Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 20 van 90

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[3] De Joodse priesters zullen het meest onder de indruk zijn van het verschijnsel. De totale, natuurlijke zonsverduistering van vandaag heeft ze toch al erg aangegrepen, omdat deze mensen alles stoffelijk opvatten. Van een innerlijke, geestelijk zin hebben zij helemaal geen vermoeden, omdat zij zelfs niet eens meer de overeenkomstige beeldspraak begrijpen die Mozes en nog een aantal andere zieners en wijze mannen in hun tijd hebben gebruikt. .
Hoofdstuk 97: Het materialistische denken der priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Later aten ook de Grieken en de Romeinen dit moerasinsekt, wat hen heel goed beviel. Alleen de Joden eten het tot op heden nog niet, hoewel Mozes het hun niet heeft verboden.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Kijk, zelfs de engel des Heren waagt het niet in zijn buurt te komen en jij wilt hem datgene bestrijden wat hij in zijn grote wijsheid, een wijsheid zoals die na Mozes nooit meer is voorgekomen, naar voren heeft gebracht?!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de goddelijke leer van Mozes! Wat is er nu nog van over in de tempel van de eens zo hemels wijze Salomo?! Daarom zeg ik als Mathaël's duivel en als jouwezel der ezels nog een keer: Mathaël heeft gelijk en ik waardeer zijn wijsheid net zo goed als jij, maar zo goed als Mathaël gelijk heeft, heb ik het ook!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Als het dus volgens de totale en eeuwige waarheid zo is, kan niemand Mij oneer aandoen als hij de wil van God doet zoals Mozes en al de profeten die verkondigd hebben en die Ik Zelf jullie allen luid verkondig.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Het zal moeilijk zijn om hier in het Joodse rijk dit zuivere licht uit de hemelen te verbreiden, omdat de oude leer van Mozes al te veel ondergesneeuwd is met onwaarheden en bedriegerijen, waardoor het priesterdom te rijk is geworden en nu te goed leeft. Tevens speelt het priesterdom het altijd heel goed klaar om gemene zaak met de machthebbers te maken en zich vanwege allerlei politieke redenen onontbeerlijk te maken.
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Een ander van de vier metgezellen van Mathaël, die BOZ heette en ook nooit veel zei, antwoordde Rob: "Wat jij voelt, voel ik ook en ik kan mij voor wat ter wereld ook, hier niet meer thuis voelen! Alles wat gebeurt, komt zo onverwacht mogelijk en het is op zichzelf dan altijd zo buitenissig fantastisch, dat je je niets fantastischer voor kunt stellen. Iedere daad, ieder woord en iedere vertelling maakt alles wat het menselijk oor tot op heden heeft gehoord en het oog ooit heeft gezien, zo totaal onbeduidend, dat daarvan, evenals van Mozes en al zijn wonderdaden niets overblijft.
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk naar Mozes en al de profeten, neem de geleerden van Egypte en Griekenland daar nog bij, maak een samenvatting van hun ongekend mystieke, geestelijke begrippen over het wezen van God, en dan heb je nog niets ter grootte van een zandkorreltje van datgene wat wij hier meer dan tastbaar lichamelijk voor ons hebben!
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Laten we maar geduld hebben! Vandaag weten we dit, morgen zullen we zeker meer weten en binnen een jaar zouden we wel eens veel meer kunnen weten dan nu aan het begin van onze geestelijke ontwikkeling, waarin we echter toch al veel verder gevorderd zijn dan Mozes en alle beroemde profeten vóór ons. Die hebben in hun heiligste visioenen nauwelijks geestelijk vermoed en vervolgens in heel mystieke woorden en tekens opgeschreven, wat wij zonder enige mystiek kunnen betasten. Als we ons dat nu levendig voor ogen houden, zullen wij ons meteen veel minder ongemakkelijk voelen dan Saul zich eens bij de profeten voelde!"
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De zonde doet de mens alleen maar 's nachts kwaad en ook alleen nog maar tot na het middernachtelijk uur, omdat satan gedurende die tijd op jacht mag gaan. Overdag heeft hij geen macht en dan kan men naar hartelust zondigen, dat geeft niets. Wel moet men er op bedacht zijn, zich vóór zonsondergang op de door Mozes voorgeschreven wijze te reinigen, dan "heeft men voor de overdag begane zonden 's nachts niet het geringste te vrezen.
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] De OVERSTE zegt: "Kent u Mozes helemaal en alle door God verlichte profeten?"
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] CYRENIUS antwoordt: "Mozes ken ik zo ongeveer, maar de profeten ken ik slechts van naam."
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Ik zou U over het veelvoudige volksbedrog en de gewetenloze volksonderdrukking honderden dingen kunnen vertellen die ik bij veel gelegenheden bij deze namaak godsdienaars heb beleefd, maar wat voor nut heeft dat? Ze vinden altijd wel een gaatje waardoor ze kunnen ontsnappen! Ze beschermen zich zorgvuldig met de doeken van Mozes en de mantel van Aäron en de profeten tegen iedere van buiten komende wind die hen zou kunnen schaden, en hoe koud de wind ook is, ze worden er niet eens verkouden van!
Hoofdstuk 137: Onderlinge beraadslagingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Mozes, de grootste profeet, wilde op de berg Sinaï God zien, maar kreeg uit een vurige wolk met donderende stem, waardoor de aarde beefde, te horen: 'Niemand kan God zien en blijven leven!' Maar wij zien nu diezelfde God, wij praten met Hem, zijn onbekommerde getuigen van Zijn wijsheid en almacht, en leven toch heel prettig en aangenaam! Als het de brave Mozes vaak wat angstig te moede geworden is op de berg, vooral toen er om zijn hoofd duizendmaal duizend geweldig krakende bliksems onophoudelijk hun spel speelden, is dat heel goed te begrijpen. Maar als wij hier over een speciale, onheilspellende sfeer praten in tegenwoordigheid van de buitengewoon goede en zeer gemoedelijke God, dan zijn wij waard om eens flink uitgelachen te worden!
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Een deel van de uit Caesarea aangekomenen gaat de berg op, omdat ze daar reeds van verre mensen hebben gezien. Als zij echter Romeinen ontwaren, trekken ze zich meteen weer terug. Ze veronderstellen namelijk dat die hier op wacht staan om de vluchtelingen op te vangen en ze weer naar de nog brandende stad terug te sturen om mee te helpen blussen, wat de orthodoxe joden op deze sabbat heel erg ongelegen zou komen. Er woonden namelijk in Caesarea nogal wat orthodoxe joden die, hoewel zij geen Farizeeër waren, heel streng de hand hielden aan de instellingen van Mozes. Het was nu de sabbat van de nieuwe maan en die werd altijd nog strenger gehouden dan de gewone! Daarom waren zij door de noodlottige gebeurtenissen van de vooravond als het ware in hun geloof versterkt en met as op het geschoren hoofd en verscheurde kleren nog veel fanatieker dan op enige andere sabbat van de nieuwe maan. Het zou voor deze zeer strenge nalevers van de sabbat beslist fataal zijn geweest, als zij door de niet sabbathoudende Romeinen teruggestuurd waren om te blussen. Derhalve bleven zij bij de aanblik van de Romeinen, hoewel die nog sluimerden, maar heel kort op de berg en verdwenen zoals gezegd met de noorderzon.
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...