Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1169 resultaten - Pagina 20 van 78

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[8] Epiphanes probeerde het, maar verloor natuurlijk meteen zijn gemakkelijke verticale positie, en hoe meer hij met handen en voeten werkte des te meer kwam hij in allerlei ongemakkelijke houdingen te!echt. Tenslotte draaide hij als een in de lucht zwevend blad rond en een slechts heel licht zuchtje wind begon hem verder weg te schuiven en wel volgens Mijn wil naar het huis van Aziona, aan welks muren hij een vast steunpunt vond, hij veranderde zijn ongemakkelijke positie weer in de gemakkelijke verticale en werkte zich toen, de muur vastpakkend, naar beneden tot op de grond.
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Je hoeft maar één manslengte van de vaste grond vandaan te zijn in de vrije lucht, en ogenblikkelijk ben je alle macht en alle kracht kwijt! Het kleinste zuchtje wind dat nauwelijks een blaadje aan een boom kan bewegen, draagt je zonder enig mogelijke weerstand weg en dat in een meestal zeer ongemakkelijke positie. Nee, alles vind ik goed, zoals gezegd, maar niet meer zo'n experiment! Maar de woorden uit Uw mond, Heer, zijn nu als schitterende waarheid bevestigd, dat namelijk de grootste kracht zonder een vast steunpunt, dat ik als een noodzakelijke tegenkracht beschouw, zo goed als geen kracht is. Dat is nu mijn levendigste en waarste overtuiging.
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zoals jullie nu ervaren hebben, is de allersterkste reus tot niets in staat zonder een vast steunpunt, dat we een tegenkracht of een tegenpool zullen noemen, dat zien jullie nu zeer goed in. Diezelfde toestand strekt zich tot in het eindeloos grote, tot aan het allerhoogste Godswezen uit!
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wanneer iemand bijvoorbeeld iets wil verwerkelijken, begint hij te denken en er zullen een aantal vluchtige beelden als afzonderlijke gedachten door zijn gemoed stormen. Als de denker zich enige tijd bezighoudt met de beschouwing van de innerlijke beelden in zijn geest, die men 'gedachten' noemt, en hij deze ook steeds meer begint vast te houden, zal hij al spoedig en gemakkelijk gewaar worden dat enkele betere gedachten zich verenigd hebben en zich in zekere zin al tot een helder idee gebundeld hebben. Zo'n idee houdt de ziel dan als een duidelijk beeld vast in haar bewustzijn, en men zou dat een grondidee kunnen noemen.
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Nu staat de vroegere, puur geestelijke voorstelling niet meer alleen maar als geestelijk beeld in volle helderheid in het bewustzijn van de ziel, maar ook als een in zekere zin gericht vast evenbeeld van het innerlijke geestelijke beeld in de materiële natuur en dient voor het gebruik van degene die het voorheen bedacht had.
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Hij moet zich precies houden aan de tien geboden die door Mozes aan de mensen zijn gegeven, en deze bestaan samengevat hieruit, dat men ten eerste vast gelooft aan een waarachtige God, Hem boven alles uit alle macht liefheeft, zijn broeders en zusters echter gelijk zichzelf en in geval van nood zelfs meer!
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Hier werden de leerlingen door een machtige slaap overmand, zodat ze op de grond gingen liggen en voor korte tijd heel vast insliepen.
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Wij landden, maakten ons schip vast en gingen nog op klaarlichte dag aan land. Op deze dag was er een grote jaarmarkt en er was veel volk aanwezig.
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[22] IK zei: 'Ten eerste vanwege jullie ongeloof! Want Ik zeg jullie: Waarlijk, als jullie een vast geloof hebben zonder twijfels, al is het maar zo groot als een mosterdzaadje, dan kunnen jullie tegen deze hoge berg zeggen: 'Verhef je van hier naar de overkant van de zee!', en hij zal zich ook meteen verheffen, en jullie zal niets onmogelijk zijn! (Matth. 17,20) Maar deze soort verdwijnt alleen maar door bidden en vasten. (Matth. 17,21)
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Toen zeiden DE VISSERS die de visdief vast hielden: 'Wij hebben hem echter al zeven maal zijn overtreding vergeven; en over acht maal vergeven spreekt de wet niet, daarom willen wij hem nu voor de rechter brengen"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En DE WAARD keek Mij recht aan en zei: 'Ja, vriend, van u kan ik het geloven! In uw ogen ligt immers zo'n vastberadenheid, dat ze me zeggen: Uit deze mond is nog nooit een leugenachtig woord gekomen! En daarom geloof ik nu dan ook vast, dat u mijn zoon zult genezen."
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] DE WAARD zei: 'Laat dat nu nog maar! Deze goddelijke Meester zal met Zijn leerlingen nog geruime tijd in ons midden blijven, en dan zal zich vast wel een geschikte gelegenheid voordoen waarop je nader met Hem kennis kunt maken!"
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Want deze zo geprezen en in alle streken van de wereld buitengewoon gewilde Essenen hebben overal een groot aantal spionnen die zich in allerlei menselijke verschijningsvormen in vele landen bewegen. Door hen vernemen de hoogste leiders en bestuurders van het grote instituut alles wat er ergens aan bijzonders is en gebeurt. En daarom is het absoluut met raadzaam om tegen hen te velde te trekken, omdat ze dat vast en zeker snel te weten zouden komen en dan wraak zouden nemen op hun vijand.
Hoofdstuk 274: Over de Essenen en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Er ontstond een regelrecht opstootje in de tempel en sommigen maakten aanstalten om Mij vast te grijpen. Ik gebaarde echter dat ze stil moesten zijn.
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Het ging bij ons daarom heel gemakkelijk, maar wij geloofden dan ook vast en zeker dat de Heer, die ons gisteren van onze banden bevrijdde, ons door Zijn heilige wil wel behulpzaam zou zijn om ons voornemen met zo min mogelijk tegenwerking uit te kunnen voeren. En zie, het ging precies zoals wij dachten en daarvoor danken wij U, o Heer, ook heel hartelijk! Maar waar blijven onze burgers toch? Zij waren toch met een man of twaalf, dertien! Kunnen die zich dan niet minstens zo gemakkelijk vrijmaken van hun gezin als wij van de tempeldienaren?'
Hoofdstuk 16: De bekeerde priesters breken met de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...