Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6808 resultaten - Pagina 3 van 454

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] 'Verkopers' en 'kopers' verpersoonlijken de lage onreine hartstochten van de mens; het ten verkoop aangeboden vee duidt op de onderste trede van de dierlijke zinnelijkheid en tevens op de daardoor opgeroepen grote domheid en blindheid van de ziel, wiens liefde gelijk is aan die van een os, die zelfs niets weet van de zinnelijke voortplantings - en geslachtelijke liefde, maar die alleen maar de grofste poliepachtige liefde beleeft aan het vreten, en wiens begrip gelijk is aan het bekende vermogen tot begrijpen, dat schapen hebben!
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wat betekenen dan vervolgens de wisselaars en hun geldzaken? -Deze duiden in de mens op alles, wat er naar buiten komt uit de al geheel dierlijk geworden eigenliefde van de mens; want het dier houdt alleen van zichzelf en een wolf vreet, als hij honger heeft, zijn soortgenoten op. Deze 'wisselaars' ofwel deze dierlijke eigenliefde moet, zoals beschreven, ook met veel pijnlijk geweld uit de mens verdreven worden, en alles wat deze liefde in leven houdt moet omvergegooid en verstrooid worden!
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Dit slaat op de uiterlijke deugden, zoals die te vinden zijn in allerlei ceremoniën, fatsoen, hoffelijkheid, complimenteusheid, enz., die betrekking hebben op de puur wereldse omgangsvormen en die de blindheid van de mensen verheffen tot een innerlijke levensvervulling, en waarin men probeert het echte leven van de mens te laten wortelen.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] En daarom worden de duivenverkopers verwezen naar de plaats waar ze thuishoren, ten teken dat de mensen alle uiterlijke deugden niet tot iets geestelijks moeten verheffen, waardoor de edele mens verlaagd wordt tot een sprekende pop. Parallel daaraan moeten in ruimere zin alle uiterlijkheden, en in engere zin al de voorvechters van deze uiterlijkheden, die hun waren tot innerlijke levensbehoeften trachten te verheffen, door Mij, op een wat vriendelijker manier, uit en naar hun juiste plaats worden gestuurd.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Dit is dan de geestelijke betekenis van de tempelreiniging, en uit deze juiste en passende gelijkenis tussen de mens en de tempel, is goed te zien, dat een mens dit nooit zo uit had kunnen leggen, maar dat God dit alleen kan, want Hij is de eeuwige wijsheid, Die alles ziet en kent.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Omdat Hij alleen weet hoe het innerlijk van de mens moet zijn, wil Hij daar blijvend kunnen wonen. Ook moet na zo'n reiniging de mens zijn vrijheid behouden, omdat hij anders een ledepop zou worden.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Daarom mag de Heer zich nog niet toevertrouwen aan zo'n met geweld gereinigd mens, want Hij alleen weet wat nodig is voor een volledige vernieuwing van de innerlijke mens. Daarom gaat de reiniger weer uit de tempel en komt alleen maar, alsof het toevallig gebeurt, van buiten af naar het innerlijk van de mens. Hij gaat niet in op de eisen van de mens, dat Hij bij en in hem zou moeten blijven en hem zou moeten ondersteunen in de traagheid, integendeel, de mens moet geheel zelfstandig worden en daardoor een volmaakt mens worden, zoals dat in het derde hoofdstuk van het bijbelse evangelie van Johannes wat van meer dichtbij getoond wordt.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Nu was er een mens uit de Farizeeën, zijn naam was Nicodémus, een overste der Joden. Joh. 3:1) In de voorlaatste nacht van Mijn oponthoud in de omgeving van Jeruzalem, kwam een zekere Nicodémus eveneens 's nachts naar Mij toe, omdat ook hij een voornaam iemand uit Jeruzalem was; want ten eerste was hij een Farizeeër, wat in ambt, waardigheid en aanzien ongeveer gelijk staat aan een huidige kardinaal in Rome, en ten tweede was hij als een van de rijkste notabelen van Jeruzalem tevens in deze stad de overste der Joden; hij was de hoogste burgemeester van de stad, en hij was aangesteld door de machthebbers in Rome.
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Nicodémus zei tot Hem" 'Hoe kan een mens dan nog een keer geboren worden, als hij oud is? Kan hij weer in het lichaam van zijn moeder gaan en daaruit nogmaals geboren worden?' Joh. 3:4) 'Maar geachte Meester, wat zegt U nu toch voor vreemde dingen? Hoe in 's hemelsnaam kan een mens nogmaals geboren worden'? Kan een mens, die groot, oud en stram is geworden, door het enge poortje in het lichaam van zijn moeder gaan en op deze wijze dan van daaruit voor de tweede maal geboren worden'?! Kom, kom, geachte Meester, dat is totaalonmogelijk! U weet niets van het komende Rijk van God, of op z'n minst niet het ware, of U weet het wel en wilt het mij niet zeggen uit angst, dat ik U Iaat oppakken en in de gevangenis werpen. 0, daarover behoeft U Zich geen zorgen te maken, want ik heb nog nooit iemand van zijn vrijheid beroofd, tenzij het een moordenaar of een grote dief was. -U bent echter een groot weldoener van de arme mensheid en U heeft bijna alle zieken van Jeruzalem genezen, een wonder van de kracht van God in U; hoe zou ik me dan aan U kunnen vergrijpen?!
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Daarop antwoordde Ik: 'Mijn vriend, u bent nog niet rijp genoeg dat Ik u het tijdstip, de dag en het uur kan zeggen! Zie, zolang de nieuwe wijn niet behoorlijk is uitgegist, blijft hij troebel en als u hem in een kristallen beker doet en dan de beker tegen het zonlicht houdt, dan zal zelfs dat onovertroffen licht niet door de vertroebeling van de nieuwe wijn heen kunnen dringen, en precies zo gaat het met de mens. Als hij niet behoorlijk uitgegist is en door het gistingsproces al het onreine uit zich verwijderd heeft, kan het hemelse licht zijn wezen niet doordringen. Ik zal u echter toch iets meedelen; als u het begrijpt dan zult u voor u zelf vast kunnen stellen, wanneer het gebeuren zal! Luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Nicodémus zegt: 'Beste Meester! Hoe moest ik dat, hoe kon ik dat?! U bezit een speciaal soort wijsheid; zoals ik al een keer tegen U gezegd heb, zou ik gemakkelijker het oude Egyptische vogelschrift kunnen lezen, dan Uw wijsheid begrijpen! Ik moet U openlijk bekennen dat ik U, als ik niet door Uw geweldige daden aan U gebonden was, voor een nar of een potsenmaker moest houden; want zoals U heeft er nog nooit een verstandig mens gesproken! Maar Uw daden tonen dat God U als leraar gestuurd heeft en dat U een overvloed aan goddelijke macht en wijsheid bezit, want niemand kan anders zulke dingen doen.
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Als het ene echter zuiver goddelijk is, dan moet het andere ook goddelijk zijn of ik het nu begrijp of niet! Overdenk ik echter op een wat wereldse manier de stelling: 'Niemand stijgt op naar de hemel, dan alleen Degene, die uit de hemel is neergedaald!' - want dat zou namelijk de Mensenzoon zijn, die voortdurend in de hemel is - dan weet ik het niet meer! Beste Meester, sinds Henoch en Elia heeft stellig geen aards mens het geluk gehad om zichtbaar op te stijgen naar de hemel; wordt U misschien de derde!'? En als U misschien de derde worden zou, had dat dan wel nut voor al die andere mensen die, omdat ze niet uit de hemel afgedaald zijn, ook nooit in de hemel kunnen komen?!
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] 'U heeft veel woorden gebruikt', zeg Ik,'en u heeft gesproken als een mens, die onkundig is van de hemelse dingen; maar dat kan ook niet anders, want u bevindt zich in de wereldse nacht en kunt het licht niet zien, dat uit de hemel is gekomen om de duisternis der wereld te verlichten. Het is wel schemerig om u heen, maar toch ziet u dat niet, wat zo gezegd voor uw neus staat!'
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Wie in Hem gelooft wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft, is al geoordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. Joh. 3:18) 'Wie dan ook in Hem geloven zal, Jood of heiden, wordt in der eeuwigheid niet veroordeeld en daardoor vernietigd; wie zich echter stoot aan de Mensenzoon en niet aan Hem geloven zal, die is dan al veroordeeld. Want juist het feit, dat hij niet geloven wil en kan, omdat hij zich door zijn hoogheidsgevoel stoot aan de naam en het wezen van de Mensenzoon, is al het gericht van zo'n mens. Begrijpt u het nu? Ik heb het u nu overduidelijk in beeld gebracht!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Volg echter de ingeving van uw hart, dat zal u in één oogwenk meer zeggen dan alle vijf de boeken van Mozes en alle profeten! Want zie, alleen de liefde is het echte in de mens! Houd u daarom aan haar vast en u zult bij dag wandelen! -Nu echter een ander onderwerp!
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...