Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 3 van 43

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] De hogepriesters, die de grot al heel lang kenden, hebben, toen ze bericht kregen van het binnenvallen van de Romeinen, meteen alle grootste en vervoerbare schatten van de tempel verzameld, en behouden in de grot gebracht. De gouden leeuwen, die de troon van Salomo droegen en ten dele diens treden bewaakten, zijn ten tijde van de verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniërs in het puin terechtgekomen, maar bij de latere wederopbouw teruggevonden en door de priesters ten bate van de tempel in ontvangst genomen. Die zijn ook voor het grootste deel hier; want men bracht al het waardevolste, dat men in der haast bij elkaar kon rapen, tijdens de inval van de Romeinen hierheen, net zoals bij de inval van de indertijd zo machtige Babyloniërs ook een belangrijke hoeveelheid tempelschatten in de bekende grot bij Chorazin gebracht werd. Toch vonden de Babyloniërs daarna in de tempel nog genoeg om mee te nemen naar Babylon, namelijk de aan de tempeldiensten gewijde vaten en schatten. Geef nu je mensen opdracht om alles uit de grot te halen; later moet Archiël de ingang van deze grot zo versperren, dat daarna geen mens meer toegang heeft;"
Hoofdstuk 5: De geschiedenis van de gevonden schat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Als Ik uit Perzië of zelfs uit Indië zou zijn gekomen en de tekenen zou doen, die Ik nu doe, die voor Mij niemand ooit heeft gedaan, dan zouden jullie voor Mij op je aangezichten liggen en schreeuwen: 'God is bij ons gekomen, en wij zijn vol zonden en gebreken! Wie zal ons verbergen en voor zijn toorn beschermen?' Maar omdat Ik de jullie bekende zoon van Jozef ben, vragen jullie: 'Waar haalt hij dat vandaan?' O jullie blinde dwazen! Is deze grond hier niet net zo goed Gods aarde als in Perzië en Indië? Schijnt hier niet dezelfde zon, en worden hier niet, net als in Perzië en Indië, door Gods steeds heersende kracht en macht allerlei vruchten tot wasdom gebracht en gerijpt? Is de maan en zijn de sterren met de zon en deze aarde, hier minder goddelijk dan in de genoemde landen?
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JAÏRUS voegt daar aan toe: "Ja, ja, machtige Cyrenius, u heeft volkomen gelijk als u van uzelf zegt, dat u nu helemaal weet waar u aan toe bent; want ook ik en zeker ieder van ons weet dat nu, en kan op grond van de onloochenbare waarheid de eeuwige noodzaak inzien van de aard van alles, en hoe de aard van de mens moet zijn. Maar wat kan men daaraan doen? De mensheid is te diep gezonken; een zachte vrije leer begrijpt zij niet, en platweg gezegd zou het zonde van de tijd zijn, die men eraan zou willen besteden. Het zou vergeefse moeite zijn, die hoogstens distels en dorens als waardeloze vruchten zou opleveren! Dus met zachte middelen werkt het niet, tenminste niet bij de mij maar al te bekende Joden!
Hoofdstuk 31: Jaïrus spreekt over de invloed van wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Maar als u dat van mij niet gelooft, ga dan naar Sichar en vraag daar inlichtingen bij de opperpriester Jonaël en bij de groothandelaar Jaïruth, die thans buiten Sichar het bekende slot van Ezau bewoont! Deze vrienden van ons zullen u naar waarheid vertellen Wie het is, bij Wie wij de onverdiende, hoogste genade ondervinden Zijn leerlingen te mogen zijn! Zowel bij Jonaël als bij Jaïruth zult u nog dienende engelen aantreffen in schijnbaar lichamelijke gedaante."
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De ENGELEN zeggen: "U heeft wel gelijk, maar zeg dat niet zo luid! En als u Hem menselijk vindt, erger u dan niet; want al het menselijke zou niet menselijk zijn, als het niet in alle eeuwigheden voordien, goddelijk zou zijn geweest. Als Hij Zich daarom bij tijd en wijle volgens uw bekende en gewende manieren gedraagt, dan gedraagt Hij Zich niet op een voor Hem onwaardige manier; want iedere vorm, iedere gedachte was eerst in Hem voordat zij door Zijn wil een buiten Hem bestaande, vrije wil begon aan te nemen en te vormen. Er is in de oneindigheid geen voorwerp en geen wezen dat niet uit Hem zou zijn voortgekomen. Deze aarde en alles wat in en op haar leeft, is niets anders dan Zijn eeuwig onveranderlijke vastgehouden gedachte, die door Zijn woord werkelijkheid werd. Als Hij deze werkelijke gedachte nu in Zijn gemoed en wil zou laten vallen, iets wat Hem helemaal geen moeite zou kosten, dan zou er op hetzelfde ogenblik ook geen aarde meer zijn, en alles daarin en daarop zou haar vernietigende lot delen.
Hoofdstuk 38: Het menselijke en goddelijke van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De sabbat in de tempel zal tijdens de bekende ceremonie meteen onderbroken worden en de veiling van de baan van overste te Kapérnaum zal direkt beginnen, en van de terugkerende bode zul je zelfs de naam van je opvolger vernemen.
Hoofdstuk 48: Jeruzalem, de 'Godsstad'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] CHIWAR zegt: "Maar ik heb de timmermanszoon Jezus, de opperstadhouder Cyrenius, de overste Jaïrus, de overste Cornelius, Faustus en andere bekende mensen bij hen gezien!"
Hoofdstuk 52: De verdwenen vuurzuil boven de ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Nu neemt CYRENIUS weer het woord en zegt met een vrij ernstig gezicht: "Heer, het is waar dat U zeker Diegene bent waarvoor wij U sinds lang houden, en niemand van ons kan dat in twijfel trekken. Maar ik moet U nu toch openlijk bekennen, dat ik in Uw zojuist afgelegde verklaring over de tovenaars, wichelaars en waarzeggers helemaal niets ontdekt heb van Uw mij anders maar al te goed bekende barmhartigheid en liefde! Dan ligt de oorzaak toch eigenlijk bij U Zelf, -want U geeft Zelf de mens rake klappen, die erg pijn doen, maar wee dan de geslagen mens, als hij tijdens die klappen begint te jammeren! Maar of ik hiermee nu gelijk heb, weet ik eigenlijk niet!
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Johannes is wel lichamelijk uit de weg geruimd, maar in zijn plaats kwam de bekende Jezus, waar tegenover Johannes zich nauwelijks zo verhoudt als een molshoop tegenover de machtige berg Ararat! Zijn bovenmenselijk zachte en uitermate mensvriendelijke, ondogmatische optreden en gedrag, de grote wijsheid in iedere zin van Zijn spreken, waarvan de puur goddelijke, koesterende en begrijpelijke waarheid geen mens, met slechts een verstand zo groot als een erwt in zijn hart, ook maar een ogenblik laat twijfelen aan de hemelse afkomst -en tenslotte Zijn daden, laten ieder mens zeggen: Zoiets is aan God alleen maar mogelijk!
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] KORAH zegt: "Vriend, roep niet te hard, want de boze heeft overal zijn ogen en oren! Met de hulp van Jehova en van jouw mij nog te weinig bekende Messias, zal hij ons wel zeker niets kunnen doen, maar we moeten hem beslist niet uitdagen! God behoede ons voor wat voor bezoek van hem dan ook!"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Na een paar weken kregen wij wel geruchten over de timmermanszoon Jezus te horen, maar we konden toch niet aannemen dat die bekende eenvoudige stille en wetenschappelijk beslist onontwikkelde mens, die zelfs lezen noch schrijven kon, dezelfde geweldige Jezus zou kunnen zijn, voor wie in de tempel te Jeruzalem duizenden als voor een Godsgericht gebeefd hadden. Maar als het hier de bekende timmerman Jezus is, die zulke goddelijke daden doet, dan moet hij beslist ook dezelfde Jezus zijn, die op het Paasfeest heel Jeruzalem opgeschrikt heeft! Nu, als hij het is, dan ken ik hem al uit Jeruzalem en behoef hem daarom nu helemaal niet lastig te vallen!"
Hoofdstuk 90: Korah herinnert zich een ontmoeting in de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JOSOË zegt: "O Heer, dat is toch heel gemakkelijk! Als ik eenmaal in huis ben zal ik er geen moeite mee hebben om mij net zo te gedragen als ik mij vroeger gedragen heb. Geleidelijk aan zal ik naar bepaalde dingen vragen zoals ik dat vroeger gedaan heb, ik zal ook mijn spelletjes opzoeken en die op de bekende manier gebruiken. Dat zal mijn ouders zeker opvallen en tenslotte zullen ze moeten zeggen: 'Dat is onze Josoë, die misschien door Borus met zijn geheime middelen uit het graf is opgewekt en in de loop van de tijd tot op nu helemaal genezen is!' En voorlopig laat ik hen in die mening. Op het geschikte moment zullen ze de waarheid wel vernemen, en volgens mij zal het zo best te regelen zijn. "
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Anders zou op dezelfde manier iedere gelijkenis, die toch de verhevenste waarheid kan verbergen, een duidelijke leugen zijn. En toch hebben de meest wijze vaders en profeten hoofdzakelijk in zuivere gelijkenissen gesproken! En dat juist Borus hier als de algemeen bekende, beroemde dokter als zodanig in Uw plaats treedt, is in de aard der zaak toch ook niet anders dan toen ten tijde van Abraham de drie naar de aartsvader gekomen engelen Jehova's plaats hebben ingenomen, en helemaal niet anders dan de leugen van Jozef in Egypte tegen zijn koren zoekende broeders, die mij nog altijd heel onbarmhartig toeschijnt! Maar God heeft het zelf zo gewild en rekende Jozef dat gedrag tegenover zijn broeders zeker niet als zonde aan. En daarom denk ik, dat zo'n schijnbare leugen slechts een hemelse wijsheid is, terwijl de echte leugen thuishoort in het rijk van de ergste helse sluwheid!"
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Uw goddelijke zoon zou naar wat ik over hem gehoord heb meer dan genoeg macht hebben om alle onbetamelijkheden van de wereldse mensen in één klap op te doen houden. Dat hij dat echter niet doet, kunnen wij duidelijk zien aan het feit dat hij in zekere zin liever voor de aardworm Herodes vlucht, dan dat hij hem in één zucht zou vernietigen! Hij, die het makkelijk zou kunnen, doet het niet, en wij kunnen het niet, -en zo blijft steeds de oude bekende, slechte situatie bestaan! Als hij weer eens hierheen komt, wil ik daarover met hem een heel ernstig onderhoud hebben."
Hoofdstuk 92: De vrijheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Toen BORUS dan ook de hem al bekende bezetene zag en zijn domme vrienden, die hem brachten, zei hij tegen hen: "Nou, nou, wat bezielt jullie om deze zieke bij mij te brengen? Wat heeft hij jullie dan gedaan, dat je hem nu aan de duivel wilt overleveren?"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...