Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

69 resultaten - Pagina 3 van 5

1 - 2 - 3 - 4 - 5
[11] Vulcanus en Pluto stelden voor dat de Ene God over heel de aarde gezag en volmacht had.
Hoofdstuk 76: Verwondering van de drie priesters over de Wijsheid van het Kind je en van Jozef. Jozef geeft les in mythologie der goden - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Mercurius beeldde de alom­tegenwoordigheid uit van de Ene God door Zijn almachtige wil.
Hoofdstuk 76: Verwondering van de drie priesters over de Wijsheid van het Kind je en van Jozef. Jozef geeft les in mythologie der goden - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Vulcanus heeft zijn schoor­stenen op het aardoppervlak ge­richt; zijn machtige Cyclopen ver­nielen moedwillig zowel huizen als bergen.
Hoofdstuk 67: IJlboden brengen een vreselijke boodschap. Bloeddorstige eis van de heidense priesters. Cyrenius in tweestrijd. De goede raad van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] 'Hoge autoriteit over Azië en over Egypte, wat zou ik, onno­zele hals, hierover kunnen zeg­gen? Waar de grootste gevestigde wijsgeren van de wereld moesten verstómmen, waar de wijsheid van Apollo en van een Minerva als op het gloeiend aambeeld van Vulcanus jammerlijk tot een aller­dunst velletje blik verpletterd worden.
Hoofdstuk 56: Maronius diep onder de indruk van het Kindje. Cyrenius' tevre­denheid met Maronius - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Als dit Kind van goddelijke oorsprong is, dan moet ook U als vader dat zijn, want: "ex trunco non fit Mercurius" ...en, aan doornen groeien geen druiven! Evenzo kan er uit een normaal mens geen godenkind ontstaan!
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Misschien ben jij, mijn grote vriend, na bijna 2000 jaar ook al zo' n klein komeet je geworden en kun je uit je eigen dampkring al bliksems doen ontstaan? Bij mij zal nog veel geduld nodig zijn eer ik ook maar enkele meters dampkring om me heen zal hebben verzameld. Wanneer jij al een rijpe planeet zult zijn, word ik misschien een satelliet van jou? Of als jij misschien na vele deciljoenen aardse jaren zelfs een zon wordt, kan ik misschien zoals Mercurius je dichtstbijzijnde planeet worden!
Hoofdstuk 11: Verdere eerbiedige en verlangende gedachten met betrekking tot Jezus. De lichte omgeving komt naderbij - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] DE WIJZE MAN zegt: 'Ach - zo, nu weet ik in ieder geval uit welke hoek de wind waait! Ja, als jij die bisschop bent die pas enkele weken geleden het tijdelijke met dit eeuwige verwisselde, dan is het wel begrijpelijk, waarom jij de goddelijkheid van Jezus niet inziet. 'Ex trunco non fit Mercurius!'** (** Uit een boomstronk maak je geen afgezant van God!)
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Om deze reden werd deze daad toentertijd ook `éénslaap', `medeslaap' of ook `bijslaap' genoemd. Daar de mensen mettertijd echter door allerlei wereldse genoegens aardser en zinnelijker werden, begonnen ze ook zonder geestelijke voorbereiding in hun aardse sfeer de vrouwen zuiver lichamelijk te beslapen, raakten daarbij niet meer in een geestelijke slaap of beter gezegd in een natuurlijke slaap opdat de geest vrij zou worden. Daardoor werden de vruchten als resultaat van oorzaak en werking dan ook zoals de oorzaak en de werking zelf waren. Jullie zeggen immers zelf: `Ex trunco non fit Mercurius'.( Uit een boomstronk ontstaat niets goddelijks.) Hoe is het derhalve dan mogelijk om langs zuiver dierlijk natuurlijke weg vruchten van de geest te verwekken? Ik ben van mening dat, als jullie slechts enigszins acht slaan op deze belangrijke, oudhistorische, volkomen ware beschrijving, jullie je nu ook de zuiver hemelse geslachtsdaad juister en waardiger kunnen voorstellen dan jullie anders mogelijk zou zijn geweest, terwijl jullie deze daad, door zijn tegenwoordige, puur zinnelijke verschijningsvorm, op grond waarvan de wetten van Mozes met betrekking tot de onkuisheid werden gegeven, noodgedwongen als onzuiver en dus ook onheilig moesten beschouwen.
Hoofdstuk 45: De overeenstemmende betekenis van eten en drinken van de hemelse geesten. Het hemelse huwelijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Maar laten we weer naar het volgende huis gaan. Kijk, daar treffen we helemaal geen leerling aan en de slordig door elkaar liggende muziekboeken, die er verder heel verzorgd uitzien, geven ons voldoende bewijs van de ijver van onze leerling. Zal er misschien uit deze een kunstenaar groeien? Ik denk, dat eerder het hele instrument in goud zal veranderen dan dat deze leerling een kunstenaar zal worden. Laten we het volgende huis binnengaan; misschien vinden we daar zo'n aankomende kunstenaarsheld. Luister, daar zit zowaar iemand te oefenen; maar kijk eens goed naar hem, zijn ogen staan vol tranen, want hij werd net door zijn vader, die veel geld voor zijn zoon uitgeeft, met een pak slaag tot studeren aangezet. Wordt deze leerling een kunstenaar? Jullie zeggen al: ex trunco non fit Mercurius, wat zoveel wil zeggen als: moet de liefde voor de kunst er met geweld ingeslagen worden, dan zal er niet veel kunstenaarsschap tevoorschijn komen. Moeten we nog meer huizen binnengaan om soortgelijke kunstbroeders te bezoeken? Ik denk dat het niet nodig zal zijn.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Zou men dan niet kunnen zeggen: wat voor de ene mens mogelijk is, dat zou dan toch voor de ander ook mogelijk moeten zijn. Ieder mens zou overeenkomstig zijn aard en talenten, wanneer zijn geest, die een afstammeling van de goddelijke volmaaktheid is, volledig gewekt is, toch zeker ook iets bijzonders kunnen presteren? Zou het wel aannemelijk zijn als men daarop zou zeggen: ja, dat hangt van de leraren af. Zou deze of gene gedegen leraren hebben gehad, dan zouden ze ook zelf gedegen meesters geworden zijn; maar, 'ex trunco non fit Mercurius' zoals jullie plegen te zeggen, ofwel zo kan natuurlijk een onbekwame leraar ook nooit in staat zijn om op zijn vakgebied iemand tot meester op te leiden. Het is waar dat wie zelf niets kan, ook niet in staat zal zijn om een ander veel te leren.
Hoofdstuk 49: Over de voornaamste sleutel tot de geestelijke mysteries - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Van daaruit gaan deze leraren met hun leerlingen nog niet rechtstreeks naar de hemel, maar zij begeven zich in de geestelijke sfeer van de planeet Mercurius, waar reeds hogere leraren aanwezig zijn. Van Mercurius gaan ze dan naar Venus en dan voor een grotere verdeemoediging van Venus naar Mars. Voor degenen die zich op Mars nog niet de juiste graad van verdeemoediging hebben eigen gemaakt, wordt er dan nog een kort uitstapje langs de vier door jullie zo genoemde kleine planeten gemaakt. (Planetoïden, de voornaamste (Ceres, Pallas, Juno en Vesta) in de zgn. planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter) Zij die zich op Mars al een hoge graad van deemoed hebben eigen gemaakt, worden dadelijk in de hogere sfeer van Jupiter geplaatst. Eerst vanuit Jupiter gaat men over naar de buitengewoon heerlijke Saturnus, van daaruit naar Uranus en tenslotte naar de jullie reeds bekende laatste planeet met de naam Miron (Neptunus), maar vanzelfsprekend, overal alleen maar in de geestelijke sfeer van deze planeten.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Zo is bijvoorbeeld een overdreven liefde voor het reizen en de handel de invloed van Mercurius, zoals die bij de oeroude wijzen reeds bekend was. Van Venus komt de esthetisch geaarde liefde, zoals die eveneens al bij de oude wijzen bekend was; van Mars de strijdlust en heerszucht, zoals de oude wijzen ook wisten; van Jupiter een overdreven pedante eerzucht als gevolg van grote geleerdheid; van Saturnus de lichtontvlambare hartstochten; van Uranus de grote liefde voor pracht en praal en van Miron een overdreven liefde voor allerlei kunstvormen zoals muziek, poëzie, schilderkunst, mechanica, allerlei industriële vormen en dergelijke.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Aha, daar komt de kleine Mercurius, een heel potsierlijk wereldje ter grootte van een noot. Schijnt ook geen zee te hebben, maar in plaats daarvan des te meer bergen, - vooropgesteld, dat men deze oneffenheden ter grootte van een halve speldenknop de eretitel van 'bergen' kan geven. Mijn lieve Mercurius, ook met jou zijn we al klaar; weg met jou!
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Het volgende is voor ons van belang: Zie, wij zijn allemaal mensen van die aarde, die door jullie - kinderen van de Almachtige - Mercurius wordt genoemd, zoals wij hier nu hebben gehoord. Dit huis is van jou; het hangt nu van jou af of je ons in dienst houdt of dat je ons verstoot. Wij smeken je echter allemaal, dat je ons genadig wilt zijn!'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] BISSCHOP MARTINUS is nu met stomheid geslagen en weet niet, wat hij de boekhandelaar daarop moet antwoorden. Hij gaat daarom naar de deur van Mercurius en probeert daar tot bedaren te komen en zich te beheersen.
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3 - 4 - 5