Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 20 van 1112

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[6] Dat alleen dit het enige ware en echte, met levend water gevulde bassin is, bewijst ten eerste zijn ouderdom en ten tweede de buitengewone pracht en verhevenheid van de opgestelde stellage die het machtige levende rad dient. Ten derde bewijst zijn uitzonderlijke grootte, dat dit bassin alleen liet enige echte is. Het vierde bewijs is zijn openbaarheid, die is op te maken uit het feit dat zich op de oppervlakte van het levende water steeds het ;allergrootste aantal roeiers bevindt. En het vijfde, dat alle andere waterbassins tilt dit ene zijn voortgekomen, hetgeen bewezen wordt door hun tamelijk grote gelijkenis met dit enige waarachtige levende waterbassin.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] En verscheidene van hen zeggen: kijk daar in de richting van de morgen, niet al te ver hiervandaan liggen bergen; wie van ons weet niet dat bergen altijd goede bronnen hebben? Laten we daar dus recht op af gaan, dan zullen we zeker zuiverder levend water aantreffen dan deze oude, door het waterrad heen en weer gezwiepte levende soep. En kijk hoe daar een hele menigte zich vanaf het grote bassin heimelijk uit de voeten maakt en in de richting van de bergen trekt. Dit is al een gunstig teken. Desondanks willen wij toch nog bij ons waterbassin blijven en kijken wat zich daar nog allemaal afspeelt.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Hoor wat de eerste zegt: ik heb het altijd wel gezegd, deze hele poel is een ondiep zootje; het water is kunstmatig donker gekleurd maar heeft zelf nergens ook maar enige diepte. Omdat zich in dit water iets bevindt dat gemakkelijk tot verrotting overgaat, moest het wel vlijtig geroerd worden om zijn uiterlijke frisse aanzien zo goed mogelijk te bewaren. Nu weten wij hoe de zaken ervoor staan, en is ons alles ook volkomen duidelijk. Wat denken jullie, op welke manier zouden we aan deze reeds te lang durende dwaasheid, een einde kunnen maken?
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Hoor, een ander zegt: op twee manieren. Zoals jullie zien, zijn de waterradbelanghebbenden toch al door duizend angsten bevangen en weten totaal niet meer hoe ze het oude, vermolmde rad weer moeten opknappen. Wat is er nu gemakkelijker dan stiekem een gang te maken en hun fantastische water op een subtiele manier naar het laagland te laten weglopen. Wanneer hun bassin geen water meer zal bevatten, dan kunnen ze hun rad ronddraaien zoveel ze willen, maar jullie kunnen ervan verzekerd zijn dat alle roeiers die nu nog op het water rondvaren, heel vlug op de veilige oever zullen aansturen, waar zij zich ervan kunnen overtuigen dat er overal volop leven aanwezig is.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] En kijk nog verder: deze begeven zich met nog vele anderen naar het laagland en ontdekken daar als goede bergdeskundigen reeds bij de eerste blik sporen van de aanwezigheid van levend water. Ze steken de spade reeds in de grond en bij de eerste stoot ontdekken ze een rijke bron die gelijk het licht van de zon met geweldige stralen naar buiten stroomt. Zij graven verder, maken de gang groter en daar ze niet op gesteenten stoten, maken ze snelle vorderingen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[22] En kijk, nu geeft een van hen de beslissende slag; de bron ligt open! Zij draagt de arbeiders naar buiten in de eeuwig oneindige vrijheid en beloont ze met het eeuwige leven. Met grote kracht en overvloedige rijkdom stort ze zich over alle dalen en vlakten; bergen sleurt ze met zich mee en alles wat dood was wordt door haar water tot leven gebracht.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Deze plek is een bron vol levend water. Maar deze bron is goed dichtgestopt en als het ware met lood afgedicht; er kan dan ook niet één druppel opborrelen. Maar toch zeggen alle pocherige waterradbelanghebbenden dat al het water in het bassin een zuiver levend water is en dat het leven van dit water alleen van hen afhankelijk is. Zij hebben de macht om het water te laten leven of het te doden. Het rad zou hen door God gegeven zijn en het vermogen hebben het water tot leven te brengen zolang het door hen wordt aangedreven. Wordt het water echter niet door hen aangedreven, dan zal het daardoor dood worden en niemand meer tot leven dienen. Zij zeggen ook: alleen dit ene waterbassin is onder de vele andere gelijksoortige die zich er nog omheen bevinden, het enige bassin dat het waarachtige levende water bevat. In alle andere is het water dood en de beweging daarvan, die lijkt op die van dit levende water, is niets anders dan pure na-aperij, dus puur bedrog. Wie zich ook maar laat verleiden om zijn roeiboot in een van die andere waterbassins te leggen, gaat zonder meer ten onder.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De tweede zegt: broeder, ik merk heel goed waar de zaak op uitdraait. Als de roeiers zullen merken, hetgeen volgens mijn waarneming nu reeds heel vaak het geval is, dat de beweging van het water steeds trager wordt, zal een gedeelte van hen zich er van overtuigen dat het met het zogenaamde levende water niet zo eenvoudig ligt, zodat men maar beter bij de oever uit kan stappen! Een ander gedeelte zal echter tengevolge van de geringe weerstand met weinig moeite het zogenaamde heiligdom van het raderwerk naderen en zal daar in ieder geval met eigen ogen datgene zien wat wij hier vanaf de oever duidelijk waarnemen, namelijk wat er met het uitdrukkelijk aangeprezen machtige rad aan de hand is. Je weet, de hoogdravende belanghebbenden zeggen erover, dat het nooit ofte nimmer stuk kan gaan en het daarom steeds dezelfde kracht behoudt om het water levend te maken. Wat zullen zij dan wel zeggen als ze de schoepen natellen en tot hun verbazing ontdekken wat er ontbreekt en bovendien nog de bedenkelijke en aanzienlijke schade aan de schoepen die nog aan het loze rad vastzitten, bemerken? Ben je het niet met mij eens? Zij zullen hun bootjes vlug van het raderwerk afwenden en naar de oever sturen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] En hoor, een derde zegt: hebben jullie nooit gehoord dat er zich op de plaats van het rad werkelijk een bron met levend water zou bevinden? Als men die zou kunnen bemachtigen, dan zou dat wel de grootste winst betekenen. En hoor verder, een vierde zegt: ik krijg zojuist een heel goede inval! Wat zouden jullie ervan vinden als we het aftappen van het water achterwege zouden laten maar onze gang zonder veel moeite tot onder het rad zouden graven? Als de levende bron zich daar bevindt, zullen we haar daardoor vast en zeker tevoorschijn laten komen, zodat zij zich daarna met haar hele overvloed aan leven over alle ver uitgestrekte dalen en vlakten als een zee kan uitbreiden. Als dat gebeurt dan kunnen deze raddraaiers hun rad draaien zoveel ze willen, en wij zijn er zeker van dat we de dwazen, die zich nog in de verrotte bootjes op het vieze water laten lokken, op onze vingers kunnen tellen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Denken jullie dat deze van jullie gezichtspunt uit bekeken hoogst ellendige wezens zich ongelukkig voelen in deze toestand? 0 helemaal niet! Zouden ze zich ongelukkig voelen, dan zouden ze ook graag snel willen vluchten, want ieder heeft nog zoveel kracht dat hij kan opstaan en zich verder stroomopwaarts begeven, want het water van de rivier heeft voor hen een zuiverende en genezende kracht. Alleen het vleselijke genot is hun element en daarom knagen ze zo lang aan hun vlees, totdat het helemaal verteerd is.
Hoofdstuk 17: De sfeer van de negende geest (ev. Marcus). Rondleiding in de eigenlijke geestenwereld. Hoe het kwaad van de vleselijke liefde zichtbaar wordt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Maar zie, nu merken de waterradbelanghebbenden het ook en zij schreeuwen moord en brand op hun waterradstellage! Maar het helpt niets. Ze draaien het oude waterrad krachtig rond, maar de ene vermolmde schoep na de andere vliegt eraf. Het wateroppervlak ligt aan de oevers vol met lege bootjes. Alles wat maar voeten heeft probeert bij het grote levengevende water te komen. Alleen de waterradbelanghebbenden zitten nu, zoals jullie gewoonlijk zeggen, in zak en as! Enkelen pakken de slechte, afgebroken schoepen van het rad en zwemmen zelfs zo goed en zo kwaad als het gaat, naar de gelukzalige oever. Alleen voor de hoofdbelanghebbenden zal er tenslotte nauwelijks een reddingsmiddel over blijven, want de bootjes zijn allemaal naar de oever gedreven en niemand wil er een naar hen toe sturen, zodat ze zich zouden kunnen redden door naar de oever te varen. Hun water begint geweldig te stinken en het levende water wil er niet in binnenstromen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] We zijn reeds bij het eerste dal en kijk nu eens naar de rivier; daar zullen jullie het echtpaar zien dat we al eerder hebben ontmoet. Kijk hoe zij zich in het water van de rivier reinigen en er ten dele ook al opmerkelijk beter uitzien. Jullie vragen wat dat betekent?
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Kijk eens naar al die mooie eilanden die zich boven het rustige en zuivere wateroppervlak verheffen, hoe ze allemaal bebouwd zijn en hoe elk eiland bovendien nog met een schattig huis is gesierd. Zie eens die vele mooie boten op het water, die heel goed bemand zijn en van het ene eiland naar het andere varen. Jullie zijn verbaasd; jullie zien nog niet het honderdste deel; hoe verder we zullen gaan, des te uitgestrekter wordt het meer.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Wat mij betreft wil ik liever de Heer volgen dan Mozes. Probeer dus met mij het wateroppervlak te betreden en heb niet de minste angst, want we zullen even gemakkelijk over het water lopen als over het land. Kijk, we staan al op het water; hoe vinden jullie deze bodem? Jullie zeggen: men loopt hier bijzonder goed. Overal waar we lopen is de bodem heel fijntjes, maar toch veerkrachtig en laat zich niet indrukken. Het water is heel helder en lijkt ook bijzonder diep te zijn. Maar het boezemt ons toch geen vrees in omdat we elkaar overtuigen dat het stevig genoeg is om ons te dragen.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Aangezien we nu toch even halt hebben gehouden, kijk dan ook even naar het oppervlak van dit grote water. Wel, jullie schrikken en zeggen: in godsnaam, de hele oneindigheid lijkt wel te zijn gevuld met dit water, want nergens valt er nog iets van land te ontdekken. Zo ver het oog reikt, ziet het in de verste verten niets anders dan de golvende en witachtig glanzende oppervlakte van een eindeloze zee. Ik zeg jullie echter: maak je daar niet druk om maar bedenk dat het ons met dit enorme wateroppervlak om ons heen toch niet zo slecht vergaat als eens Christoffel Columbus, toen hij met zijn slechte vaartuigen midden op de Atlantische Oceaan voer en daar angstig om zich heen keek of hij ergens land kon ontdekken.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...