Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 20 van 78

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...
[15] Wel bevinden zich bij deze talloze scharen die nu voorjou voor korte tijd nog zichtbaar zijn ook al een paar echte kinderen van God, -maar jullie, die nu door de Allerhoogste van eeuwigheid geleerd en geleid worden, zijn er oneindig veel beter aan toe! Want het is beslist niet hetzelfde of je een zoon des huizes bent of slechts een knecht. Van de kinderen is alles wat de verheven Vader bezit, van de knechten alleen maar dat wat de Heer hun geven wil. - Begrijp je dat m'n beste Agricola?'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Daarom kwam hij naar Mij toe en zei AGRICOLA: 'Ongeëvenaarde Heer en Meester, dit is toch beslist geen droom, en de geest - of wat hij verder ook maar kan zijn - ontwikkelde voor mij ideeën waarvan echt geen mens ooit gedroomd heeft! Wat moet iemand zoals wij daar nu van begrijpen?! Het mooiste is, dat hij zegt dat ook hij eens een lichamelijk mens op het een of andere hemellichaam geweest is. Dan vraag ik me af, waar naast deze aarde nog een ander hemellichaam moet zijn! Ik en talloze andere mensen hebben daar nooit iets van gehoord. Wat is dat dan voor een nieuw verhaal?'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar na die meer dan duizend jaar durende tijd zal de aarde opnieuw een grote vuurproef moeten doorstaan. In die tijd zullen de bergen op deze aarde ook vlak en vruchtbaar land worden, en de zee zal grote delen van het dode land dat nog in haar diepten begraven ligt terug moeten geven, en de betere mensen zullen het in bezit nemen en in korte tijd tot een paradijs omvormen. Daar zal dan voor altijd, tot aan de volledige ontbinding van de hele aarde, de ware vrede heersen en de dood nooit of te nimmer enig recht meer hebben.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarom zeg Ik jullie ook dat een zuivere en goed gefundeerde kennis van de hele aarde -zo mogelijk in al haar delen -en haar beweging, en haar exacte grootte, en daarbij de sterrenhemel in al haar verschijningen, er voor een zuiver gemoed voortreffelijk voor kan zorgen om tot de ware samenhangende kennis van God te komen, zonder welke voor de mensen geen waar heil te verwachten is. Want slechts zij die God waarlijk kennen, komen tot God en zijn eigenlijk reeds bij God; maar zij die God niet kennen, kunnen ook niet bij God komen, omdat zij God niet kennen en dus ook niet bij God zijn.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Voordat deze aarde er was, had de zon als datgene wat zij nu is, deze weg al talloze malen doorlopen, maar met deze aarde ook al zo vaak, dat jullie voor het totaal van die zonnejaren in jullie rekenkunde helemaal geen getal kennen dat groot genoeg is om het te berekenen, en er zou nog minder een getal te bedenken zijn voor het aantal malen dat zij haar grote kringloop nog zal blijven volbrengen tot aan haar volledige oplossing. Ik zeg jullie: aeonenmaal aeonen van die zonnejaren zouden nog vrijwel niets zijn!
Hoofdstuk 246: De verlossing van de wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] De Griek zette grote ogen op en zei tegen de jongen: 'Nou, nou, m'n beste jonge jood, jullie goddelijkheid schijnt niet al te veel om het lijf te hebben, want als jullie goden waren, zouden de Romeinen jullie niet onderworpen hebben! Maar van ons mag jij je als jonge jood, die waarschijnlijk nog niet zoveel ervaring heeft, je laten voorstaan opje oude mystieke geschriften en je inbeelden dat je een god bent. Ik kan ook aan jou vragen mij iets over jullie geheime kookkunst mee te delen en ik vraag je dat nu ook heel oprecht!'
Hoofdstuk 41: Raphaël en de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Dat de zuil in talloos vele delen uiteengaat, betekent dat de innerlijke, geestelijke betekenis onthuld zal worden van al Mijn woorden en leringen, die Ik sinds het begin van het menselijk geslacht aan de mensen bij monde van de aartsvaders, de profeten en zieners en nu Zelfheb gegeven.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (DE ROMEIN:) 'Kijk, de ziel als geestelijke substantie is helemaal mens, zowel wat betreft gedaante alsook wat betreft alle ledematen en bestanddelen van het lichaam! En als dat niet zo zou zijn, kon zij ook niet van haar lichaam zo volmaakt mogelijk gebruik maken. De handen van de ziel bevinden zich in de handen van het lichaam, haar voeten in de voeten van het lichaam, en zo verder alle delen van de ziel in de overeenkomstige delen van het lichaam. Wordt het lichaam ergens ziek, dan is de zielook in de zieke lichaamsdelen aanwezig en spant zich erg in om deze weer gezond te maken. Lukt haar dat niet, dan wordt zij daarin passief en het gevolg daarvan is dat zo'n lichaamsdeel helemaal verlamd, vrijwel gevoelloos en dus inactief schijnt te zijn. Dat is een goede en juiste leer van alle oude en ook nieuwe psychologen. Maar nu vraagje je af hoe die geleerden achter dat geheim kwamen. Die vraag is heel gemakkelijk te beantwoorden.
Hoofdstuk 218: Agricola spreekt over het wezen van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Allereerst komt iemand die nuchter denkt daarop door zijn verstand; want als de ziel helemaal het eigenlijke levensprincipe in alle delen van de mens is, dan moet zij ook in alle delen van het lichaam aanwezig zijn, omdat anders bepaalde delen van het lichaam zeker geen leven zouden bevatten en op gelijke wijze dood zouden zijn als het hele lichaam dood is zodra de ziel het verlaten heeft. Dus omdat het hele lichaam actief is, moet ook, als oorzaak van de levensactie, de ziel door het hele lichaam verspreid zijn. En dus is de ziel alleen al volgens het logische denken van een zuiver en gezond mens ongetwijfeld helemaal mens in geestelijke stof en heeft haar basis -nota bene -in het hele lichaam.
Hoofdstuk 218: Agricola spreekt over het wezen van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Kijk, het rekening houden met de vrije wil van de mens van deze aarde gaat bij God zelfs zover dat Hij niet eens altijd toeziet op wat een of ook meerdere mensen denken, willen en doen. Alleen wanneer zij te ver van God zijn afgeweken, kijkt God naar hen om en verwekt weer zieners, leraren en profeten, om de mensen weer de wil van God en zijn plannen met hen opnieuw mee te delen. Houden de mensen daar rekening mee, dan gaat het al weer helemaal goed; houden zij zich er echter niet aan, en bespotten en vervolgen zij de door God voor hen opgewekte zieners, leraren en profeten, dan wordt God gedwongen een uiterlijk strafgericht over de mensen en vaak over een heel volk te laten komen. Maar zelfs zo'n gericht gaat nooit direct van de almachtige wil van God uit, maar komt altijd door de blinde en boosaardige verkeerdheid van de mensen.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Zo'n terugval duurt vaak duizenden aardse jaren. In die tijd heeft zich zo'n nieuw zonnekind door de hem van talloze kanten ontmoetende lichtsubstanties reeds meer en meer verdicht. Wanneer de komeet vaak na zeer veel jaren van de een of andere kant komend weer in de buurt van de zon komt, wordt hij door de mensen van deze aarde en ook door mensen van andere aarden als een ster, gewoonlijk met een lange, lichtgevende dampstaart, gezien. Tengevolge van een bepaalde afstotende kracht van de zon kan hij echter toch nooit meer in de zon terugvallen, welke afstotende kracht - vooral vlak in de buurt van de zon -bestaat uit het zeer heftige uitstromen van het licht, waardoor zo'n komeet wanneer hij als een nog heellicht lichaam in de buurt van de zon komt, zich bijna met de snelheid van het licht verder beweegt, omdat hij daardoor een nieuwe heftige stoot krijgt en zich in de grote diepte van de ruimte verliest, waarop hij aan de uiterste grens van zijn verwijdering weer begint terug te vallen naar de zon.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] De nu dus steeds vaster met elkaar verbonden, oorspronkelijk geestelijke oersubstanties en oerstoffen beginnen zich in zo'n onvrije toestand steeds onbehaaglijker te voelen, worden erg actief om zich vrijer te maken en dan begint het in zo'n hemellichaam vooral in de vaste en zware delen zeer vurig te worden. Door deze vurige actie van de onder druk staande, oorspronkelijk vrije oersubstanties en oerstoffen worden de vastere delen van zo'n nieuw hemellichaam verscheurd, ja, het binnenste wordt vaak het buitenste en omgekeerd het buitenste het binnenste, en pas na heel veel van zulke gevechten wordt zo'n nieuw hemellichaam een beetje rustiger en de daarin gevangen oergedachten en oerideeën van God vinden dan een andere weg om zich vrij te maken van de grote druk en zich ervan te ontdoen.
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Uit al die vele gedeeltelijke onthullingen van de innerlijke, geestelijke betekenis van Gods woord zal uiteindelijk een ware en grote licht en levensleer ontstaan, en deze leer zal dan het grote en nieuwe Jeruzalem zijn, dat uit de hemelen naar de mensen zal neerdalen. En wie in de nieuwe leer zullen zijn en leven, zullen in het nieuwe Jeruzalem wandelen en er eeuwig wonen, en aan hun grenzeloze zaligheden zal nooit een einde komen. Want Ikzelf zal bij hen zijn en zij zullen de talloze heerlijkheden van Mijn liefde, wijsheid en almacht aanschouwen.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De ether is echter nog lang niet iets zuiver geestelijks, maar hij komt innerlijk meer overeen met de substantie van de ziel, maar slechts in zoverre als hij een ruimtelijk medium is waardoor talloze oerkrachten uit God bij elkaar komen, zich met elkaar verbinden en tenslotte samenwerken.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Op de aarde zie je dergelijke verschillen gemakkelijk, maar in de ether, in de lucht en in het water kun je ze niet waarnemen, noch met je gezicht, noch met je gehoor, noch door je reuk en smaak, noch met je tastzin, hoewel de talloze verschillende soorten krachten en de door hen geproduceerde oerstoffen en elementen in de ether, in het water en in deze lucht nog veel duidelijker van elkaar afgescheiden zijn dan de dingen op de materiële aarde zulke verschillen te zien geven.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33  ...