Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 20 van 92

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[5] IK zei: 'Jullie kunnen wel leerlingen van Mij worden, maar niet zo gemakkelijk als je denkt; want wie leerling van Mij wil worden, moet helemaal met de wereld breken en mag niet naar haar verlokkingen kijken; want de hele wereld is een constant gericht en een voortdurende dood! Wie de wereld liefheeft is niet geschikt en is ondeugdelijk om een echte leerling van Mij te worden; want de liefde tot de wereld heeft geen leven in zich maar alleen het gericht en de dood. Ik heb echter geen dode, maar volkomen vrije, levende leerlingen nodig. Als jullie dat kunnen worden, dan kun je ook bij Mij blijven!
Hoofdstuk 220: Het zich van de wereld afkeren en het Rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wanneer er dan weer een profeet onder het volk opstond en te kennen gaf dat God door hem sprak, dan werd men alleen maar geërgerd over zo iemand en zei men tegen hem: 'Bewijs eerst maar eens dat je net zo onsterfelijk bent als Elia! ' of 'Roep de reeds lang gestorven vaders en profeten, opdat wij ze zien en zij ons in levende lijve getuigen -ten eerste, dat er werkelijk een leven na de dood is en hoe, en ten tweede, dat jij een echte profeet bent! Als je ons dit bewijs niet kunt geven, geloven we jou net zo min als we nu en in de toekomst de oude profeten geloofd hebben en ooit geloven zullen; want zij zijn gestorven zoals ook jij zult sterven, en niemand heeft na hun dood ooit meer iets van hen gehoord. We hebben wel hun geschriften bewaard, maar die zijn door de nooit verzadigbare aarde verslonden. Wat hebben we echter aan hun geschriften vollessen over het eeuwige leven, als zij als leraren ons na hun dood niet het overtuigend bewijs kunnen leveren dat hun leer waar is?!'
Hoofdstuk 224: Het weerwoord van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Zo keren de eens naar buitengebrachte gedachten en ideeën van God weer volledig naar en in God terug, maar niet meer puur zoals zij naar buiten gebracht zijn, maar als volledig levende, van zich zelf duidelijk bewuste en zelf handelende wezens, die dan helemaal, als van God onafhankelijk, op zichzelf kunnen bestaan, werken en handelen, -en daarom heb Ik dan ook tegen Mijn leerlingen gezegd: 'Wordt net zo volmaakt als jullie Vader in de hemel volmaakt is!'
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, alles wat op deze of ook op een andere aarde bestaat en groeit, is - net als de aarde - ook een wonder dat voortkomt uit de wil van de Heer. Alleen neemt de Heer daar, terwille van de vorming van het verstandelijk vermogen bij de schepselen, een bepaalde noodzakelijke, trapsgewijze volgorde in acht en laat Hij het een uit het ander geleidelijk aan enkel door Zijn wil ontstaan. Als de Heer dat terwille van de vorming en consolidatie van de intelligente en levende schepselen niet zou doen, dan zou Hij, gezien Zijn almacht, een wereld ook ogenblikkelijk kunnen scheppen zoals Hij een bliksem schept en laat werken.
Hoofdstuk 15: Een verklaring van de materialisaties - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Wel, wat kan dat jou of iemand anders schaden? Ik ben toch immers op deze wereld gekomen om jullie door het levende licht van de waarheid van de vele vergissingen te bevrijden. Als jij niet voor de dag komt met je schijnbaar goed gefundeerde aanmerkingen op de wet en de profeten, dan blijven deze binnen in je en ze kunnen het leven van je ziel nog heel goed bederven; kom je er echter mee voor de dag, dan ben je ze ook kwijt en het licht van de eeuwige waarheid zal dan in je hart komen wonen. Spreek dus maar en geef je kritiek zonder enige terughoudendheid, dan zal Ik je wel weer een waar licht geven! Want kijk, het is juist nu zelfs heel noodzakelijk, omdat er hier velen zijn die net als jij Mozes en de profeten allang hebben bekritiseerd! Open dus maar weer je mooie mond en spreek met je bedreven tong!'
Hoofdstuk 30: De kritiek van Helias op het vierde gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nu vatte het meisje meer moed en zei, terwijl ze me vol vertrouwen aankeek: 'Ja, buitengewoon vriendelijke Heer, als ik U, met wie ik diep in mijn hart zo oneindig vertrouwd ben geraakt, maar niet zou beledigen, dan zou ik U nog wel wat willen zeggen over het achtste gebod; maar voor U, o Heer, - Jehova nu in levende lijve voor ons -moet men zich zeer in acht nemen, opdat men Uw innerlijke, goddelijke heiligheid niet te na komt! En dan is het een beetje moeilijk en lastig om zo vrijuit te spreken!'
Hoofdstuk 34: Het achtste gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Rafaël zei: 'Omdat wij vóór alles gestreefd hebben naar de zuivere en ware kennis van de ene, enig ware God en ons niet beijverden om de ijdele, dode schatten van deze wereld! En dus hebben wij van de ene, enig ware God dan ook niet de dode schatten ontvangen van de materie van deze wereld, waarin alles vergankelijk is, maar wij hebben de levende schatten van de geest ontvangen en van zijn kracht, die wij in eeuwigheid nooit meer zullen verliezen, maar waarvan wij er nog steeds grotere bij zullen krijgen.
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De uit de hemelen op aarde teruggekeerde lichtzuil ben Ik in de geest van Mijn levende woord, dat Ik in de toekomst in de harten van die mensen zal leggen die Mij liefhebben en zich aan Mijn geboden zullen houden; naar hen zal Ik Zelf komen en aan hen zal Ik Mij openbaren. En zo zullen zij allen opnieuw door God onderwezen worden.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'O, grote blindheid van de mensen! Hoe kun jij, een man met zoveel ervaring, nu toch denken dat engelen uit de materiële hemel op deze eveneens materiële aarde neerdalen en vandaar weer opstijgen, en dat de mensen dat dus zullen zien, en ook hoe die engelen Mij zouden dienen?! Het opstijgen en neerdalen van de engelen betekent toch alleen maar: van de liefde opstijgen tot de ware wijsheid en met de wijsheid weer terugkeren naar de liefde, die de ware levende geest uit God in jullie is.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'Ja kijk, M'n toch wel heel lieve dochter, je zou ook wel graag eens gelijk willen hebben, zoals dat bij vrijwel de meeste vrouwen het geval is, maar het gaat er hier beslist niet alleen om, wie er gelijk heeft, maar om de grootste levensernst en dan moeten jullie met je oude fouten zelf voor de dag komen, opdat jullie deze bij Mijn ware en levende licht des te duidelijker kunnen herkennen! En daarom laat Ik jou nu voor allen het woord doen, omdat Ik maar al te goed weet dat jij een heel goed en scherp geheugen hebt, je daarbij ook goed kunt uitdrukken en dat juist jij door Je rabbi het meest de leemtes en gebreken in de wet en de profeten heel goed hebt leren kennen. Zeg dus nu maar net als tevoren onbevangen wat Je eventueel ook aan dit gebod als niet helemaal in orde voorkomt!'
Hoofdstuk 35: Het negende en tiende gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Je kunt dus denken wat je wilt, maar laat geen gedachte en geen idee eerder tot een levende vrucht worden dan nadat je hem voor de rechterstoel van je verstand en van je inzicht behoorlijk hebt onderzocht! Pas wanneer de gedachte daar de licht en vuurproef heeft doorstaan, kun je hem tot een levende vrucht of daad laten worden en dan kun je wel iets goeds en waars begeren; maar je mag geen begeerte hebben naar iets wat onjuist is en duidelijk tegen de naastenliefde ingaat! En dat is wat Mozes in zijn laatste gebod tot uitdrukking heeft gebracht, en dat is werkelijk nooit en nergens in tegenspraak met de innerlijke levensfuncties die jij met hulp van je scherpzinnige rabbi denkt te hebben gevonden. Wat moet, ja wat kan er van een mens terechtkomen als hij niet vroegtijdig leert zijn gedachten te onderzoeken, te ordenen en al het onreine, kwade en verkeerde daaruit te verwijderen? Ik zeg je, zo iemand zou slechter en kwaadaardiger worden dan het meest verscheurende en wilde dier!
Hoofdstuk 36: Hoe belangrijk het is om de gedachten te bewaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar om de levende schatten van de geest te ontvangen, moet men van de ene, enig ware God de middelen hebben gekregen, hetgeen bij ons joden reeds door de eerste patriarchen en daarna voornamelijk door de grote profeet Mozes, en na hem door nog vele andere profeten en leraren is gebeurd. Wie van de joden dan de aangeraden middelen bij zichzelf helemaal heeft aangewend en de geboden wegen is gegaan, heeft zich daardoor ook het kindschap van God waardig gemaakt en daarmee de innerlijke kracht van de geest verworven. Omdat dat echter bij jullie nog nooit het geval is geweest, weten jullie niets van de ene, enig ware God, niets van de kinderen van God op deze aarde en ook niet welke vermogens zij hebben. Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Maar deze rabbijn werd niet geloofd en door velen die hem gehoord hadden, uitgelachen en de wereldse mensen zeiden tegen hem: 'Schiet op en houd op met je eeuwige gezeur over de Messias; want je ziet al zo lang in iedere door de maan verlichte wolk de Messias komen! Toen we een paar dagen geleden een maansverduistering hadden, die ook veel verwarring veroorzaakte, heb je ook al de komst van de Messias aangekondigd. De slimme Essenen, die in die streek hun grote nederzetting hebben waar zij hun magische kunsten beoefenen, hebben die maanverduistering al een jaar geleden heel precies berekend, maar jij zag daarin meteen jouw Messias in levende lijve aankomen! jij krijgt straks nog wat van je Messias! Deze tien zuilen zijn heel mooi om te zien en zijn niets anders dan een produkt van de Esseense toverkunst! Ga naar de Essenen, die zullen je snel genezen van je Messias!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Het ontbrak echter nooit aan vermaningen en ten dele ernstige beproevingen, die helaas geen vruchtbare bodem meer vonden. Toen het volk en hun koningen en priesters nauwelijks meer dachten aan de levende God, en iedereen er in de roes van de wereld op los leefde, zond God weer profeten en waarschuwde het volk ernstig, dat er een machtige vijand in het land toegelaten zou worden die alle joden zou onderwerpen en hun koningen gevangen zou nemen, en die de vrouwen, dochters, ossen, koeien, kalveren en schapen van de joden als gijzelaars zou wegvoeren, en ook veel goud, zilver, edelstenen en parels van hen zou afnemen, en dat het volk voor altijd zou worden geknecht. Kortom, het werd de joden in goed begrijpelijke taal beschreven hoe het hun zou vergaan als zij hun wereldse wetten en hun wereldse gezindheid niet zouden verlaten. Maar dat was allemaal tevergeefs en de voorspelling ging in vervulling, want de Romeinen drongen het land binnen, veroverden het en handelden volgens de voorspelling.
Hoofdstuk 51: Het verleden en de toekomst van de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Als een mens in zijn hart de liefde tot God en zijn naaste echt opwekt en vasthoudt, stijgt hij daardoor op tot de wijsheid ofwel tot het juiste en diepe inzicht in alle dingen. Als een mens echter tot dat inzicht is gekomen en Gods onbegrensde liefde, wijsheid en macht dieper en dieper beseft en begrepen heeft, wordt hij vol deemoed en levende liefde tot God. In dat geval daalt hij dan weer af in zijn hart, verlicht het nog meer en maakt het vuriger in de liefde tot God.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...