Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1849 resultaten - Pagina 3 van 124

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] Ik zeg: 'Beste vriend, u hoeft zich van al uw voorvaderen niets aan te trekken en nog minder van de goden, die zij vereerden; want uw voorouders zijn reeds lang dood, en hun goden bestaan slechts in de fantasie van dichterlijke mensen. Hun namen en afbeeldingen hebben niets met de realiteit uitstaande. Als u dus dat totaal inhoudsloze geloof in uw goden laat varen, dan stelt dat echt niets voor; want zij kunnen net zo min uw ziel versterken, als dat u uw honger kunt stillen met een afbeelding van voedsel! Daaraan heeft u, zoals reeds gezegd, totaal niets; maar u heeft alles aan de ene zuivere waarheid en het leven in, uit en door deze ene zuivere waarheid!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Als u de dingen, net als uzelf, waarheidsgetrouw wilt zien en kennen, dan moet u dat doen vanuit deze enige ware diepste grond van uw bestaan; alle andere manieren zijn misleidend, en het hoofd van ieder mens en alle bedenksels die daar ontstaan, behoren bij de bekende gordiaanse knoop, die met bedachtzaamheid niet ontward kan worden.
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Alleen met snijdend geweld kan de mens in het eigen hart deze knoop met de geest der liefde doorhakken, waarna hij dan kan beginnen met in het hart te denken, te zien en te herkennen. Pas op deze nieuwe weg komt hij tot de waarheid van zijn en van ieder ander bestaan en leven!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als u zo zou omgaan met uw medemensen, dan zou u Mij zedelijk op de juiste manier volgen, en door dit volgen het eeuwige leven verwerven. Als u echter blijft zoals u nu bent, dan zal er voor u aan de andere zijde van het graf niets anders overblijven dan de dood van de geest der liefde en waarheid, ofwel duisternis en een leeg bestaan volleugens!
Hoofdstuk 70: De waarheid die alles doordringt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De twee jongemannen zeggen echter: 'De wil van de Heer is ons bestaan en leven. Als die daadwerkelijk in alles wordt gevolgd, zijn wij de actiefste helpers en hebben daarvoor kracht en sterkte in overvloed, want onze macht reikt tot buiten de zichtbare schepping; voor ons is de aarde een zandkorrel en de zon een erwt in de hand van een reus, en alle wateren der aarde zijn niet in staat één haar van ons hoofd te bevochtigen, en het leger der sterren beeft voor de adem van onze mond. Maar wij hebben de kracht niet gekregen om ons daarop te beroemen tegenover de grote zwakheid van de mensen, maar om hen geheel volgens de wil des Heren te dienen. Daarom kunnen en willen wij jou ook geheel volgens de wil des Heren dienen zolang je deze in al je daden zult erkennen, aannemen en respecteren. Verlaat je echter de wil des Heren, dan verlaat je ook ons, omdat wij niets meer of minder zijn dan de gepersonifieerde wil van de Heer. Wie ons verlaat, die verlaten wij ook. Dit zeggen wij je in het bijzijn van de Heer, Wiens aangezicht wij altijd zien en aan Wiens zachte wenken, die ons onweerstaanbaar tot een nieuwe daad roepen, wij altijd gehoor geven.'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Alles wat Ik u hier laat zien, doe Ik echter niet door Mijn eigen kracht, maar door de kracht van Hem, Die Mij dat vóór het bestaan der wereld geleerd heeft. En Deze is het, Die u de Vader noemt, -hoewel u Hem niet kent en ook nog nooit herkend hebt! Hij, van Wie u zegt, dat Hij uw Vader is, Die is het, van Wie alle dingen zijn, zoals: engelen, zon, maan en sterren en deze aarde met alles wat daarin en daarop is!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Zoals deze Vader Mij vóór het bestaan van de wereld heeft onderwezen, zo onderwijs Ik u nu ook, opdat de Vader, Die nu in Mij leeft, ook in u zal gaan wonen en in u, net als in Mij, de oereeuwige zuivere waarheid tot leven zal brengen uit het eeuwige oorspronkelijke fundament, zijnde de liefde in God, het eigenlijke wezen van God Zelf!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Toen vroegen de dochters, waaruit die verhoging zou bestaan.
Hoofdstuk 72: Het einde der wereld en het oordeel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Simon Petrus zegt: 'Ja Heer, de kern van de zaak hebben we wel begrepen; maar er is ook een schaduwzijde aan deze zaak, vind ik. Als we volgens Uw leer het straffen van het kwade helemaal achterwege laten, dan zal het aantal boosdoeners zo snel toenemen als het gras op de aarde en het zand in de zee. Bij iedere wet behoren toch passende straffen, anders is het geen wet. -Of kan een wet ook zonder straf bestaan?
Hoofdstuk 75: Behandeling van dieven, rovers en moordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Waar zich maar ooit een vredelievend volkje op de grote aardbodem vestigde en door gemeenschappelijk samenwerken een bepaalde welstand bereikte, daar werd het weldra opgespoord door de fijne neus van de wolf en tijgermensen en vijandelijk overvallen; de ongelukkigen werden overwonnen en daardoor duizendmaal ongelukkiger gemaakt, dan ze daarvoor in hun natuurlijke bestaan waren!
Hoofdstuk 80: Vermijdt de eigendunk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Matthéus beeft van angst en zegt: 'Heer, Almachtige! Wie kan er naast U bestaan, als Uw goddelijke arm in één ogenblik zo eindeloos ver reikt?!' -Nauwelijks heeft Matthéus deze paar woorden uitgesproken, of de zon schijnt alweer in haar volle glans, en Mijn Matthéus ademt weer vrijer, -kan echter van verbazing geen woord meer uitbrengen. Pas na geruime tijd krijgt hij een beetje moed en zegt: 'Nee Heer, dat begrijp ik niet! Uw macht moet oneindig zijn! Maar bespaar ons, o Heer, in de toekomst zulke verschrikkelijke bewijzen van Uw almacht; want daarbij zou al gauw iedereen wegteren en te gronde gaan!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Of Ik Mij nog begrijpelijker zou kunnen of willen uitdrukken?! Ja ja, Ik zou het wel kunnen, als Ik het wilde! Maar Ik wil hier niet begrijpelijker zijn en daarom zeg Ik daarover alleen nog maar dit, dat jullie oude gescheurde kleren en oude verweerde zakken zijn, die voor Mijn leer niet meer deugen! Mijn leer zou je je zoete aardse leven afnemen, dat toch jullie hoogste goed is, en voor de verbetering waarvan je alles doet. Waarvoor je zelfs op de sabbat zwaar werk verricht bij het vissen, alleen maar om in je aardse leven een beter en zorgelozer bestaan te hebben en zo mogelijk ook nog wat luxe erbij! De armen zie je echter niet, de zieken niet en de gebrekkigen ook niet, net zo min als de hongerigen en de dorstigen!
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Deze ingelaste verklaring was nodig om het volgende gemakkelijker en grondiger te kunnen begrijpen. En omdat voorlopig geen twijfel daarover kan bestaan, kunnen we nu weer welgemoed terugkeren naar de hoofdzaak.
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Waarlijk, Ik zeg je, zo lang er al mensen op deze aarde bestaan, vanaf Adam tot nu toe, heeft nog nooit een zuiverder ziel in een lichaam gewoond en het tot leven gebracht!
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] In deze situatie, die kenmerkend is voor de tweede dag, ziet de mens datgene al, wat alleen het ware is dat voor eeuwig moet blijven bestaan; maar echt ordelijk is het bij hem nog niet. De mens vermengt nog steeds het natuurlijke met het geestelijke, vergeestelijkt de natuur vaak te veel en ziet daardoor ook in de geest nog materiële dingen en komt met zichzelf nog niet in het reine over wat hij moet doen.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...