fantasie mij zal ingeven, martelen, opdat ook jij eens kunt proeven hoe het deze arme boetelingen te moede moet zijn bij zulke ongehoorde kwellingen en martelingen! ,
Hoofdstuk 28: Roclus over de Indische priesterkaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Als een vader tegen zijn kinderen zou zeggen: 'Jullie moeten dit en dat doen en leren! ' , dan zouden de kinderen zeggen: 'Waarom moeten wij dat nog doen en leren? Wij kunnen en begrijpen immers alles wat u kunt en begrijpt, en wij handelen daarnaar! Wat verlangt u dan nog meer van ons?'
Hoofdstuk 39: De gevaren van hoge wetenschappelijke ontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...