Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30449 resultaten - Pagina 3 van 2030

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[17] Ik antwoord hen: ' Ja zeker, schijnbaar ben Ik dat, maar in werkelijkheid ben Ik misschien wat meer. Maar als Ik dus net als u een mensen zoon ben, dan is dat niet in het minst een verontschuldiging voor uw laster! Want Ik als mensenzoon doe deze daden beslist niet, - net zo min als u! Maar in deze nu voor u staande mensenzoon is de geest van God de werkende kracht, en Die is het die u belasterd hebt; want niet Ik, maar Gods geest heeft ten aanschouwe van u dit alles gedaan, en u hebt Hem belasterd.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Als iemand de woorden over het Rijk van God die Ik uitspreek, wel hoort, maar in zijn hart niet begrijpt, omdat dat hart van pure wereldgelijkvormigheid net zo platgetreden is als een weg, dan ziet de boze maar al te snel het niet in de aarde gevallen, maar op de vast gestampte, wereldse gladde buitenkant van het hart blootliggende woord, en pakt met gemak weg wat eigenlijk in het hart gezaaid is maar toch aan de werelds gladde buitenkant bleef plakken; en zo'n mens lijkt dan op de weg waarop het zaad, of wel Mijn woord, viel. (Matth.13:19) En daar aan de oever staan er veel van deze soort!
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Kisjonah was geweldig verbaasd over zo'n uitspraak en kon zich beslist niet voorstellen wat dat betekende en hij merkte van pure verbazing nauwelijks, dat de jongeman bij de laatste woorden de kamer verliet om zijn opdracht uit te voeren.
Hoofdstuk 195: Kis. Weerzien met Jaïruth en Jonaël. (1.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Kisjonah zegt: 'Beste vriend, dat weet ik wel; maar ik wilde alleen graag iets weten over de manier waarop zoiets tot stand gebracht wordt. Je moet toch een beweging maken!? Dat moet dan toch wel erg snel en zeker gaan! Want daarmee vergeleken heeft de bliksem toch heel duidelijk een slakkengangetje! Ah, ah, ik moet er niet aan denken! Als je voor dat alles ook maar honderd momenten gebruikt had, dan was dat alles toch nog eerder te begrijpen; maar om zo -zonder merkbaar tijdsverlies zo veel te doen, en dan ook nog zeer ordelijk, dat tilt me nu boven mijn geijkte denkpatroon uit en daardoor durf ik van pure eerbied en bewondering nauwelijks meer adem te halen!'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De godsdienst op de Garizim, ja zelfs in de tempel te Jeruzalem is toch niets anders dan pure satansdienst?! Ik heb van U, de Heer Zelf, uit Uw eigen mond gehoord hoe God, die in al Zijn volheid lichamelijk in U woont, geëerd en geprezen wil zijn. Als je dan naar de dienst op Garizim kijkt, dan is dat toch wezenlijke en echte satansdienst; want daar wordt in volle ernst, en dat ontkennen zelfs Uw heilige engelen niet in het minst, overvloedig wierook gestrooid voor de satan!
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Philopold zegt :'Dat zal wel weer echt Joods zijn!? De Joden hebben zekere profeten gehad; die deden hun mond niet open behalve voor het uiten van pure bedreigingen, waarvan sommige na meestal onbepaalde tijd uitgekomen zijn, maar de meesten waren praatjes in de wind; want de aardse natuur is hopelijk toch altijd sterker geweest dan de mond van een joods profeet! De Grieken zijn merendeels stoïcijnen, en een echte stoïcijn is nergens bang voor -en ik dus ook niet! Want ook ik ben een doorgewinterde stoïcijn!'
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] De opperrechter zegt: 'In naam van de keizer en zijn wijze wet veroordeel ik u, daar de schade door beëdigde taxateurs is vastgesteld, en omdat u zich als kinderen Gods alle macht over de gehele aarde aanmatigt, waaruit logischerwijze voortvloeit dat u ook macht over de keizer heeft waarvan hij tot op heden ook zelfs niet gedroomd zal hebben, maar waarmee u echter wel, door zo'n schandelijke aanmatiging, pure majesteitsschenners van de heilige persoon van de keizer geworden bent, tot een geldstraf van twintig duizend pond, waarvan een derde ten goede komt aan Kisjonah en twee derde voor de keizer is; tevens worden daarbij al uw panden verbeurd verklaard!
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar wonderen gebruiken om het volk te leren, is dubbel slecht. Ten eerste omdat de mens die de waarheid aanneemt ter wille van het wonder , een veroordeeld, onvrij mens is, die de door het wonder bekrachtigde woorden niet gelooft vanwege de besefte waarheid, maar vanwege het machtige wonder. Hij volgt de woorden ook niet op uit innerlijke overtuiging en de daaruit voortkomende eigen wil, maar uit pure onderdanige vrees voor de een of andere plotselinge straf. Zodra echter iemand hem het wonder handig uit zijn hoofd weet te praten, zal hij ook de eerste zijn, die het woord en het geloof met vreugde vaarwel zegt! Ten tweede is de door een wonder bekrachtigde leer slecht, omdat het wonder, dat als zodanig niet blijvend kan zijn, niet op de volgende generaties over gaat. En een verteld en niet beleefd wonder heeft niet meer waarde, en kan ook niet meer waarde hebben, dan een verteld kindersprookje.
Hoofdstuk 31: Jaïrus spreekt over de invloed van wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De geschiedenis en de persoonlijke ervaring leren ons zonneklaar dat er aan de gehele Mozaïsche leer en aan alle profeten niet meer echte betekenis zit dan aan een holle loze noot, - en toch blijven wij als verhongerd daaraan vasthouden, als aan iets zekers. En van pure, van oudsher ingewortelde, domheid gaan we nog geen stap opzij, ook al loopt het water ons bij al onze lichaamsopeningen naar binnen zoals de Jordaan in de Dode Zee!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Er staat met goddelijke hoofdletters: 'En jouw rijk zal in eeuwigheid niet ophouden!' Kijken we nu eens naar het eeuwige rijk van David! O schitterende leugen van een profeet die David vleide! Hoe vaak eindigde het rijk van David reeds! Hij zelf heeft al het genoegen gesmaakt om dat aan de zijde van zijn zoon te beleven, en zou de zoon niet door een eik gevangen zijn, dan zou de brave David nog tienduizend psalmen voor zijn lieve Jehova hebben kunnen zingen, maar dan had Absalom toch op de troon gezeten! -Laten wij echter het verleden rusten en het beloofde eeuwige rijk van David in deze tijd beschouwen! O prachtig rijk! Misschien bevindt de ziel van David zich in de keizers van Rome, wier rijk er in ieder geval nu veel beter uitziet om eeuwig voort te duren, dan het slakkenrijk van de grote man naar het hart van God! Broeders, is het voor jullie nog niet zonneklaar dat onze gehele oude leer een pure fabel is, alleen maar bestaande uit verzonnen namen uit de oertijd?! En wij zijn nog steeds de dwazen, en zijn eraan gehecht alsof er werkelijk het een of andere heil te verkrijgen zou zijn! Wat voor ezel of os in mensengedaante zal er nog een oude, gerafelde mantel aan zijn lichaam dulden, als hij voor de oude, tien nieuwe van de beste kwaliteit kan krijgen?!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Wij weten dat de Perzen de beste en fijnste sjaals en andere kledingstoffen maken en daaraan ook volgens hun geheime kunst de houdbaarste kleur geven, waardoor hun produkten ook veel waarde hebben. Als je echter heden ten dage naar de markt van Jeruzalem, Sichar of zelfs Damascus gaat, moet je veel vakkennis hebben om niet voor het vele geld, waarvoor men gewoonlijk Perzische stoffen koopt, pure namaak uit onze landen, en dus valse en slechte stoffen te kopen! -Maar wat blijkt hieruit?
Hoofdstuk 52: De verdwenen vuurzuil boven de ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Want de hedendaagse mensen zouden door zo'n getuigenis als met ijzeren kettingen gedwongen worden om in Mij te geloven, waardoor hun vrije leven grote schade zou lijden. Hun latere nakomelingen zouden zulke vertelde getuigenissen als te overdreven pure bedenksels der menselijke fantasie toch niet aannemen, en zich daardoor aan de zuivere leer en de eeuwige waarheid ergeren. Daarom is het beter als zulke daden van Mij helemaal geheim blijven, omdat niemand er wat aan zou hebben; zeker niet tijdens deze eerste leertijd van Mij.
Hoofdstuk 71: De onsterfelijkheid van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Ook Ik zal vandaag hier weggaan en niet zo gauw weer in deze streek komen, want een dolle hond moet men uit de weg gaan! Het is er een die veel goud en zilver heeft, want anders zou hij deze functie met hebben kunnen kopen. Met veel goud en zilver kan men in de wereld bij de wereldse mensen veel gedaan krijgen, en wie daarbij ook nog zo'n plaats koopt uit pure win en heerszucht -zoals deze heeft gedaan is. beslist niet te vertrouwen. Maken jullie je daarom allen gereed en ga hier weg, en Roban, ga ook weer naar huis, want tot nu toe hebben ze je nog niet gemist!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Gelukkig staan wij heel goed aangeschreven bij de opperstadhouder, die een broer van keizer Augustus is en veel invloed in Rome heeft, en daarom zal hij ons heus niet, zoals jij denkt, zo gemakkelijk gevangen zetten! De tempel heeft het juist aan Jezus, die zij uit pure zelf en heerszucht haat, te danken, dat ze door de Romeinen nog niet met de grond gelijk gemaakt is!
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De OVERSTE zegt daarop: "Ah, nu ziet de zaak er heel anders uit! Hij ging dus helemaal niet uit angst weg, maar uit pure wijsheid om Herodes als een welverdiende straf iedere gelegenheid te ontnemen, zodat hij nu niet slechter, maar ook niet gemakkelijk beter kan worden! Ah, dat heeft hij heel goed gedaan, en ik kan hem daarvoor alleen maar prijzen.
Hoofdstuk 92: De vrijheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...