Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 3 van 42

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[24] De lichte wolkjes, de reeds door een stralend licht omspoelde voorboden die de op til zijnde zonsopgang aankondigen, zijn al zeer veel lichter dan het licht van de volle maan. Maar als er geen zon zou volgen op deze voorboden, dan zag het er op de gehele aarde weldra zo uit als in het vrijwel verstarde gebied van de middernachtszon, waar negen volle maanden lang geen zonnestraal doordringt. En kijk, zo overeenkomstig gaat het ook toe in de eeuwige wereld van de geest, die de enige oorsprong en reden van het voortbestaan van deze materiële wereld is.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De HOOFDMAN zegt: "Blinde ezel uit de hel! Wat Hij eeuwig was, is Hij nog en Hij zal het eeuwig blijven, en Hij alleen zal mij en jou oordelen, en dat doe jij eeuwig niet, oude, slechte, blinde en oerdomme ezel uit de hel! Als je toch zo'n reusachtig machtig wezen bent, waarom word je dan zo gemakkelijk alleen al door de naam van de heilige Nazareeër neergehaald, alsof je nooit gestaan had? Kijk eens hoe mooi het hier is en hoe goed wij het allen hebben! Jij zou het toch net zo goed kunnen hebben als wij, als je niet zo'n aartsdom beest uit de hel was! Keer om en erken in je hart, als je dat nog hebt, dat Jezus de Heer van hemel en aarde is, dan zul je zeker met ons gelijk gesteld worden!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: " Juist daarom moeten jullie de dubbele opwinding wat wegslapen! Morgen, als jullie nuchterder zullen zijn en rustiger bloed zullen hebben, zullen we er makkelijker over kunnen oordelen!" -Na deze woorden van Mij gingen allen toen zonder verdere tegenspraak de nodige rust genieten.
Hoofdstuk 179: Opwinding over het verhaal van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Cyrenius onderhield zich met Julius meteen over de misdadigers, en vroeg of Julius al een oordeel over hen geveld had. Want een eenmaal geveld oordeel was bij de Romeinen meestal onherroepelijk; alleen de keizer kon zo'n oordeel nog herroepen. Maar Julius had nog geen oordeel geveld en wilde dat pas in Sidon door opperstadhouder Cyrenius zelf laten doen. Daarom vroeg hij Cyrenius, nadat hij meegedeeld had welke misdaden de vijf roofmoordenaars en de politieke boosdoeners begaan hadden, om de misdadigers meteen volgens de wet te oordelen.
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] CYRENIUS antwoordt Julius: "Je hebt heel goed en wijs gehandeld door deze booswichten nog niet te veroordelen! Ik zal ze echter ook niet meteen oordelen; want hier in de buurt bevindt zich iemand die nog hoger is en meer bevoegdheid heeft, en die zullen wij hier in deze zaak laten oordelen. Laat de misdadigers daarom goed bewaken tot deze machtige en wijze komt!"
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Vaak heb ik kinderen gezien, die al in hun prilste jeugd blijk gaven grote geestelijke gaven te bezitten. Wat zou er uit hen hebben kunnen groeien als men bij hun opvoeding rekening gehouden had met hun gaven, en hen overeenkomstig onderricht zou hebben gegeven! Maar men leerde hen, net als de zwakkeren, manden vlechten en liet hun geest op die manier verkommeren! En dat vind ik een groot onrecht! Want wat zou iemand, die zijn geestelijke gaven had kunnen ontwikkelen, de mensheid niet een diensten hebben kunnen bewijzen! En -wat is hij zonder ontwikkeling waard? Hij vlecht manden en vangt daarna vissen en mosselen!
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] En vervolgens staat er: 'Toen ontstond uit avond en ochtend de eerste dag.' Wat is de 'avond', en wat is hier de 'ochtend'? - De avond is hier die toestand, waarin de voorwaarden voor de uiteindelijke opname van het liefdeleven uit God door de invloed van de almachtige wil van God vastgesteld kunnen worden en post gaan vatten, zoals de op zichzelf staande gedachten en begrippen voor een idee. Als deze eenmaal uitgegroeid zijn tot aan de laatste ring onder de vruchtaar, dan eindigt het werk van de avond, en begint de vrije en zelfstandige werkzaamheid voor de eigen vorming in de vrucht. Zoals de mensen nu de overgang van de nacht naar de dag de ochtend noemen, zo werd daarmee overeenkomstig de overgang van de voorafgaande gerichte, onvrije toestand van het schepsel naar de vrije zelfstandige toestand, óók ochtend genoemd. Dus Mozes heeft echt geen fout tegen de logica gemaakt als hij uit de avond en de ochtend de eerste en alle daaropvolgende dagen laat ontstaan!
Hoofdstuk 221: Scheiding van licht en duisternis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar zoals gezegd, om dat te bereiken moet de mens eerst de oude Adamitische zonde kwijtraken, en dat gaat op geen andere manier dan op die, welke Ik jullie zoëven getoond heb: De wereldse zorgen moeten door de ziel uit zichzelf over boord geworpen worden, een ander middel is er niet! Als die afgedankt worden, komt bij de mens alles weer in de oude goddelijke orde terug, en de mens is dan weer geheel mens volgens de orde van God. Wel, dat is het wat men met recht 'erfzonde' noemt! Op zichzelf gezien noemt men het vlees volkomen terecht de erfzonde; overeenkomstig geestelijk gezien is alleen de veelvoudige zorg voor het vlees de moeilijk uit te roeien zonde van Adam bij al zijn nakomelingen.
Hoofdstuk 226: Wereldse zorgen en hun kwade gevolgen voor de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Wie een levende ziel heeft overeenkomstig Gods orde, met daarin een vrije geest, kan ook de ziel van zijn broeder vrij maken als deze nog niet te veel met het vlees is vergroeid en die helpt dan heel gemakkelijk haar zieke lichaam. Als de zieledokter echter zelf een erg zieke ziel heeft, die meer dood dan levend is, hoe zou hij dan dat wat hemzelf ontbreekt aan een andere ziel kunnen geven?! Denk er daarom over na!
Hoofdstuk 12: Vrijmaking van de ziel en de in de ziel begraven geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS zegt: "Goed dan, laat maar horen, hoewel ik streng zal oordelen!
Hoofdstuk 31: Mathaël over de weg naar het ware leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Wel, te oordelen naar de vraag van de hoofdman uit Genezareth, die ik heel goed ken, denk ik -wat ook duidelijk. blijkt uit de genezing van de vijf bezetenen -dat die wonderheiland uit Nazareth nu hier is en zijn werk doet.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] SUETAL antwoordt, terwijl hij zich wat achter de oren krabt: "Naar uw kleding gezien lijkt u een Griek, maar naar uw haren en uw baard te oordelen bent u een Jood. De Romeinen zeggen over de Grieken niet zo erg lovend: Graeca fides, nulla fides (Griekse trouw is geen trouw), maar daarvoor ziet u er te eerlijk uit en omdat u beslist wel enige levenservaring zult hebben, zult u wel begrijpen dat zo'n buitengewone verschijning ons wel tot nadenken moet brengen!
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar let nu allen goed op! De vriend, die eerder met jullie heeft gesproken, gaat nu, naar zijn gezicht te oordelen, spreken, want ik heb gemerkt dat de naast hem zittende opperstadhouder Cyrenius hem om iets heeft gevraagd, -en als de groten spreken, moeten de kleinen zwijgen en luisteren, als hen dat toegestaan is! Daarom zullen wij nu zwijgen en onze hoge buren laten spreken!"
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk, als je de zaken zo beschouwt, moet het zogenaamde symmetrisch gezonde mensenverstand veel vinden dat zij met de behoorlijke scherpte van haar heldere verstand zou kunnen bekritiseren. Maar dan komt de grote Meester Zelf en zegt: 'Schoenmaker, je kunt slechts oordelen zover je leest gaat, -maar hoger niet!'
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS zegt: "Hartelijk dank daarvoor, want nu ben ik helemaal voorgelicht over iets, dat mij altijd veel hoofdbrekens kostte bij het vellen van een goed oordeel. Ik geloof dat er nu nauwelijks een geval meer denkbaar is waarbij ik nog zou twijfelen hoe te moeten oordelen. Maar één vraag houdt mij nog erg bezig en dat is: Is er nu helemaal geen omstandigheid, waarbij men een eenmaal gesloten huwelijk kan ontbinden en de beide partijen, zonder zich schuldig te maken aan de noodlottige zonde van echtbreuk, weer kunnen hertrouwen?"
Hoofdstuk 70: Wanneer echtscheiding geoorloofd is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...