Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 3 van 1166

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Johannes, jij behoeft het niet op te schrijven, omdat Mijn leer toch al door meer mensen opgeschreven zal worden. Er is hier een schrijver, ook een Galileeër, Matthéus genaamd, die heeft voor zichzelf al veel uit Mijn jeugd opgeschreven, en omdat hij vlug schrijft, zal hij zeker alles opschrijven wat hij horen en zien zal. Breng die man hierheen; roep zijn naam en hij zal meteen volgen! Waarschuw ook de voornaamste priesters en vraag of ze komen willen, en doe dat ook met een paar van de voornaamsten, die je gisteren aan de bron gezien zult hebben. Maar roep eerst Matthéus voor Mij, want Ik wil dat ook hij ons volgt!'
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Omdat jullie nu door Mijn leer met het ware bezig bent, waarom je Mij ook volgt, daarom kan je zielook in de droom slechts het ware gezien hebben, waaruit ze veel goeds kan halen.
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg tegen de spreker: 'Ja, u heeft het nu helemaal bij het rechte eind; maar Ik zeg U ook: Als u Mijn leer zult horen, neem deze dan ook in u op en blijf haar volgen, want dan pas zult u het heil werkelijk deelachtig worden, het heil dat Ik u vandaag van de berghoogte zal verkondigen. Want ook al komt de genade onbelemmerd van boven op u neer, dan is dat toch niet voldoende; want ze blijft niet, als ze niet daadkrachtig aangenomen wordt, -net alsof je hongerig onder een boom vol rijpe vruchten zou staan waar de wind de rijpe vijgen afschudt: als je die dan niet opraapt en eet, zullen die je dan verzadigen?!
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Dus niet alleen het horen, maar het doen volgens Mijn leer zal maken, dat u deel krijgt aan het heil dat uit Jeruzalem tot u gekomen is! Heeft u dat begrepen?'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Dat was weliswaar tot op heden niet mogelijk, omdat de dood op deze aarde de macht had; maar van nu af aan is het voor iedereen, die er ernst mee maakt om volgens Mijn leer te leven, mogelijk!
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik denk wel dat, als God dit voor zo iets eenvoudigs, namelijk voor het lichte volgen van Mijn leer, wil geven, dat dan de mens toch wel geen moeite of werk uit de weg zal gaan om dit hoogste te verkrijgen!'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk Meester, dan zal de leerling het begrijpen en dan kan ik, zoals reeds eerder opgemerkt, geheel terecht van hem verlangen, dat hij naar de geest der waarheid van mijn leer zal handelen! Kan ik echter, zonder een dwaas te zijn, ook verlangen dat hij handelt volgens mijn harde symbolische beeld? Als ik dat in volle ernst aan mijn leerling zou vragen, dan zou ik mij voor alle denkende mensen toch wel gedragen als iemand, die water in een goed gesloten kruik droeg, terwijl een dorstige naar hem toe komt en hem smeekt, dat hij hem te drinken zou geven. De waterdrager zou hem meteen de gesloten kruik aanreiken en zeggen: 'Hier heb je de kruik, -drink!' Hij zou nu proberen te drinken, maar geen opening vinden en de drager vragen: 'Hoe kan ik daaruit drinken? De kruik is toch aan alle kanten dicht!' De drager zou tegen hem zeggen: 'Als je blind bent en de opening niet kunt vinden, slok dan de hele kruik op en dan zul je op die manier ook wel het water mee opslokken!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De opperpriester zegt: 'Dat klinkt nu heel vreemd uit Uw mond! Vanmorgen zou ik eerbied voor zo'n gezegde gehad hebben, want toen dacht ik nog heel zeker dat U werkelijk de Beloofde was! Maar n.a deze leer, die U ons nu heeft gegeven, bent U in mijn ogen een gekkenhuisklant geworden, die het leuk vindt om zijn idee-fixe als wijsheid van de beloofde Messias op te dissen. Ik zou daarom liever zien, dat U Uw harde leer uitlegde, want zonder voldoende verklaring zal geen mens deze ooit begrijpen en daarnaar gaan handelen!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Zeg dan, wat u zo absurd vindt in Mijn leer, en Ik zal het u duidelijk maken!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Mochten wij naar uw mening, voor onze beslist rechtvaardige zaak in andere landen en oorden vervolgd worden, dan heeft dat niets te betekenen, mijn vriend, want wij hebben Hem toch, en door Hem de hemel der hemelen! Dus zijn wij hier al gelukkig, overgelukkig, of de mensen nu van ons houden of ons verachten en ons om Hem vervolgen, want Hij is een Heer over allen en over alles! Want Hem, die alle hemelen gehoorzamen en voor Wiens dienst zij steeds klaar staan, zoals wij gisteren en daarvoor al hebben gezien, Die dienen ook wij in alles, en dat alleen al is voor ons het hoogste loon en de hoogste eer! Maakt u zich dus maar geen zorgen over ons, want wij weten en beseffen waar wij aan toe zijn!'
Hoofdstuk 45: Niet iedereen kan de Heer lichamelijk volgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Denk je mijn situatie eens in; wat zal ik, het orakel van al deze mensen, nu moeten doen! Maar als ik ze niet bekeer, dan blijven ze tot het einde der wereld alles wat je maar wilt, alleen niet datgene, wat ze moeten zijn. Zie je, dat is de voornaamste reden, waarom ik het beste hier kan blijven! En ik geloof dat de Heer me dat niet kwalijk zal nemen. Want al ben ik dan niet lijfelijk in Zijn gezelschap, dan ben ik toch altijd geestelijk daar, en ik zal Hem als een trouwe knecht en herder van Zijn kudde getrouwen geheel volgens Zijn hier verkondigde leer trachten te dienen, en ik meen dat Hij het daarmee eens zal zijn!'
Hoofdstuk 45: Niet iedereen kan de Heer lichamelijk volgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Heus, als iemand mij nu om een rok vraagt, dan geef ik hem niet alleen de mantel erbij, maar ook mijn hele voorraad kleren! Werkelijk, voor die prijs geef ik nu tot op mijn hemd alles weg, en ik zie nu in, dat Zijn leer puur goddelijk is! Ja, nu is Hij Zelf als Jehova in levende lijve bij ons! Wat willen we nu nog meer?! De hele nacht wil ik voor heraut spelen en Zijn aanwezigheid in alle straten en stegen verkondigen!'
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Het meest schaamde hij zich voor dat deel, dat ondanks alle tekenen uit de wijd geopende hemel, ongelovig naar huis liep. Met een benauwd gemoed zei hij: 'Mijn Heer en Mijn God! Waardoor kun je zulke mensen nu nog laten geloven, als zulke tekenen geen uitwerking hebben! Uzelf, o Heer, en de vele engelen uit de open hemelen, waren niet in staat dit gespuis te bekeren; wat zal ik arme sukkel nu met ze doen? Zullen ze mij niet in m'n gezicht spuwen, als ik de moed zou hebben, om ze Uw leer te onderwijzen?'
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Al het volk dat geloofde, at mee; slechts een nog ongelovig deel ging naar huis, want dat dacht, dat het een valstrik was. Dat kwam, omdat het merendeels geïmmigreerde Galileeërs waren, waaronder velen uit Nazareth, die Mij kenden en ook Mijn leerlingen, die ze vaak op de vismarkt hadden gezien. Zij zeiden ook tegen de inheemse Samaritanen: 'Wij kennen hem en zijn leerlingen; hij is timmerman van beroep en zijn leerlingen zijn vissers. Hij was bij de Essenen in de leer, en die zijn goed bedreven in allerlei kunsten, in de heelkunde en in buitengewone toverij. Dat heeft hij daar geleerd, en nu oefent hij zijn perfect geleerde kunst uit om de Essenen een grote aanhang en veel inkomen te verschaffen. Deze jongemannen zijn verklede en door dezelfde Essenen in de Kaukasus gekochte en welopgevoede meisjes; die konden wel eens de grootste aantrekkingskracht uitoefenen! Wij laten ons echter niet zo gemakkelijk verlokken, want we weten dat met de God van Abraham, Isaäk en Jacob volstrekt niet te spotten is. Maar voor de Essenen, die zo ongeveer van mening zijn dat hun voorvaderen de wereld geschapen hebben, is het gemakkelijk te spotten met wat voor hen niet bestaat. Zolang wij aan een God van Abraham, Isaäk en Jacob geloven, hebben we die Esseense goocheltrucs niet nodig; en mocht het zijn, dat we ooit ons geloof verliezen, dan zullen de Essenen met hun slimme afgezanten zeker niet in staat zijn om dat te vervangen, maar dan zouden ze maken dat we pure Sadduceeën werden, die in geen opstanding en eeuwig leven geloven. Daarvoor behoede ons Jehova!' Met zulke opmerkingen gaan ze naar huis terug.
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar naar de harde wereldse mensen, die geen geloof hebben of, als ze al geloof hebben, desondanks niet handelen zoals het geloof hen leert, zullen noch Ik noch Mijn leerlingen komen om de duisternis van de twijfel volledig uit hun hart weg te nemen. Wanneer het eind voor hun vlees komt zullen ze het kwaad van hun ongeloof en de gevolgen van het miskennen van Mijn leer daadwerkelijk voelen, terwijl degenen, die door hun daden laten zien dat ze geloven, de vleselijke dood niet, zullen voelen en beleven!
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...