Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1220 resultaten - Pagina 20 van 82

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[13] Wat zouden jullie ervan zeggen als Ik jullie meedeelde dat het over ongeveer 2000 jaar vanaf nu gerekend, met Mijn leer in het algemeen nog veel slechter gesteld zal zijn dan met het ergste heidendom van nu, en nog erger zal zijn dan het domste wat de Farizeeën nu voorschrijven in Jeruzalem, dat vanaf heden geen vijftig jaar meer zal bestaan?! Wat zullen jullie zeggen als Ik jullie openbaar dat de mensen in die tijd grote kunstmatige ogen zullen uitvinden en maken, waarmee zij in de diepste diepten van de sterrenhemel kunnen kijken, en heel andere berekeningen zullen maken dan de Egyptenaren gedaan hebben?! Ja, de mensen zullen ijzeren wegen aanleggen en met stoom en vuur in ijzeren wagens rijden zo snel als een afgeschoten pijl door de lucht vliegt! Zij zullen elkaar met metalen vuurwapens bevechten, en hun brieven door de bliksem over de hele wereld laten verspreiden, en hun schepen zullen zonder zeilen of roeiriemen door de kracht van het vuur over de grote wereldzee varen zo snel en gemakkelijk als de arend door de lucht vliegt; -en nog duizend en één andere dingen waarvan jullie je geen voorstelling kunnen maken.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Weliswaar bent u nu een mens die vervuld is van Gods macht, en een Meester; maar over enige honderden jaren zal de wereld over u hoogstwaarschijnlijk ook niet veel meer weten dan dat u er eens was. Onze nakomelingen zullen in ieder geval, zoals wij al gezegd hebben, deze herinnering zo levendig mogelijk bewaren, hoewel uw woorden nog meer dan uw wonderbare daden een geest uitademen die buitengewoon getuigt van Gods geestelijke aanwezigheid in u. Er zijn echter al heel veel grote geesten als mens op deze wereld geweest, en ook hun werkelijk onbegrijpelijk grote wonderdaden getuigden ervan dat zij meer dan gewone mensen waren; maar ook zij zijn allemaal gestorven, en geen van hen liet zich ooit weer als voortlevende geest zien om daardoor de volle waarheid te bevestigen van zijn leer, die hij de arme mensen vaak onder donder en bliksem gegeven heeft.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE PRIESTERES zei: 'Ja, Heer en Meester, het was duidelijk, en ik heb de waarheid ervan nu heel goed ingezien; maar voor een enige, ware en almachtige God zou het toch ook een kleinigheid geweest zijn om de geest van onze gestorven mentor voor ons te laten verschijnen, omdat hij ons dat, als het uiteindelijke bewijs van zijn leer van het zieleleven, zo vaak heel nadrukkelijk onder ede beloofd heeft. Als hij ons verschenen zou zijn, zou dat de waarheid van zijn leer voor ons bevestigd hebben en dan zouden wij ook ons hele leven daarnaar ingericht hebben; maar nu hij ons dat tot op heden steeds schuldig is gebleven, is het toch vanzelfsprekend dat wij daardoor aan de waarheid van zijn leer moesten gaan twijfelen. Waarom verscheen hij ons dan niet?'
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Toen zei IK: 'Luister eens oude, bijgelovige visser, zolang die belletjes opstijgen in het water, is dat voor het vissen nooit een goed, maar altijd een slecht teken, omdat dat heel natuurlijk aangeeft, dat de vissen op de bodem liggen te rusten. Want om op de bodem te kunnen liggen moeten de luchtzakken die zich in hun lichaam bevinden zich instinctmatig van de lucht ontdoen, en dat geeft in een visrijk water altijd die bepaalde door jou opgemerkte belletjes. Pas als je deze belletjes niet meer ziet moet je je netten uitwerpen, dan zul je vis in overvloed vangen! Want als de vis geen lucht meer uit zijn luchtzak stoot, gebruikt hij die, omdat hij alleen daardoor aan de oppervlakte kan komen.
Hoofdstuk 112: De bijgelovige vissersbaas aan de Eufraat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] DE OUDE VISSERSBAAS antwoordde: 'Heer, dat is mij zelf een raadsel! Het tijdstip is nu erg gunstig, en aan de oppervlakte van het water zie je voortdurend een groot aantalluchtbelletjes verschijnen, wat meestal een heel goed teken is om te vissen. Er is ook geen wind, en de zon staat precies op de juiste hoogte; daarbij komt nog dat de maan wast en in het teken van de vissen is gekomen, wat ook erg gunstig is om te vissen. Andere keren heb ik onder zulke buitengewoon gunstige omstandigheden altijd met weinig moeite veel gevangen, maar vandaag lijkt alles wel behekst. We hebben nu al vijf trekken gedaan, en dat bijna over de hele breedte van de rivier, en ik heb Neptunus en Triton en alle nimfen van deze rivier aangeroepen, maar allemaal voor niets! Niet één vis komt er in onze goede netten! Het is om wanhopig van te worden!
Hoofdstuk 112: De bijgelovige vissersbaas aan de Eufraat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei:'Absoluut, want je kunt er niets aan veranderen, en daarom is het voor jou beter van de plaats weg te blijven waar je niets goeds en waars kunt beleven en je je als een Jood van de oude stempel moet ergeren. Maar Ik ben gekomen om alles wat krom is, recht, en wat blind en doof is, ziende en horende te maken. Laten we nu echter over de tempel ophouden, want de totale onbruikbaarheid ervan is jullie maar al te bekend!
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Dat onze mooie gids echter een heel eerlijk en rechtschapen persoon is, daar hebben we ons al een paar maal van kunnen overtuigen; daarom zullen wij ons heimelijk tot haar wenden, en dan zal zij wel zo vriendelijk zijn ons goed in te lichten, zodat wij te weten komen of wij onze reis hierheen al dan niet voor niets gemaakt hebben. Want als er enige waarheid in schuilt, blijven wij net zolang hier tot wij precies weten wat ervan waar is; maar stelt het niets voor, dan gaan wij binnen een paar dagen al weer naar huis.
Hoofdstuk 181: De aankomst van de Romeinse vreemdelingen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE ENGEL zei: 'Ja, vriend, dat kan ik niet, want ik moet de wil van de Heer uitvoeren! Als wij op de oppervlakte van deze lichtwereld zullen staan, zal zij zich wel vriendelijker aan je voordoen. Dus daar gaan we!'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Het jonge meisje is vanmorgen vroeg al weggegaan, nadat zij eerst de waard die al op was, een van liefde brandende groet voor Mij heeft gegeven, met daarbij de uitdrukkelijke verzekering, dat zij in het vervolg nooit meer zondigen zal. En Ik zeg jullie dat zij haar gegeven woord ook zal houden. Dus houd je aan wat Ik jullie nu met betrekking tot de Romeinen voor dit ogenblik gezegd heb, en doe dat zo goed als je kunt, want jullie zullen jezelf weldra ervan overtuigen, dat alleen Ik altijd en eeuwig gelijk heb!'
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Toen zette DE FARIZEEËR grote ogen op en zei tegen degene die naast hem stond: 'Wat vind jij ervan, wat zegt die man en wat leert hij?'
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE ROMEIN ZEI:) 'Zeg me eens: Wat vind je van het boek Job? Hoe bevalt je het tweegesprek tussen God en job en dat tussen God en satan? Wat denk je ervan, en hoe verklaar je mij deze vreemde geschiedenis?'
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] ALLEN zeiden, zelfs de priesters: 'Ja, Heer, dat zou zeker het hoogste en beste zijn wat de mens op deze aarde zou kunnen bereiken! Maar er is een muur, die tot op heden nog niemand heeft kunnen doorbreken, en de zeer fatale sluier van Isis, die tot op heden nog geen sterveling volledig heeft kunnen oplichten. Zo hier en daar waren er wel zeer wijze mensen die zeker iets waars ervan op het spoor gekomen zijn, maar over het waar , wanneer en hoe zijn alle duizend maal duizend vragen nog volledig onbeantwoord. Als u zo gelukkig bent om deze vragen goed begrijpelijk voor het menselijk verstand te kunnen beantwoorden, heeft u recht op de grootste roem en de hoogste dankbaarheid van alle mensen.'
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] HIJ bestudeerde de woorden goed, las deze en vertaalde ze toen als volgt: 'Uit de bergen, waar de kauwtjes (kauka) in grote groepen nestelen, ontspringt een rivier die machtig, breed en ver stroomt. Aan zijn oevers zag ik grote en kleine steden, en hij draagt op zijn brede rug vele lasten. En kijk, Ik zag een last op zijn rug drijven, - er lag een diepe nacht over de gehele wijde omgeving vanaf het begin van de rivier tot daar waar hij eindigt in de grote wereldzee. Maar de last droeg een mens, wiens gezicht meer straalde dan de zon, en uit zijn mond schoten vlammende pijlen en zwaarden. Aan de oever lagen vele doden, en wie door de pijlen uit zijn mond getroffen werden, begonnen zich te bewegen, werden levend, en het werd volledig dag om hen heen. Maar de last droeg nog meer mensen, zij leefden en hadden ook een licht in zichzelf en zij straalden als de volle maan. Ook uit hun mond kwam een licht, dat leek op het licht van de morgenster, en degenen die door het licht geraakt werden, werden hoewel zij eerst dood waren, weer levend en bewogen zich vervolgens voort als op klaarlichte dag. Dat maakte echter dat al gauw de hele rivier licht werd. Toen de hele stroom licht gaf, werd het vrolijk aan de oevers, en velen haastten zich erheen en wasten hun gezicht, en zie, allen die de rivier ingingen en zich in de lichte gloed ervan reinigden, straalden licht uit!
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, de zon is al ondergegaan, de lucht is onbewolkt en er laten zich al enkele sterren zien; daar in het oosten komt net de volle maan boven de wat in damp gehulde horizon. Maar nog vandaag zal er binnen twee uur een maansverduistering plaatsvinden door de natuurlijke schaduw van deze aarde, die dan juist tussen de zon en de maan zal komen te staan. Dat zal bij de mensen in Jeruzalem en vooral bij de domme Farizeeën een verschrikkelijk spektakel veroorzaken, omdat dit keer de maan bijna een half uur lang helemaal zal verdwijnen. Er zal gejammerd worden en er zullen grote offers in de tempelkas terechtkomen; maar wij zullen hier dit kleine schouwspel van de natuur heel rustig gadeslaan en ervan genieten.
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] LAZARUS zei: 'Een heel oude volkssage verklaart dergelijke verschijnselen als volgt: Wanneer er ergens op aarde een groot booswicht sterft, grijpen zeven van de allerergste duivels zijn ziel en sleuren die door de lucht. Van pure schrik, angst en pijn laat deze alles los en omdat die ziel nu eenmaal tot de onderste hel behoort, bestaat alles wat zij in haar angst loslaat natuurlijk uit vuur. Zulk duivels en hels afval verpest echter de lucht, en waar soms een deel ervan op aarde valt, gebeurt dan ook het ene ongeluk na het andere, en er zijn heel wat offers en gebeden voor nodig om zo'n plaats van ongeluk te zuiveren. - Zo luidt de oude volkssage. Ik geloof dat weliswaar niet zonder meer; maar het is toch vreemd dat zoveel dingen, die men als kind in zekere zin met de moedermelk heeft binnengekregen, niet zo gemakkelijk helemaal uit een mens te verwijderen zijn. Er blijft altijd een soort geloof daaraan hangen, dat van tijd tot tijd bij zulke overigens helemaal onbegrijpelijke verschijnselen weer vernieuwd wordt en het gemoed met vrees en angst vervult. - Zegt U nu eens, o Heer, wat daarvan waar is!'
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...