Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 20 van 71

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[16] Velen proberen zichzelf te doden, anderen zich door een soort slaap te onttrekken aan elke verdere wereldbeschouwing; maar noch het een noch het ander lukt. Dan beginnen zij te zoeken of er niet de een of andere uitweg uit de holen en dalen van hun lijden voert naar een streek waar zij misschien wijzere mensen zouden kunnen ontmoeten om met hen over de oorzaak van hun erg treurige bestaan te spreken. En kijk, dan vinden zij met veel moeite en inspanning een uitweg. Dan komen zij op grote vlakten, beklimmen de zeer hoge bergen en ontmoeten daar ook wijze geesten, die hen wijze lessen geven en ook vertellen dat er een almachtige, wijze, goede God bestaat, in wie zij moeten geloven en die zij moeten liefhebben, en dat het hen ook gauw beter zou vergaan als zij dat zouden doen.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Als je broeder je goed en edel ziet handelen, zal hij weldra naar je toe komen en je vragen: 'Waarom doe je dat eigenlijk?' En je zult hem dan naar waarheid vertellen waarom, en zeggen: ' Ga en doe dat ook, dan zul je leven!' En kijk, hij zal gaan en weldra beginnen te doen wat hij jou heeft zien doen! Als je hem echter zijn fouten gaat voorhouden en hem pas daarna vertelt hoe hij zich in het vervolg moet gedragen, zal hij kwaad worden en je vragen: 'Wie geeft jou het recht over mij te oordelen? Kijk naar jezelf, ik kan wel voor mijzelf zorgen!
Hoofdstuk 161: Het geven van een voorbeeld als beste les en vermaning. Waar ernst en dreiging op hun plaats zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] PETRUS zei: 'Heer wat moeten we dan aanvangen met iemand die zich de moeite zou nemen ons door leugens en vleiende woorden te verleiden? Die kwade opzet zouden wij natuurlijk wel meteen doorzien, maar als wij dat doorhebben en het die persoon voorhouden, en hij ons toch, ondanks alle plechtige verzekeringen, blijft verleiden, -wat moeten wij dan met zo iemand beginnen?'
Hoofdstuk 161: Het geven van een voorbeeld als beste les en vermaning. Waar ernst en dreiging op hun plaats zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Ik heb je dit nu gezegd, opdat je het niet vreemd zult vinden wanneer dat met Mijn lichaam zal gebeuren, -maar de kwade opzet van de mensen die dat zullen doen, zal helemaal tevergeefs zijn; want Ik zal daarna op de derde dag toch net zo volledig weer temidden van jullie zijn, als Ik nu bij jullie ben. Daarna zal het gericht over het kwade tempelgebroed pas beginnen. Omdat jullie allen dit nu weten, kunnen jullie Mij opgewekt volgen naar de tempel!'
Hoofdstuk 169: De verwijzing van de Heer naar Zijn kruisdood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Ook al liggen dus de grote openbaringen behoorlijk ver uit elkaar, toch zorgt God er steeds voor dat er altijd meteen weer nieuw gewekte zieners onder de mensen komen zodra de lessen van de grote openbaring enigszins onzuiver beginnen te worden, en dat gebeurt op zo'n manier, dat daarbij de vrije wil van geen enkel mens enige dwang ondervindt. Want de grote openbaringen worden juist steeds lange tijd na elkaar gegeven om ervoor te zorgen dat de vrije wil van de mensen zo min mogelijk wordt aangetast.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'De antichrist zal ontstaan doordat bepaalde slimme, arbeidsschuwe mensen de leer ook zullen aannemen zodra zij zien dat deze steeds meer aanhangers krijgt, en dat het Mijn leerlingen steeds beter gaat. En als zij over de tekenen zullen horen die Ik gedaan heb, en ook over die welke jullie bij bepaalde gelegenheden zullen doen, dan zullen zij net als de heidense magiërs grote tekenen beginnen te doen door met heel natuurlijke middelen goocheltrucs uit te voeren, net als de Essenen deden. Dat zal de lichtgelovigen aantrekken, en op het laatst wordt dat zo erg dat daarna heel velen jullie, dat wil zeggen jullie volgelingen, voor valse leraren en profeten zullen aanzien en zullen vervolgen.
Hoofdstuk 179: De antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Zo'n komeet is ook een groot gericht in wording voor een bepaald soort geesten. Die moeten langzaam maar zeker steeds inniger en inniger samengaan, zodat zij in ruimte en tijd uiteindelijk een bonte, stoffelijke massa vormen. Deze vorming van zichtbare, vaste massa noemen wij de omhulling van de geestelijke potenties, en deze omhulling is het eigenlijke gericht waaruit dan na lange tijd de in het gericht gevangen gehouden geesten hun zelfstandige levensvrijheid kunnen bereiken. En omdat kometen dus gerichten in wording zijn, hebben zij ook deze invloed als zij dichter bij een reeds lang bestaande aarde komen, of wordt door Gods engelen deze invloed ook voor een oude aarde gebruikt, omdat deze invloed daar een gericht opwekt en met name de mensen tegen elkaar opzet, - natuurlijk alleen maar als het noodzakelijk is, dat wil zeggen, wanneer de mensen God totaal beginnen te vergeten en zichzelf voor goden aanzien. -Nu weetje dan ook watje van kometen moet denken, en dus kunnen we nu deze plaats wel verlaten. Of wil je eerst nog iets vragen?'
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Meteoren hebben tweeërlei oorsprong. Het kan uitgeworpen materiaal van de zon zijn; want de zon is een duizendmaal duizend maal grotere aarde dan deze waarop wij staan. Aan haar oppervlakte vinden dan ook zo nu en dan verhoudingsgewijs grotere en heftiger uitbarstingen plaats dan op deze aarde. Bij zulke uitbarstingen worden altijd een groot aantal grotere en kleinere, hardere en vaak ook zachtere massa's met een voor jou volledig onbegrijpelijke kracht in het wijde heelal naar buiten geslingerd, en daarvan komen er ook steeds een aantal in de buurt van deze aarde. En zodra zij enigszins binnen de sfeer van de lucht van deze aarde komen, beginnen zij te gloeien en worden als vallende sterren zichtbaar. En dringen zij te diep door in de dichtere luchtmassa van de aarde, dan worden zij in hun snelheid afgeremd en door hun zwaarte door deze aarde aangetrokken, en dan vallen zij ook heel natuurlijk op de bodem van deze aarde, hetzij op het droge of in het water, dat op deze aarde aanmerkelijk meer ruimte beslaat.
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] DE ROMEIN zei: 'Meester, onze lijfspreuk is: Si totus illabatur orbis, impavidum ferient ruinae!* (* Al zou de hele wereld verwoest worden, dan zullen de onverschrokkenen op de ruïnes verder leven!) Wie geen vrees heeft voor de dood, is ook niet bang voor de goede geesten en nog minder voor de kwade, die wel eens niet al te veel macht zouden kunnen hebben! Wij zijn volledig op alles voorbereid, ook al is het nog zo buitengewoon, en U kunt uw teken wel laten beginnen. Wij zijn er allemaal erg benieuwd naar!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En tegen het einde van de tijd van deze aardse bevolking -en dus niet van deze aarde -zal het precies zo gaan: De mensen zullen in die tijd weliswaar geen bergen tot hun -diepste fundamenten afgraven, zoals de goud en edelstenen zoekende Hanochieten dat gedaan hebben, ook zullen zij geen Romeinen meer tegen zich in het harnas kunnen jagen; maar zij zullen door allerlei machines, door de kracht van het vuur aangedreven, beginnen om via ongelooflijk diepe schachten en gaten in het binnenste van de aarde te dringen, waardoor zeer brandbare gassen in grote massa's naar de oppervlakte van de aarde zullen komen. En als de atmosfeer te veel met zulke gassen verzadigd zal zijn, zullen deze vrijwel rondom de hele aarde ontvlammen en alles tot as verbranden. Slechts weinig mensen zullen daarbij in leven blijven. Maar die over zullen blijven, zullen dan ook echte mensen zijn. Die zullen dan werkelijk een geheel vernieuwde aarde bewonen, en jullie en velen die na jullie komen en in Mijn naam gewekt worden, zullen hun leraars en leiders zijn.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Zodra Ik dat gezegd had, brandden ogenblikkelijk alle lampen in de hele zaal en ook in het hele huis, en in de keuken brandde het hout in het fornuis zodat de koks konden beginnen met het klaarmaken van het eten.
Hoofdstuk 209: Het wonder in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Wij zullen zelf voortaan in de tempel niet veel te doen hebben; maar het is dan toch ook niet alleen onze schuld dat de zaken er zo slecht voorstaan. Zeg ons, wat kunnen we dan ten opzichte van de tempel anders doen dan hem op een goede manier de rug toekeren? Want als we morgen beginnen over Uw ware en goede zaak te spreken, dan worden we morgen gestenigd, en daardoor zou Uw zaak niets gewonnen hebben; als we echter , zoals de Romein voorgesteld heeft, onder een of ander voorwendsel Jeruzalem en zijn valse leer voor altijd de rug toekeren, dan geloof ik dat wij, door tevens Uw leer aan te nemen, alles doen wat wij in onze huidige toestand als zwakke sterfelijke mensen maar doen kunnen, en meer kunt U zelfs als God niet van ons verlangen! Geef ons Uw almachtige wil, dan zullen we snel met de tempel afgerekend hebben! Maar dat U ons, terwijl wij in U willen geloven, onbeschrijfelijk slecht, vals en boosaardig noemt, vind ik in ieder geval niet erg prijzenswaardig!'
Hoofdstuk 224: Het weerwoord van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Ik, als God van eeuwigheid, zou natuurlijk wel met Mijn wil de hel kunnen vernietigen, maar met haar dan ook de hele schepping. Maar wat dan? Soms met een nieuwe schepping beginnen? Ja, ja, dat zou wel gaan; maar een nieuwe schepping van stoffelijke werelden is in geen andere orde denkbaar dan die van de tegenwoordige, omdat de materie het vastgelegde en noodzakelijkerwijs geoordeelde medium is waarin een wezen, dat in alle opzichten aan Mij gelijk moet worden, geheel los van Mij de proef van de vrijheid van wil moet doorstaan om tot de ware levenszelfstandigheid te komen.
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar in jullie tempel zal de handel nu ook wel gauw beginnen. Zou je het prettig vinden als ik tegen je zou zeggen: 'Vriend, kijk daar beneden eens, het wordt al behoorlijk druk voor de tempelhallen! Interesseren de grote winsten die daar te verwachten zijn je niet? Zuiver goud en zilver en edelstenen en parels zullen er in overvloed zijn, en aan jullie moet van alles de tiende worden gegeven. Zal men jullie daar iets van geven als je niet aanwezig bent?'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Agricola zei: 'Maar, m'n allerliefste en mooie jonge vriend, wat kun jij dan wel doen met je door en door meisjesachtig tere handen? Je hebt nog nooit zwaar werk verricht, en wil je dan nu meteen aan groot en zwaar werk beginnen?'
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...