Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2225 resultaten - Pagina 20 van 149

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[14] Houdt daarom goed rekening met alles, wat Ik nu heb gezegd en handel daarnaar, dan zullen jullie ook onfeilbaar dat bereiken, waarvoor jullie allen geroepen en uitgekozen zijn voor tijd en eeuwigheid! -Zeg Mij nu, vriend Cornelius, hoe je nu over deze aarde en haar mensen in het licht en in de duisternis bij jezelf denkt!"
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar u bent geroepen en voorbestemd om geheel zelfstandig zo te worden als de Heer Zelf is. Want tegen u zal de Heer nog zeggen: ' Jullie moeten in alles net zo volmaakt zijn als jullie Vader in de hemel in Zijn eindeloze volmaaktheid is!
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar pas als de Heer dat tegen jullie mensen zal zeggen, zullen jullie volledig beseffen tot wat voor eindeloos grootse dingen jullie geroepen en voorbestemd zijn, en wat een oneindig verschil er dan tussen jullie en ons bestaat!
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Daarom kan de ziel zich in haar stoffelijke toestand onmogelijk voorstellen dat zij, als een vergankelijk iets, eenmaal zal ophouden te bestaan. En daardoor wordt het steeds lichter in de ziel. Als zij dan geheel één wordt met de in haar wonende geest uit God, wordt het levensbesef zo helder en machtig, dat het gevoel van vergankelijkheid voortkomend uit de koele berekening van het verstand iedere betekenis en iedere kracht verliest.
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Deze engel heeft nu natuurlijk wel een vorm, maar deze vorm is eigenlijk op zichzelf niets, omdat deze niet blijvend is. Toch staat hij zoals hij is, bijna op het punt om als een zelfstandige, grote gedachte uit het oorspronkelijke idee van God, vrij en alleen van zichzelf afhankelijk te bestaan en zelfstandig te werken, gedeeltelijk met het nu afgescheiden eigen materiaal en ten dele met hetgeen uit God steeds maar door binnenstroomt.
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik geloof dat daarin ook het grote idee ligt voor het eigenlijke, ware kindschap van God. Want zolang een idee identiek blijft aan de Godheid, omdat het niet afgescheiden is, kan daarbij aan geen zelfwerkzaamheid en daardoor ook aan geen zelfstandigheid worden gedacht. Pas dan als het idee helemaal identiek is met ons mensen van deze aarde, kan het ook dat worden en zijn, waartoe wij mensen zijn geroepen.
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Waarom deed Ik een sterfelijk omhulsel om? Waarom bekleedde de diepste grond van al het bestaan en leven zich met het omhulsel van de duidelijkste sterfelijkheid?! Moet dat zo zijn, of is dat alleen maar een of andere gril van die eeuwige, goddelijke geest, die in Mij is, verblijft en werkt? -Als je Mij dat tot volle tevredenheid kunt uitleggen, zal je reeds in dit leven een wijsheidsprijs uit de hemelen te beurt vallen!"
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Alle duurzame scheppingen, die voor enige tijd, of ook wel voor altijd, een bepaalde, zichtbare vorm hebben -zoals bijvoorbeeld een gehele wereld en alles wat erin en erop is en alles waaruit deze bestaat -zijn van God uitgegane ideeën die zich reeds in een gerealiseerd bestaan bevinden. Maar om dat tot stand te brengen, moeten er van God ook voortdurend, merendeels vormloze, geheel vrij werkende ideeën uitgaan, die ook met Zijn wil vervuld zijn, maar die er alleen zijn om te werken en vormen te maken. Zij zijn er niet om zelf een vorm te zijn, waarin kracht en intelligentie zijn samengegaan om zo, op een aan God gelijke wijze, vanuit het eigen centrum op de objectief uitgezonden ideeën dusdanig in te werken, dat zij binnen een zekere planmatige orde zinvolle vormen opleveren. Nee, zij blijven zelf steeds zonder vorm en bevorderen het maken van vormen, zoals de wijze Plato reeds beweerd heeft over de oorspronkelijkheid van de menselijke ziel.
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De mens was er nu, herkende zichzelf en zijn goddelijke vrijheid, beleefde veel vreugde aan zijn bestaan, aan zijn mooie vorm en kon de dingen die hem omringden onderscheiden en tellen.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Door innerlijke, stille en geheime openbaring in het hart van de nu vrije mens, die in alles Uw evenbeeld was bracht Uw eeuwige Geest hem eerst zover dat hij ging beseffen, dat hij, met alles wat hem omringde, het werk moest zijn van een almachtig en zeer wijs en goed wezen. Door dit toenemende en duidelijker wordende inzicht moest de nieuwe, heerlijke mens niet alleen de grootste hoogachting en eerbied voor de steeds levendiger gevoelde Schepper van alle dingen krijgen, maar moest zijn hart ook van een brandend verlangen vervuld worden, Hem slechts eenmaal te zien en te spreken om daardoor tot de overtuiging te komen, dat zijn vermoeden van het bestaan van zo'n hoogste wezen dat deze grote eerbied en liefde opwekte, geen ijdele fantasie was!
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] U gaf hem onderricht en toonde hem de beide wegen, -de ene, die naar de godgelijke, vrije zelfstandigheid voerde en de andere die naar het gerichte, en dus volledig onzelfstandige, bestaan voerde.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] En als nu alle engelen uit de hemelen afdalen en mij een ander hoofdmotief voor Uw huidige, volledige en zelfs formeel stoffelijke menswording kunnen aangeven, dan geef ik mijn menszijn voor eeuwig op en wil ik ophouden te bestaan of ik wil voor eeuwig een dier zijn!
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] Als U, o Heer, niet de liefde in U zou hebben, dan zou U nooit in der eeuwigheid ook maar één van Uw heerlijke ideeën in het zichtbare bestaan een vorm hebben gegeven. Maar omdat U Zelf in Uw goddelijk hart een groot welgevallen had aan Uw wonderbaarlijk heerlijke en grote ideeën en daar al van hield nog voor Uw eindeloze wijsheid en macht ze vormde in de uiterlijk zichtbare en door Uw kracht in stand gehouden wereld, van de vorm, dwong Uw liefde U, omdat zij ook steeds gloeiender en actlever werd, Uw ideeën een bestaan buiten U Zelf en daarom ook een daaropvolgend leven te geven.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] CYRENIUS zegt dan: "Heer, dit is voor de mensheid toch weer een heel belangrijke lering, die goed opgeschreven zou moeten worden en tot aan het einde der wereld zou moeten blijven bestaan!"
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Slechts God alleen is alwetend -en een mens alleen maar dan, als hij door Gods geest geroepen wordt aan andere mensen dingen te openbaren die de vermogens van een normaal mens nooit zouden kunnen ontdekken. Zo'n door God bezield mens komt echter maar zelden in deze slechte, zelfzuchtige wereld - en bij de duistere heidenen, die vol heers en zelfzucht zijn, al helemaal nooit.
Hoofdstuk 198: Schabbi blijft achterdochtig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...