Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5822 resultaten - Pagina 20 van 389

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[11] Maar nu is de tijd gekomen, die aan Elia getoond werd toen hij verborgen lag in de grot op de berg. Niet in de storm, ook niet in het vuur, maar in het fluisteren van de wind kwam Jehova voorbij! En deze tijd van het zachte fluisteren van Jehova voor de grot van deze wereld is nu aangebroken! Daarom willen en mogen we ook nu noch met stormgeweld, noch met vuur er op uittrekken, maar volgens de eeuwige ordening van God slechts met alle liefde, zachtmoedigheid en geduld! Maar je moet de voorzichtigheid niet uit het oog verliezen! Want Ik zie wel dat jullie nu als lammeren onder de verscheurende wolven komen; maar als je voorzichtig bent, dan zul je toch veel tot stand brengen!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Als jullie dus door de slechte dwazen van deze wereld naar de door Jesaja beschreven narrenkoningen gebracht en daaraan overgeleverd worden, maak je dan geen zorgen over wat je zeggen moet en hoe je je verantwoorden moet; want in dat uur zal jullie gegeven worden, wat je zeggen en hoe je je verantwoorden moet! (Matth. 10:19) Want jullie zijn het niet die daar spreken; maar Mijn geest, des Vaders geest is het, die door jullie spreekt! (Matth.10:20)
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik zeg jullie: Het zal gebeuren, en het moet gebeuren, dat ter wille van Mijn naam de ene broeder de andere zal overleveren aan de dood, en dat zal ook de vader met zijn zoon doen, en de kinderen zullen tegen hun ouders opstaan en hen de dood indrijven! (Matth. 10:21) Maar jullie moeten door iedereen van de eigenlijke wereld, zoals die thans is, gehaat worden ter wille van Mijn naam!
Hoofdstuk 138: De vraag van Simon van Kana. (3/10/12.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Judas zegt weer: 'Ja, als we al doodgeslagen zijn, dan zult U wel komen! Als U ons nu toch al de macht over de boze geesten hebt gegeven en de kracht om alle ziekten te genezen, waarom geeft U ons dan ook niet daarbij de macht over de slechte mensen, waarvan er niet zelden één slechter is dan alle boze geesten, die zich ooit als parasiet in de lichamen van de mensen genesteld hebben? Geef ons de macht om vuur uit de aarde op te roepen onder de voeten van hen, die ons vervolgen, en wij bekeren in korte tijd de hele wereld voor U!'
Hoofdstuk 138: De vraag van Simon van Kana. (3/10/12.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Ik heb je al gezegd, dat jij altijd praat volgens je wereldse verstand. De wereld vrede geven betekent, dat je haar nog meer dood geeft dan ze nu al in overvloed heeft.
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Judas zegt: 'Het wordt steeds mooier! Als iedereen ons moet gaan haten vanwege deze opdracht, dan beveel ik zo'n onderneming wel in Gods handen aan! Veel geluk en een krijgshaftige stemming! Zij, die ons haten, zullen zich zeker net zo over ons ontfermen en ons bewaren als de hete zomer zich over de sneeuw ontfermt en deze bewaart! Heer, als U dat volle ernst is, dan zeg ik U als heel eenvoudig, maar enigszins ervaren mens: Blijf samen met ons liever thuis; want dit zaad zal niet opkomen en geen vrucht dragen! -Luister! Als we het in een stad met onze prediking en onze daden zover gebracht zullen hebben, dat we daar door iedereen dodelijk gehaat worden, wat staat ons dan te doen? Moeten we ons dan ook nog heel gewoon laten doden? En als dat ook moet, -wie zal Uw leer dan verder verbreiden? - Ha, bedenk eens, wat U vraagt! Om 's hemelswil, ziet U dan niet in, dat U Zich daardoor helemaal onmogelijk maakt en Uw Eigen grootste vijand en vervolger bent? Waar, waar in de hele wereld vind je iemand, die mij meer dan de dood haat en toch luistert naar mijn prediking die zijn huis vervult met alle mogelijke tweedracht, haat, toorn en dodelijke wraak? Zeg, -wat moet er in zo'n geval gedaan worden?'
Hoofdstuk 138: De vraag van Simon van Kana. (3/10/12.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Waarlijk, Ik zeg jullie: Ieder, die het leven van deze wereld zoekt, en het ook zonder moeite vindt, zal het eeuwige leven verliezen, en Ik zal hem niet op de jongste dag, terstond na het afleggen van het lichaam, opwekken, maar hem voor de eeuwige dood in de hel werpen.
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] En pas deze nieuwe mens in jullie zal je duidelijk vertellen, dat Mijn woorden werkelijk Gods woorden zijn, die nu en in alle tijden der tijden dezelfde macht, kracht en uitwerking hebben als eeuwigheden terug; want alles wat je ziet, voelt, ruikt, proeft en hoort, is oorspronkelijk slechts het Woord van God,
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Ik zeg jullie nog meer: Je weet, dat er nu net als in alle tijden profeten zijn, en die zullen er ook altijd bij alle volken der aarde tot aan het einde der wereld zijn, wat voor geloof ze ook mogen hebben. Want alleen door de profeten wordt, ook al zijn alle banden tussen hemel en aarde verbroken, nog standvastig een geheime verbinding onderhouden, die geen duistere macht kan doorbreken.
Hoofdstuk 141: Eerste uitzending van de apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Bij de echte profeten vond, vindt en zal men altijd valse profeten vinden; maar dat heeft op het al of niet echt zijn van een door de hemel geroepen profeet helemaal geen, of slechts een zeer geringe invloed, omdat de echte profeet maar al te gauw de leugenaar voor de wereld ontmaskeren zal, en deze de straf van de hemel nooit zal ontlopen.
Hoofdstuk 141: Eerste uitzending van de apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] De inwoners deden er alles aan om de leerlingen zo goed mogelijk te verzorgen, en brachten tenslotte geld, omdat zij hun zieken genezen hadden. De apostelen namen echter geen geld aan, en ook niets anders, waarover de vroegere belastinginners zich zeer verwonderden en zeiden: 'Uw ongeëvenaarde onzelfzuchtigheid bewijst nog meer dan uw wonderdaden, dat u echte gezanten van God zijt; want mensen van deze wereld denken alleen maar aan hun eigen belang'.
Hoofdstuk 142: De eerste daad van de uitgezonden apostelen. Aan de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Nadat Johannes Mij had Ieren kennen, meende hij, en was daar ook helemaal van overtuigd, dat Ik stellig de beloofde Messias was en dat het gehele Joodse volk alleen al door Mijn komst zo goed als volledig was verlost, en dat alle macht van de groten der wereld voor eeuwig had opgehouden. Toen hij echter in de gevangenis kwam en er van dag tot dag meer van overtuigd raakte, dat met Mijn komst de macht van de groten der wereld niet was opgehouden maar zich integendeel had vergroot, begon ook Johannes zo zachtjes aan bij zichzelf aan Mijn echtheid te twijfelen.
Hoofdstuk 143: Aan de zee. Het antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Johannes sloeg zich vol berouw op de borst en zei: ' Ja, ja, Hij is het, Hij heeft gelijk; Hij moet groter worden en ik moet minder worden en deze wereld achter mij laten.
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Als jullie het wilt aanvaarden dan is nu juist deze Johannes dezelfde als Elia,, die in de toekomst, dat wil zeggen vóór de Messias, nog éénmaal moest komen! (Matth. 11:14) Hij is dan ook gekomen en heeft voor Mij geprofeteerd en heeft Mijn weg voorbereid, zoals jullie het zelf ondervonden hebben. Zeg nu eens, of je nu weet, wie Johannes is!'
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar Ik zeg jullie: Op de jongste dag van het gericht in de andere wereld zal het Tyrus en Sidon draaglijker vergaan dan dezen! (Matth. 11 :22)
Hoofdstuk 148: De vervloeking van Chorazin, Bethsaïda en Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...